Wordt het concurrentiebeding oneigenlijk gebruikt? Die vraag staat centraal in het onderzoek dat Panteia deed in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Aanleiding voor het onderzoek was een motie in de Tweede Kamer ingediend door de leden Steven van Weyenberg (D66) en Gijs van Dijk (PvdA). De motie vroeg om nadere voorwaarden voor het gebruik van het concurrentiebeding.
Uit het onderzoek blijkt dat één op de drie werkgevers een concurrentiebeding standaard opneemt in de arbeidsovereenkomst. Toch doen werkgevers zelden een beroep op het beding en lijken zij het meer preventief te willen gebruiken. Volgens de onderzoekers wordt het beding vaak breed ingezet terwijl dat niet altijd noodzakelijk is. Alleen als een werknemer toegang heeft tot gevoelige informatie of relaties, kan er een goede reden zijn voor het opnemen van een concurrentiebeding.
In de wet is enkel bepaald dat een concurrentiebeding schriftelijk moet zijn overeengekomen met een meerderjarige werknemer. Met de invoering van de Wet werk en zekerheid is daaraan toegevoegd dat een concurrentiebeding alleen kan worden opgenomen in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd als uit een schriftelijke motivering van de werkgever blijkt dat het beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. De juridische lat ligt hoog.
In dit weblog informeren de advocaten en juristen van AWVN u geregeld over actuele arbeidsrechtelijke ontwikkelingen.
Of een werknemer aan een in principe geldig concurrentiebeding kan worden gehouden, volgt niet uit de wet. De lijnen zijn uitgekristalliseerd in de rechtspraak. Daaruit kan als hoofdregel worden afgeleid dat een concurrentiebeding niet langer mag duren dan een jaar en dat het gebied waarvoor het beding geldt zo concreet mogelijk moet zijn beschreven. Een cao kan nadere voorwaarden stellen aan het gebruik van een concurrentiebeding.
De werkgever kan aan een concurrentiebeding geen rechten ontlenen, als het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de zijde van de werkgever.
Als een concurrentiebeding de werknemer in belangrijke mate belemmert om anders dan in dienst van de werkgever werkzaam te zijn, kan de rechter bepalen dat de werkgever voor de duur van de beperking aan de werknemer een vergoeding moet betalen. Dit gebeurt overigens maar zelden.
De rechter kan een concurrentiebeding geheel of gedeeltelijk vernietigen als in verhouding tot het te beschermen belang van de werkgever, de werknemer door dat beding onbillijk wordt benadeeld. Aan werkgeverszijde kunnen onder andere de volgende belangen worden aangevoerd:
Aan werknemerszijde kunnen onder andere de volgende feiten en omstandigheden worden aangevoerd:
Het rapport van Panteia geeft samengevat het volgende beeld over het concurrentiebeding.
Het concurrentiebeding stamt uit 1907 en heeft slechts beperkte wijzigingen ondergaan, ondanks dat eerder over dit onderwerp is gesproken en ook andere wijzigingsvoorstellen zijn gedaan. Het is nu aan de politiek om beleidsopties nader uit te werken. Eind dit jaar wordt de Tweede Kamer nader geïnformeerd. Het is vervolgens aan het nieuwe kabinet om al dan niet nadere voorwaarden aan het concurrentiebeding te stellen.