05 juni 2024

Europese verkiezingen 2024: een pan-Europese arbeidsmarkt?

Wat willen de Nederlandse politieke partijen op het vlak van de arbeidsmarkt? Waar zetten ze op in bij de Europese verkiezingen van begin juni 2024? Wat moet Brussel regelen om de arbeidsmarkten in de Europese lidstaten in het algemeen en Nederland in het bijzonder te verbeteren? Is een pan-Europese arbeidsmarkt aanstaande met overkoepelende wetgeving voor alle EU-lidstaten? Gaan vraag naar en aanbod van arbeid elkaar op Europees niveau ontmoeten – een beetje naar Amerikaans voorbeeld?

Een overzicht: wat zeggen de partijen?

Wie grote verwachtingen heeft over de vergezichten van Nederlandse partijen voor het verbeteren van arbeidsmarkten op Europees niveau, zal teleurgesteld door de partijprogramma’s bladeren. Een overzicht van de ideeën, wensen en voornemens:

  • De BBB wil vooral nationale sturing op het vlak van arbeidsmigratie. Werkenden moeten zich binnen de EU kunnen bewegen, immigratie van arbeiders van buiten de EU moet beperkt worden.
  • Ja21 wil vooral beperking van arbeidsmigratie, onder meer door de invoering van een Europees werkvergunningenstelsel, beperking van toegang tot sociale zekerheid.
  • Forum voor Democratie (FvD) wil grensoverschrijdend (arbeids)verkeer indammen door opzegging van het Schengen-verdrag,
  • De ChristenUnie wil arbeidstijden, arbeidsomstandigheden en gelijke behandeling op de arbeidsmarkt op Europees niveau (blijven) regelen. Lidstaten moeten de mogelijkheid krijgen om via een vergunningenstelsel voor grensoverschrijdende arbeid concurrentie op arbeidsvoorwaarden te voorkomen. Arbeidsmigratie moet Europees worden geregeld. Het kennismigrantenbeleid moet ook van toepassing zijn op ‘kundemigranten’ (vakkrachten).
  • De Socialistische Partij (SP) wil strengere regulering van alle vormen van arbeidsmigratie, zowel van binnen als van buiten de EU.
  • De PVV schenkt noch aandacht aan arbeid, noch aan arbeidsmarkt.
  • De VVD wil in EU-verband een strategisch beleid om grip te krijgen op arbeidsmigratie – alleen die migranten toelaten die onze samenleving kan gebruiken.
  • D66 wil op Europees niveau minimumafspraken over toegang tot het arbeidsrecht, sociale zekerheid en de bestrijding van schijnzelfstandigheid; sociale rechten van platformwerkers moeten zo snel mogelijk op Europees niveau geregeld worden; Europese werknemers krijgen het recht op onbereikbaarheid; de Europese vaardighedenagenda wordt versterkt zodat iedereen toegang heeft tot op-, om- en bijscholing.
  • Het CDA wil grip op arbeidsmigratie op nationaal niveau en beperking van concurrentie op arbeidsvoorwaarden binnen Europa.
  • Nieuw Sociaal Contract (NSC) wil beperking van arbeidsmigratie via Europese afspraken. De partij wil in grensregio’s meer arbeidsmarktsamenwerking.
  • De Partij voor de Dieren (PvdD) wil een Europees actieplan om jongeren met een arbeidsbeperking een positieve toekomst te bieden. De werkvloer wordt geschikt gemaakt voor neurodivergente werknemers.
  • De SGP wil een bovengrens aan het aantal arbeidsmigranten. Lidstaten mogen zelf aantallen migranten beperken. Seizoenarbeid kan een uitzondering zijn op beperkende maatregelen. Lidstaten erkennen elkaars schooldiploma’s om de Europese arbeidsmarkt flexibeler te maken. Er komt geen harmonisatie van sociale-zekerheidstelsels binnen de EU.
  • Volt wil mensen uit de hele wereld faciliteren om in Europa te werken, werknemers in staat stellen op afstand grensoverstijgend te werken en freelancers dezelfde bescherming te bieden als werknemers met een vast arbeidscontract. Kwalificaties worden op EU-niveau erkend. De partij wil een Europese migratiecode die het met snelle legale trajecten makkelijker maakt internationaal talent aan te trekken.
  • PvdA-GroenLinks wil een socialer Europa en daarom hogere minimumlonen, beter ouderschapsverlof, wetgeving tegen de loonkloof en een Europese arbeidsinspectie. Sectoren die draaien op arbeidsmigranten worden aan banden gelegd. Flexwerkers krijgen dezelfde bescherming als vaste krachten. Arbeidsmigratie wordt beperkt tot essentiële sectoren.

 

Een schaal: van heel veel tot zo weinig mogelijk Europa

De partijen die meedoen aan de Europese verkiezingen plaatsen zich als vanzelf op een schaal die loopt van ‘heel veel Europa’ tot ‘zo weinig mogelijk Europa’. Die schaal lijkt sterk op de klassieke links-rechts-schaal.

De categorie ‘heel veel Europa’ komt met wensen als Europese sociale zekerheid (D66) en optimale mogelijkheden voor werknemers van over de hele wereld om in Europa te werken (Volt).  Deze partijen bepleiten in feite een Europese arbeidsmarkt, zo lijkt het. PvdA-GroenLinks doet dit ook met dien verstande dat deze partij het niet zozeer over de werking van de arbeidsmarkt heeft, maar over de bescherming van werkenden. De ChristenUnie wil veel zaken Europees regelen maar maakt een aantal voorbehouden.

Aan de andere kant van de schaal gaat het vooral om beperking van arbeidsmigratie (Ja21, BBB, SP, VVD CDA, NSC, SGP. De voorstellen op dit vlak lijken erg op elkaar (‘grip op arbeidsmigratie’ is een veelgelezen term). Forum voor Democratie gaat het verst waar het de Nederlandse autonomie betreft met het voornemen het Verdrag van Schengen op te zeggen.

De schaal van ‘heel veel Europa’ tot ‘zo weinig mogelijk Europa’

Volt – D66 – PvdA-Groen Links – ChristenUnie – PvdD –CDA – NSC – SGP – BBB – VVD – SP – Ja21 – FvD

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat vooral de partijen CDA, NSC, BBB, VVD en SP wensen en ideeën hebben die erg op elkaar lijken. (Nota bene: de PVV is niet opgenomen in bovenstaande schaal: de partij noemt noch het woord ‘arbeid, noch ‘arbeidsmarkt’, noch ‘arbeidsmigratie’.)

AWVN over de (Europese) arbeidsmarkt

AWVN ziet zowel een kwantitatief als een kwalitatief probleem op de Nederlandse arbeidsmarkt. Het kwantitatieve probleem kan (deels) worden opgelost door arbeidsmigratie. Binnen Europees verband is dat al het geval door de Schengen-afspraken. Die zorgen ervoor dat werkers uit andere EU-landen in Nederland vacatures kunnen opvullen. Via inkomensoverdrachten naar hun thuislanden zorgen dergelijke arbeidsmigranten voor een betere welvaartsverdeling binnen de EU. Daarnaast wil AWVN dat Nederland een aantrekkelijk land blijft voor kennismigranten en vakkracht-migranten van buiten de EU. Het Nederlandse bedrijfsleven heeft werkers van elders nodig – het Nederlandse welvaartsniveau hangt er van af.

De opleiding van veel Nederlanders sluit niet goed aan op de (veranderende) eisen van de arbeidsmarkt. Om die reden vindt AWVN dat volop moet worden ingezet op het opleiden, bijscholen en omscholen van (toekomstige) werkenden. ‘Duurzame ontwikkeling’ is hier het kernbegrip. Vooralsnog ligt de sleutel voor beleid op dit vlak in handen van nationale werkgeversorganisaties, nationale vakbonden en nationale overheden.

Tenslotte is er een wetgevingsvraagstuk rond de arbeidsmarkt. Dat draait vooral om contracten en daarmee vaak om rechten van werkenden. AWVN bepleit een goede balans tussen vast en flex en kijkt daarbij onder meer naar de adviezen van de Commissie-Borstlap op dat vlak. Ook hier geldt voor AWVN dat het in eerste instantie een nationaal vraagstuk betreft.

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden