25 juli 2023

Waarom blijft de arbeidsproductiviteit achter?

De krapte op de arbeidsmarkt is voor iedereen voelbaar. Van cafés die niet meer op alle dagen open zijn, tot treinen die volgens aangepaste dienstregeling rijden. Er is teveel werk, voor te weinig mensen. Of zoals Sandra Phlippen van ABN AMRO in het FD in februari stelde: “Wij hebben te veel banen, niet te weinig mensen”.

Wat kunt u als werkgever doen tegen arbeidsmarktkrapte? 

Bekijk onze adviezen

Een oplossing lijkt vooralsnog niet in zicht: door vergrijzing vertrekken veel oudere werknemers, terwijl er de komende jaren minder jongeren instromen op de arbeidsmarkt. Ook qua arbeidsparticipatie zitten we op een historisch hoog niveau, dus met een hogere participatie alleen komen we er niet. Om het werk te kunnen doen met minder mensen en duurzame economische groei te realiseren, zal de arbeidsproductiviteit dus omhoog moeten. Maar wat houdt dit nu eigenlijk in en hoe heeft de arbeidsproductiviteit zich de afgelopen decennia ontwikkeld in Nederland?

Arbeidsproductiviteit uitgelegd

Arbeidsproductiviteit is volgens de definitie van het CBS de ‘maat voor de efficiëntie waarmee wordt gewerkt’. Wat makkelijker verwoord gaat het om de productie van één werknemer in een bepaalde periode in aantallen producten of euro’s. Hoe meer er wordt geproduceerd door een werknemer in een bepaalde periode, hoe hoger de arbeidsproductiviteit. Een product of dienst kan daarmee voor minder kosten geleverd worden, waardoor er meer financiële ruimte is voor investeringen en loonsverhogingen.

Zorgelijke trend: groei arbeidsproductiviteit neemt al jaren af

Sinds de jaren 70 is er echter sprake van een dalende trend van de arbeidsproductiviteit: er is nog wel sprake van groei, maar de groei neemt gedurende de jaren af. In 2022 is de toename van de arbeidsproductiviteit 0,5%, voor de jaren daarna wordt een groei van rond de 1% voorspelt. Los van het feit dat een prognose geen zekerheid is, gaat het dus om een vrij summiere voorspelling wat betreft de toename van de arbeidsproductiviteit. Zorgelijk, gezien de enorme arbeidsmarktkrapte waar we ons nu en de komende jaren in bevinden.

Ontwikkeling arbeidsproductiviteit bedrijven

Ontwikkeling arbeidsproductiviteit bedrijven
Bron: CPB, CEP maart 2023.

Internationaal gezien doet Nederland het wél goed op het vlak van arbeidsproductiviteit
Ook al hebben we te maken met een achterblijvende productiviteitsgroei, internationaal gezien doet Nederland het hartstikke goed. In 2022 stond Nederland op de tiende plaats van landen met de hoogste arbeidsproductiviteit ter wereld. The Conference Board gaat er vanuit dat op de langere termijn de wereldwijde arbeidsproductiviteitsgroei iets minder dan 2 procent per jaar zal stijgen in het komende decennium. Een lagere groei dus dan het afgelopen decennium, maar wel hoger dan het CPB nu voorspelt voor Nederland in de komende jaren. Dit is niet alleen voor Nederland het geval. Ook de andere landen die in de top 10 van de wereld staan als het gaat om arbeidsproductiviteit zullen naar verwachting slechts een bescheiden groei kennen qua arbeidsproductiviteit.

Oorzaken achterblijven arbeidsproductiviteitsgroei

Deze achterblijvende groei qua arbeidsproductiviteit voelt echter wel contra-intuïtief. We leven immers in een tijd waar de technologie volop in ontwikkeling is en er zijn (en worden) enorme digitaliseringsslagen gemaakt: is het niet een wetmatigheid dat technologische ontwikkelingen ervoor zorgen dat de arbeidsproductiviteit toeneemt? Zo zou de komst van zoiets als ChatGPT tot tijdbesparing voor werknemers kunnen leiden. Iemand in een kantoorbaan die bij veel vergaderingen aanwezig moet zijn, vaak voorzien van een grote hoeveelheid vergaderstukken, zou door ChatGPT te vragen deze samen te vatten sneller de essentie van de stukken tot zich kunnen nemen. Daarmee zou dan in theorie tijd over blijven om aan andere werkzaamheden te besteden en neemt de productiviteit van de werknemer toe. In theorie althans. Als we namelijk kijken naar de afgelopen jaren, dan zijn er diverse technologische ontwikkelingen geweest die de arbeidsproductiviteit een flinke impuls hadden kunnen geven. Denk aan de komst van de smartphone en de steeds verder gaande digitalisering. Dit blijkt echter niet uit de cijfers.

Wordt arbeidsproductiviteit wel goed gemeten?

De wijze waarop arbeidsproductiviteit gemeten wordt is niet onomstreden. Digitalisering heeft de manier waarop we werken enorm beïnvloed. Van het plaats en tijdsonafhankelijk kunnen werken, tot het automatiseren van rapportages. Deze veranderingen in hoe bedrijven het werk organiseren en diensten aanbieden, hebben ook impact op de manier van meten. Van oudsher wordt dit gemeten door de output te delen door arbeid en kapitaal. Als er dan eerst 100 fietsen gemaakt werden door 10 medewerkers en het er nu 200 zijn, dan is er sprake van een verdubbeling van de productiviteit.

De digitalisering van diensten laat zich echter minder goed vangen in meetbare eenheden. Zo zijn investering in fysieke kapitaalgoederen zoals nieuwe machines goed te meten, maar zijn investeringen in immateriële activa zoals software, R&D en menselijk kapitaal lastig meetbaar. De investeringen in immateriële activa zijn echter steeds belangrijkere productiefactoren, zo blijkt uit onderzoek. Critici geven aan dat arbeidsproductiviteitcijfers dus een mogelijke onderschatting kunnen geven van de werkelijke productiviteit, of geven aan dat niet het juiste wordt gemeten. Tegelijkertijd concluderen diverse onderzoekers dat zelfs als er meetproblemen zijn, de omvang daarvan niet groot genoeg is om de vertraging van de productiviteitsgroei, die internationaal vrijwel overal voorkomt, te verklaren.

Uit een studie van het CPB [CPB (2023). Technologie, de arbeidsmarkt en de rol van beleid] blijkt dat er sinds de jaren 90 door technologische ontwikkelingen aanzienlijke automatisering van taken van werkenden plaatsvond in Nederland. Zij constateren echter dat er tegelijkertijd door de komst van nieuwe technologie ook aanzienlijk veel nieuwe taken voor werkenden bij zijn gekomen. Het gevolg? Per saldo komen er ongeveer evenveel taken bij voor werknemers als er verdwijnen, aldus het CPB. Ook is de welvaart toegenomen, waardoor er meer besteed wordt aan arbeidsintensieve sectoren waar het lastig is om de arbeidsproductiviteit te laten stijgen. Denk aan de kapper die niet zomaar meer mensen in hetzelfde tijdsbestek kan knippen.

Daar komt bij dat arbeidsintensieve sectoren, zoals de persoonlijke dienstverlening, horeca en de zorg, in Nederland relatief groot zijn en ook in omvang zijn toegenomen. Ter illustratie: 1 op de 6 werkenden in Nederland is werkzaam in de zorg en de verwachting is dat dit aandeel zal blijven toenemen. Dit is ook een reden dat de arbeidsproductiviteitsgroei in Nederland achterblijft: doordat de arbeidsintensieve sectoren relatief groot zijn in Nederland, hebben zij een grote impact op de arbeidsproductiviteit in Nederland als geheel.

Daarnaast draagt het aantal zzp’ers dat Nederland kent, ook niet bij aan een verhoging van de arbeidsproductiviteit. Uit onderzoek van het CBS blijkt dat een hoog aandeel zelfstandigen vaak samenhangt met een lage(re) productiviteitsgroei. Dit heeft te maken met de beperktere mogelijkheden die zelfstandigen hebben om te investeren in middelen om de arbeidsproductiviteit te verhogen, zoals een extra machine. Daarnaast volgen zelfstandigen ook minder vaak trainingen en bedrijfsopleidingen, aldus het CBS.

Investeer niet alleen in (nieuwe) technologieën, maar ook in kennis, vaardigheden en de verdeling van werk

Trainingen en opleidingen zijn echter ook van groot belang om de arbeidsproductiviteit te verhogen. Techniek alleen zorgt namelijk niet voor een verhoging van de arbeidsproductiviteit. De mensen die ermee werken, moeten goed uit de voeten kunnen met de techniek, welke kan bestaan uit verbeterde/nieuwe machines, software of materialen waarmee efficiënter gewerkt kan worden. Hiervoor is scholing en oefening nodig en is het dus zaak om tijd en ruimte te creëren voor werknemers om een training of cursus te volgen. Hoe beter een werknemer weet hoe het werk uit te voeren, hoe efficiënter hij of zij hierin zal zijn. Om die reden kan het anders indelen van het werk ook bijdragen aan een hogere arbeidsproductiviteit. Zo kunnen personen zich specialiseren in een specifiek onderdeel van de productie en deze dankzij hun specialisatie efficiënter uitvoeren.

De opgave voor organisaties is dan ook om medewerkers zo goed mogelijk mee te nemen in technologische ontwikkelingen en te investeren in de (digitale) vaardigheden die hiervoor benodigd zijn. Niet alleen in de vorm van trainingen of opleidingen, maar ook qua tijd: learning by doing. Uit AWVN-onderzoek komt echter naar voren dat het grootste deel van het beschikbare budget voor opleidingen niet wordt benut. Leren en ontwikkelen lijkt minder prioriteit te krijgen door krapte en werkdruk. Zaak is om hier oog voor te blijven houden, bijvoorbeeld door tijdens jaar- of ontwikkelgesprekken leren en ontwikkelen standaard onderdeel van het gesprek te laten zijn. Ook een leercultuur, waarbij het vanzelfsprekend is dat iedereen tijdens de loopbaan bezig is met leren ontwikkelen, kan hierbij helpen. Hiervoor zetten wij al eerder 8 tips op een rij.

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden