De DBA, opvolger van de VAR, heeft als doel schijnzelfstandigheid onder zzp’ers te bestrijden met een systeem van modelovereenkomsten. De wet is nog steeds in werking, maar er is sprake van een (verlengd) handhavingsmoratorium – dat op zijn beurt op 1 januari 2025 wordt opgeheven.
Voor de huidige situatie betekent dit dat kwaadwillende opdrachtgevers, die weten dat een zelfstandige feitelijk in een dienstbetrekking functioneert, door de Belastingdienst worden aangesproken met een naheffing en een boete.
Wat houdt het handhavingsmoratorium in?
Dat opdrachtgevers zelfstandigen kunnen inzetten zonder risico te lopen op boetes en/of naheffingen van de Belastingdienst, behoudens een zeer selecte groep van kwaadwillenden.
In juni 2022 gaf de ministerraad aan om uiterlijk 1 januari 2025, of zoveel eerder als mogelijk, het handhavingsmoratorium op te willen heffen en het toezicht bij de Belastingdienst te versterken.Wanneer vindt de Belastingdienst een opdrachtgever kwaadwillend?
Als een opdrachtgever een zelfstandige inzet waarvan beiden weten dat deze feitelijk in een dienstbetrekking functioneert.Wanneer gaat de wet veranderen en wat gaat er veranderen?
Aanpassing van de Wet DBA kwam in eerste instantie op het bordje van het kabinet dat in 2021 aantrad en tot medio 2024 demissionair regeerde. Die startte op 7 oktober 2023 een internetconsultatie over de mogelijke opvolger van de Wet DBA:
Wet Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden. Deze wet beoogt meer duidelijkheid te geven tussen werknemer en opdrachtgever.In maart 2024 publiceerde de Belastingdienst Handhavingsplan arbeidsrelaties 2024; daaruit blijkt dat de dienst vasthoudt aan de ambitie om het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 op te heffen.
Welke risico’s loop ik?
Tot 1 januari 2025 is handhaving van de Wet DBA in principe uitgesteld. Een uitzondering geldt, zoals gezegd, voor kwaadwillenden.
De Belastingdienst heeft op haar website een aantal voorbeeldovereenkomsten van opdracht (ovo) gepubliceerd voor het inhuren van zelfstandigen.
Het gaat om algemene modelovereenkomsten en een reeks voorbeeldovereenkomsten specifiek voor branches en beroepsgroepen. De algemene overeenkomsten zijn bedoeld voor situaties waarin het gezag van de werkgever ontbreekt, situaties waarin de opdrachtnemer zich vrij kan laten vervangen en situaties waarin een intermediair bemiddelt tussen opdrachtgever en -nemer.
De voorbeeldovereenkomsten voor branches en beroepsgroepen zijn bedoeld voor iedereen die werkt volgens de voorwaarden van een branche of beroepsgroep. Deze zijn aan de Belastingdienst voorgelegd door sectoren, branches, ondernemers en zzp’ers. Er zijn bijvoorbeeld overeenkomsten voor de bouw en medische beroepen.
De modelovereenkomsten die enkel zijn gebaseerd op vrije vervanging zijn niet langer geldig als voorbeeldovereenkomst die zekerheid verschaft. Op grond van de uitspraak van de HR in de Deliveroo-zaak is dit model ingetrokken.
Op 11 januari 2021 startte een pilot voor 6 maanden om te onderzoeken of de webmodule beoordeling arbeidsrelatie als instrument behulpzaam is voor opdrachtgevers. Met deze module kunnen opdrachtgevers via een (anonieme) vragenlijst helder krijgen of een zelfstandige voor een klus ingehuurd kan worden of dat er een arbeidsovereenkomst nodig is.
De webmodule bleek geen succes. Desondanks geeft de webmodule wel meer duidelijkheid bij het beoordelen van de arbeidsrelatie; de module kunt u nog altijd raadplegen op de overheidssite ondernemersplein.nl.
De aanwezigheid van een gezagsverhouding is vaak doorslaggevend om te bepalen of er sprake is van een echte opdrachtsrelatie of een schijnconstructie waarbij feitelijk sprake is van een arbeidsovereenkomst. Download onderstaand artikel van AWVN-advocaat Esther van den Bergh (uit 2016) voor meer informatie.
Gezagsverhouding cruciaal bij beoordeling arbeidsrelatie
Update Monica Wirtz, 24 oktober 2023