‘Staat je verhaal ook op papier?’ Die vraag kreeg Marjolein ten Hoonte regelmatig als ze ergens een lezing had gehouden over de stand van zaken op de arbeidsmarkt. Nee, dat was niet zo en ze gebruikt ook nooit slides, aangezien ze daaraan een uitgesproken hekel heeft. Dus toen bekroop haar de gedachte om het inderdaad allemaal eens op te schrijven. “Eerst dacht ik aan een aantal essays. Maar bij nader inzien voelde ik meer voor een boekje dat het vraagstuk toegankelijk maakt voor een breed publiek.”
Het resultaat is ‘Kunnen we het even over werk hebben?’, dat afgelopen december verscheen. Ten Hoonte: “Na alles wat gezaghebbende commissies en onderzoekers de afgelopen jaren hebben geschreven over de hervorming van de arbeidsmarkt, blijft actie uit. Het is de hoogste tijd dat we het hebben over hoe we werk organiseren in Nederland, want de problemen stapelen zich op. Er is een ongekende krapte, terwijl talloze mensen langs de kant staan. Een paar honderdduizend mensen werken wel, maar leven in armoede. En een leven lang ontwikkelen komt ook niet goed van de grond.”
De arbeidsmarkt moet grondig worden hervormd, schrijft u.
“Zestig tot honderd jaar geleden werd de arbeidsmarkt gestoeld op een vast contract, maar vandaag de dag heeft nog slechts twee derde van de werkenden zo’n contract. Het is ook niet meer realistisch om te beloven of te verwachten dat een dienstverband voor eeuwig is. Tegelijk zie je dat mensen werken in te kleine baantjes of platformachtige constructies. Daarom is het zaak om de zekerheid en veiligheid van het vaste arbeidscontract op een andere manier te organiseren. Laten we de weg vooruit kiezen in plaats van de weg terug.”
= TEKST LOOPT DOOR ONDER FOTO=
Wat betekent dat?
“Ik pleit voor een ontslagvrije samenleving, waarin mensen van werk naar werk bewegen als ze dat zelf willen of als de werkgever dat van ze vraagt. De wereld verandert razendsnel. Stel dat een bedrijf een nieuwe koers wil varen. Dan is het belangrijk dat medewerkers de kans krijgen om de relevante kennis en kunde op te doen en dat ze indien nodig worden begeleid naar ander werk, binnen of buiten het bedrijf. Het schept veiligheid als je weet dat je werkgever je niet laat zakken, maar juist ondersteunt met om- en bijscholing. Werkzekerheid in plaats van baanzekerheid, kortom.
Werkloosheid is een diep gat, heb ik met eigen ogen gezien tijdens mijn werk bij het outplacementbureau van Randstad. In de ontslagvrije samenleving zijn mensen hooguit even werkzoekend. De weg naar de arbeidsmarkt vinden zij veel sneller terug als ze proactief zijn en niet stilzitten. Zowel bij werkgever als werknemer moet alles gericht zijn op het vinden van nieuw werk. Dat is de wederkerigheid waarover de commissie-Borstlap sprak.”
De zekerheden van het leven zijn ook gekoppeld aan de vaste arbeidsovereenkomst.
“Zekerheden zijn een voorwaarde om productief en gelukkig aan het werk te zijn. Uit onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut blijkt dat de contractvorm mensen niet uitmaakt, zolang ze die zekerheden maar ervaren. Denk aan inkomen, wonen, ontwikkeling, opleiding van de kinderen en pensioen. Alle contractvormen moeten dus daarin voorzien. Een voorbeeld van een mooie oplossing is de perspectiefverklaring. Daarmee kunnen flexwerkers een hypotheek krijgen, omdat het gaat om hun toekomstige uitzicht op werk.”
Zijn ontslag en werkloosheid nog wel issues in de huidige krappe arbeidsmarkt?
“Krapte is relatief. Door de demografische ontwikkelingen hebben we er voorlopig mee te maken, maar op termijn zal technologie een hoop arbeid vervangen. Dan liggen de kaarten weer anders. Daar komt bij dat er nu ook al sectoren zijn die het moeilijk hebben en dat sommige mensen niet aan de slag komen omdat ze niet digitaal vaardig genoeg zijn.”
Wat vraagt de arbeidsmarkt van de toekomst van werkgevers?
“Zij hebben een cruciale rol bij het tot stand laten komen van goed geregeld werk voor iedereen. Met dit boek nodig ik hen uit om stappen te zetten. Ten eerste: kijk eens met een minder eendimensionale blik naar gegadigden voor een baan. Zoek niet naar dat beroemde schaap met vijf poten, maar kijk in brede zin naar skills en competenties. Het mes snijdt aan twee kanten: het helpt de mensen die niet zo’n sterke arbeidsmarktpositie hebben en voor de organisaties gaat vaak een wereld open.
Ten tweede: zorg voor banen die mensen economisch onafhankelijk maken en die ook een beetje praktisch in te vullen zijn. Dus niet een uurtje hier en een uurtje daar. Of niet een contract van achttien uur terwijl iemand de hele week beschikbaar is. Zet bij de organisatie van het werk niet je eigen bedrijfsproces centraal, maar verplaats je je in de leefwereld van medewerkers.”
En van de overheid?
“Met name het midden- en kleinbedrijf heeft behoefte aan service, aan een plek in de regio waar ze kunnen aankloppen. Ik hoop dat de 35 privaat-publiek georganiseerde regionale mobiliteitsteams, die in de coronacrisis werden opgericht, die rol kunnen vervullen. Dit zijn landelijk aangestuurde teams waar vakbonden, UWV en gemeenten en private partners werkzoekenden aan werk helpen. Het is zaak dat de overheid deze dienstverlening goed neerzet, zodat het ‘staat’ als er straks weer andere conjuncturele tijden komen. Verder moet zij zorgen dat werken lonend is, zodat uitkeringsgerechtigden gemakkelijker aan de slag gaan en parttimers indien gewenst meer uren kunnen maken.”
Wat kan HR doen?
“Modern HR-beleid voeren. Spreek bijvoorbeeld af dat er nooit meer een sociaal plan komt en maak écht werk van employability. Maak geen one-size-fits-all afspraken, maar ga in gesprek met alle medewerkers, in alle leeftijden en functies, zodat je weet wat ze willen en kunnen. Maak de medewerkers bewust van hun kwaliteiten en de waarde daarvan binnen de organisatie en daarbuiten. Schep een klimaat waarin zij het normaal vinden om na te denken over vragen als: wat wil ik, nu en in de toekomst, zijn mijn skills daarvoor toereikend en zo nee, wat kan ik daaraan doen?”
Over het algemeen hebben maar weinig mensen de neiging om zo ver vooruit te kijken. “Verandering heeft tijd nodig. Je ziet nu al dat jongeren anders kijken naar werk en leven. Het duurt nog twee, drie generaties voordat dit volledig geïnternaliseerd zal zijn.”
Tekst Dorine van Kesteren