In de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) moet de werkgever de risico’s van ongewenste omgangsvormen in kaart brengen. Vervolgens moet hij in een plan van aanpak de maatregelen aangeven die hij treft om ongewenste omgangsvormen te voorkomen. De arbeidsinspectie kan controleren of een werkgever op dit punt aan de wettelijke normen voldoet. Dat de arbeidsinspectie daarbij hoge eisen stelt, blijkt uit de volgende casus.
Controle arbeidsinspectie
Bij een controle wordt door de arbeidsinspectie geconstateerd dat de werkgever niet een klachtenregeling heeft die bij onwenselijk gedrag voorziet in behandeling van een klacht door een onafhankelijke commissie. De werkgever heeft de klachtenregeling wel genoemd in de RI&E, maar er is nog geen klachtenregeling ingevoerd. Arbeidsinspectie geeft aan dat de werkgever een klachtenregeling moet opstellen en een onafhankelijke klachtencommissie moet instellen. De werkgever wijst erop dat in een boekje “veiligheid en milieubewust werken” aandacht wordt besteed aan ongewenste omgangsvormen. In het boekje is onder meer het sanctiebeleid van de werkgever opgenomen. Verder geeft de werkgever ook aan dat hij een vertrouwenspersoon heeft aangewezen.
Onvoldoende
De inspecteur vindt dit onvoldoende en wijst erop dat er in de RI&E aandacht moet zijn op het onderwerp discriminatie op de werkplek. Werkgever heeft dit onvoldoende uitgewerkt. Als blijkt dat er een risico bestaat, dan moeten maatregelen worden genomen. In dit geval is volgens de inspecteur op basis van de stand van de wetenschap en professionele dienstverlening het instellen van een onafhankelijke klachtencommissie nodig. De inspecteur legt een eis op tot naleving van de wet.
Overtreding
Een eis tot naleving van de wet wordt onder meer gegeven als de inspectie een overtreding constateert waarvoor geen concrete norm, maar een doelvoorschrift in de wet staat. In de eis geeft de inspecteur de wettelijke norm aan of, als deze ontbreekt, welke maatregelen de werkgever moet nemen. Doet de werkgever dit niet, dan maakt de inspecteur een boeterapport op.
In dit concrete geval gaat het om twee eisen: de werkgever heeft in de RI&E onvoldoende aandacht besteed aan het onderwerp discriminatie en moet dit alsnog uitwerken en er moet een onafhankelijke klachtencommissie worden ingesteld. De werkgever is het niet eens met het opleggen van de eisen. Nadat het bezwaar van de werkgever door de inspectie is afgewezen gaat hij in beroep bij de rechtbank.
In beroep
De rechtbank vindt dat de werkgever in de RI&E niet alle gevolgen van discriminatie heeft geïnventariseerd. Ook is niet in kaart gebracht op grond waarvan, en hoe, werknemers gediscrimineerd kunnen worden. In het plan van aanpak ontbreken maatregelen met betrekking tot het voorkomen van discriminatie en een tijdpad voor invoering. Daarom voldoet de werkgever niet aan de wettelijke normen.
Toch vindt de rechtbank het niet terecht dat de inspecteur de eisen heeft opgelegd. Bij het voorkomen van ongewenste omgangsvormen gaat het om zogenaamde open normen waarbij de wet doelvoorschriften geeft. Hoe de werkgever dit uitwerkt in beleid, is de verantwoordelijkheid van de werkgever. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat daarbij, afhankelijk van uitkomsten van de RI&E, maatwerk wenselijk is. Volgens de rechtbank had de inspecteur daarom moeten kijken of en in hoeverre de gestelde eisen nodig waren voor deze werkgever om de wettelijke doelstelling te halen. De inspecteur heeft daarbij niet gekeken naar de specifieke omstandigheden in het bedrijf van de werkgever. Ook bij de tweede eis heeft de inspecteur zich gebaseerd op de stand van de wetenschap en niet gekeken naar de concrete omstandigheden van het bedrijf. De rechtbank vindt dat de eisen daarom onvoldoende onderbouwd zijn en vernietigt het besluit.
Met de schrik vrij
In dit geval komt de werkgever met de schrik vrij omdat de inspecteur zijn besluit niet goed heeft onderbouwd. Tegelijkertijd constateert de rechtbank wel de nodige gebreken van de RI&E en het plan van aanpak. Dat dit een aandachtspunt is voor meer werkgevers blijkt uit een recent gepubliceerd onderzoek ‘Arbo in bedrijf’ van de Inspectie SZW. Uit het onderzoek blijkt dat het percentage bedrijven met een RI&E is toegenomen van 45% in 2016 naar 49%. Maar slechts 30% van de bedrijven heeft een RI&E waarin ook daadwerkelijk alle belangrijke risico’s zijn geïnventariseerd. Werkgevers die hun RI&E niet op orde hebben kunnen bij controle een eis tot naleving verwachten of een boete.