Bij de premies voor de werkhervattingskas gaat het om de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WGA) en de Ziektewet (ZW) waarvoor werkgevers zich bij UWV kunnen verzekeren. De publieke premies voor zowel de arbeidsongeschiktheidsverzekering als de Ziektewet dalen in 2024. De daling van de WGA-premie is voor het eerst sinds jaren. Het gemiddeld premieniveau ervan gaat omlaag van 0,87% in 2023 naar 0,77% in 2024. Het gemiddelde percentage van de Ziektewet daalt eveneens, van 0,66% naar 0,45%.
Wat is premie Werkhervattingskas?
De premie Werkhervattingskas is een premie die voor elke werkgever apart wordt vastgesteld. De Belastingdienst stuurt voor het einde van het jaar een beschikking aan elke werkgever met daarin de hoogte en opbouw van de premies voor de Werkhervattingskas. De premies en parameters die aan de vaststelling voor 2024 ten grondslag liggen, zijn in de nota gedifferentieerde premies WGA en Ziektewet 2024 vastgelegd. De publicatie van het UWV geeft een toelichting op de totstandkoming van deze premies en parameters.
De premie Werkhervattingskas geldt voor werkgevers die publiek verzekerd zijn, dat wil zeggen via het UWV. De premie bestaat uit twee componenten: een gedifferentieerde premie Ziektewet en een gedifferentieerde premie WGA.
Voor beide verzekeringen heeft een werkgever de mogelijkheid eigen-risicodrager te worden. Een werkgever betaalt bij eigen-risicodragerschap van één of beide verzekeringen geen publieke premie voor de bijbehorende premiecomponent(en). Werkgevers kunnen op 1 januari en 1 juli van elk jaar een aanvraag tot eigen-risicodragerschap indienen. Een aanvraag hiervoor moet uiterlijk 3 maanden van tevoren bij de Belastingdienst worden ingediend. Het eigen-risicodragerschap kan gepaard gaan met een verzekering van het risico bij een private verzekeringsmaatschappij. Ziet een werkgever af van een verzekering, dan betaalt hij eventuele uitkeringen van zijn werknemers zelf.Download ′Gedifferentieerde WGA- en ZW-premies voor 2024′ van UWV.
Vragen over de WGA-/ZV-premies?
Het gemiddelde premiepercentage voor de WGA in 2024 daalt ten opzichte van 2023 met 0,1 procentpunt. Dit komt vooral doordat het UWV bij de berekening van dit premiepercentage rekening heeft gehouden met de effecten van een verlenging naar 2024 van de zogeheten 60-plusmaatregel.
Het UWV biedt 60-plussers die een uitkering in het kader van de WIA hebben aangevraagd, sinds eind oktober 2022 een vereenvoudigde claimbeoordeling aan. Als werkgever en werknemer met de vereenvoudigde claimbeoordeling instemmen, worden de WGA-uitkeringslasten voor deze 60-plussers niet betaald uit de Werkhervattingskas, maar uit het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof).
Verlenging van de 60-plusmaatregel betekent dus lagere lasten voor de Werkhervattingkas – en daarmee ook een gemiddeld lagere premie. Ook voor werkgevers die eigen-risicodrager zijn, geldt dat de WGA-uitkering voor 60-plussers die instemmen met de vereenvoudigde claimbeoordeling ook wordt betaald uit het Aof. Maar voor deze werkgevers wordt de premie door de verzekeraar niet berekend via een omslagstelsel, maar voor een aantal jaar vastgesteld. Voor deze werkgevers geldt dus geen automatische premieverlaging.
Als het kabinet besluit om de 60-plusmaatregel niet te verlengen tot eind 2024, dan zal het vastgestelde WGA-premieniveau naar verwachting te laag zijn om alle WGA-lasten in 2024 te dekken. De extra lasten (€ 48 miljoen) zullen in dan uit het WGA-vermogen van de Werkhervattingskas (ruim € 1 miljard) worden gefinancierd – en niet direct leiden tot een premieverhoging voor werkgevers. De lagere uitkeringslasten als gevolg van de 60-plusmaatregel werken ook door in de sectorale WGA-premies. De premie daalt voor 59 sectoren, blijft gelijk voor twee sectoren en stijgt voor zes sectoren.
Het gemiddelde premiepercentage voor de Ziektewet in 2024 daalt ten opzichte van 2023 met 0,21 procentpunt. Dit komt met name doordat een aantal grote uitzendbedrijven per 2023 eigenrisicodrager is geworden. Ook de nieuwe cao voor uitzendkrachten beïnvloed de cijfers. Door deze nieuwe cao zal naar verwachting de instroom in de Ziektewet van uitzendkrachten met uitzendbeding afnemen, waardoor ook de uitkeringslasten voor de Werkhervattingskas afnemen. Doordat de premiebaten in de periode 2019–2021 onvoldoende waren om alle lasten voor de Ziektewet te dekken, is er sprake van een negatief Ziektewet-vermogen binnen de Werkhervattingskas. Sinds 2022 wordt dit vermogenstekort ingelopen. Ook voor 2024 is de Ziektewetpremie hoger dan lastendekkend vastgesteld om het vermogenstekort verder terug te brengen. De dalende trend van het gemiddelde premiepercentage speelt ook door in de ontwikkeling van de sectorale percentages van de Ziektewet. De sectorale premie daalt bij 48 sectoren, bij 3 sectoren blijft de premie gelijk en bij 16 sectoren stijgt deze.
Sinds 2017 is het aandeel eigen-risicodragers voor de WGA in de totale loonsom van alle werkgevers vrijwel stabiel. In 2023 zal dit aandeel naar verwachting uitkomen op 38% van de totale loonsom. Bij de Ziektewet is sinds de invoering van de premiedifferentiatie in 2014 een gestage toename van het eigen-risicodragerschap zichtbaar. Met name in de sector uitzendbedrijven is het aandeel in de loonsom van eigen-risicodragers gestegen: in 2023 komt dit uit op 65%, bij de overige bedrijven op 47%.