Werkgevers hebben al vaak aangegeven dat met name kleine werkgevers moeite hebben met de loondoorbetalingsverplichting bij ziekte van twee jaar. Het gaat dan niet alleen om het loon dat werkgevers moeten blijven doorbetalen aan zieke werknemers, maar ook om de administratieve verplichtingen rondom re-integratie. Deze verplichtingen kunnen een drempel zijn voor werkgevers om mensen in vaste dienst te nemen. Daarom komen er maatregelen die de verplichtingen bij ziekte voor kleine werkgevers makkelijker, duidelijker en goedkoper maken. Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de centrale werkgeversorganisaties hebben hier afspraken over gemaakt. Op 20 december 2018 hebben zij een convenant hierover getekend met het Verbond van Verzekeraars.
De eerste twee jaar zijn werkgevers verplicht ten minste 70% van het loon door te betalen. Daarnaast moeten ze zich in deze periode, samen met de zieke medewerker, inspannen voor een snelle terugkeer op de werkvloer. Deze regeling zorgt ervoor dat veel mensen terug in het werkproces komen en niet in de WIA terecht instromen.
Maar kleine werkgevers vinden de verplichtingen rond de loondoorbetaling disproportioneel. Het overgrote deel van de werkgevers is momenteel verzekerd tegen het financieel risico (de verzekeringsgraad bij bedrijven met minder dan 7 werknemers is 75% en bij bedrijven met tussen 7 en 15 werknemers is 85%). Maar veel werkgevers twijfelen of daarmee alles goed geregeld is wanneer een werknemer langdurig uitvalt en hebben te weinig ervaring met langdurig ziekteverzuim om te weten wat er van hen verwacht wordt. Het kabinet erkent de zorgen van de kleine ondernemers. Bovendien wil het kabinet het juist aantrekkelijk maken voor werkgevers om mensen vast aan te nemen.
MKB-Nederland, VNO-NCW, LTO Nederland, het Verbond van Verzekeraars en minister Koolmees hebben daarom de volgende afspraken gemaakt.
AWVN onderschrijft het belang van de gemaakte afspraken. Deze vormen een belangrijke stap om de problemen rondom loondoorbetaling bij aan te pakken.
Bron: Nieuwsbericht van het ministerie van SZW, 20-12-2018