21 maart 2024

Belastingdienst publiceert ‘Handhavingsplan arbeidsrelaties 2024’

De Belastingdienst bereidt zich voor op het opheffen van het handhavingsmoratorium arbeidsrelaties per 1 januari 2025. 

 

De wet Deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) trad op 1 mei 2016 in werking, maar er is sindsdien sprake van een handhavingsmoratorium. Dat wordt volgens de laatste plannen op 1 januari 2025 opgeheven.
De DBA heeft als doel schijnzelfstandigheid te bestrijden. In de huidige situatie (met handhavingsmoratorium, dus) betekent dit dat de Belastingdienst vrijwel alleen kwaadwillende opdrachtgevers, die weten dat een zelfstandige feitelijk in een dienstbetrekking functioneert, een naheffing en een boete oplegt.

Om u voor te bereiden op de situatie vanaf 1 januari organiseert AWVN op woensdag 2 oktober 2024 van 10.00 tot 11.00 uur het webinar ′De kwalificatie van de arbeidsovereenkomst en de fiscale handhaving bij schijnzelfstandigheid′

Meer informatie

Begin maart heeft de Belastingdienst ‘Handhavingsplan arbeidsrelaties tranche 2024’, de ‘Perspectiefnota handhaving arbeidsrelatie’ en het ‘Memo handhaving arbeidsrelaties – richtlijnen doorwerking IH en O’ gepubliceerd.

Het handhavingsplan bestaat uit drie tranches. Tranche 2024 is nu gepubliceerd en volgt op de publicatie van tranche 2023 (‘Versterken en verbeteren van de handhaving’). De tranche 2025 (‘Handhaven zonder handhavingsmoratorium’) volgt in 2025.

De Belastingdienst houdt vast aan de ambitie om het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 op te heffen. Daarmee kan de Belastingdienst weer in alle situaties achteraf belastingen, premies en boetes navorderen bij de opdrachtnemer. Expliciet wordt daarbij genoemd ‘tot aan het moment van het opheffen van het moratorium’, ondanks dat het moratorium alleen geldt voor de loonheffingen en niet voor de inkomsten- en de omzetbelasting. Het opleggen van naheffingsaanslagen bij de opdrachtgever behoort vanaf 1 januari 2025 ook weer tot de mogelijkheden. In principe beletten de algemene beginselen van behoorlijk bestuur het opleggen van naheffingsaanslagen loonheffingen aan de opdrachtgever over een loonperiode voor 1 januari 2025.

Visie kabinet
In diverse voortgangsbrieven, bijvoorbeeld die van 16 december 2022, heeft het kabinet toegelicht welke stappen zij wil realiseren om de balans te herstellen in het werken met zelfstandigen en het werken als zelfstandige. Daarbij zijn drie lijnen ontwikkeld.
1. Een gelijker speelveld: opdrachtgever en werkende kwalificeren arbeidsrelaties vanuit de juiste overwegingen, passend binnen wet- en regelgeving.
2. Verduidelijking van de arbeidsrechtelijke wetgeving in relatie tot de kwalificatie moet bijdragen aan een eenvoudigere beoordeling: dit moet opdrachtgevers en werkende helpen, maar is ook van belang voor de handhaving door bijvoorbeeld de Belastingdienst.
3. Handhaving vanuit de Belastingdienst. De uitvoerings- en handhavingsstrategie van de Belastingdienst is erop gericht dat burgers en bedrijven zoveel mogelijk uit zichzelf hun verplichtingen nakomen (zonder kostbare, dwingende acties). Drie ‘goedpaden’ beschrijven wat dit concreet inhoudt. Er zijn goedpaden voor opdrachtgevers en opdrachtnemers om arbeidsrelaties binnen- en buiten dienstbetrekking te duiden en er is een goedpad voor opdrachtnemers naar werknemerschap.

De ‘lijnen’ zijn niet opvolgend. Immers, ondanks de vele commentaren in de internetconsultatie op het wetsvoorstel verduidelijking en rechtsvermoeden zzp en de verwachting dat het wetsvoorstel wordt aangepast en naar alle waarschijnlijkheid niet in het eerste kwartaal van 2025 worden gepubliceerd, gaat handhaving door de Belastingdienst per begin volgend jaar weer van start. Door de latere publicatie van de wet is ook de geplande ingangsdatum van 1 januari 2026 onzeker.

Driesporenbenadering opheffen handhavingsmoratorium

Om het handhavingsmoratorium met ingang van 2025 op te heffen gaat de Belastingdienst uit van een 3-sporenbenadering:
1. actieve samenwerking met de markt om bij te dragen aan een werkbare situatie: daarvoor wordt een marktteam opgezet, dat actief de samenwerking zoekt met (vertegenwoordigers van) koepels en brancheorganisaties
2. specifieke aandacht voor posten, sectoren en branches waar (grote) onduidelijkheid bestaat over de juistheid van de kwalificatie van de arbeidsrelatie (dit moet leiden tot compliant gedrag; via handhavingscommunicatie en overleg met de sectoren en branches zoekt de Belastingdienst naar mogelijkheden om ervaringen te delen)
3. specifieke aandacht binnen de reguliere klantbehandeling.
Bij dit laatste onderdeel hoort een verkenning van de toekomst van de modelovereenkomsten en het vooroverleg. Het gebruik van modelovereenkomsten heeft een beperktere werking dan de markt wenst en ervaart. De zekerheid vooraf is immers afhankelijk van de opvolging in de praktijk. Volgens de Belastingdienst leert de uitvoeringspraktijk dat feiten en omstandigheden in de dynamiek van alledag altijd op één of meer aspecten afwijken. Mogelijk wordt het gebruik van modelovereenkomsten daarom aan banden gelegd.

Vragen?
Neem contact op met onze expert:

Armand Lahaije

Voor de Belastingdienst is het programma succesvol als de handhaving op arbeidsrelaties vanaf 1 januari 2026 (weer) onderdeel is van het reguliere handhavingsplan.

Memo handhaving arbeidsrelaties

‘Memo handhaving arbeidsrelaties’ beschrijft richtlijnen voor de doorwerking van de handhaving voor de inkomensheffingen (IH) en de omzetbelasting (OB). De richtlijnen zijn beschreven voor twee situaties:
1. in de loonheffing wordt een aanwijzing gegeven aan een opdrachtgever omdat is geconstateerd dat ten onrechte buiten dienstbetrekking wordt gewerkt: de vraag is wat de gevolgen zijn voor de OB-positie van de opdrachtgever en de IH en OB positie van de opdrachtnemer
2. onderzoek bij een opdrachtnemer leidt ertoe dat dat kan worden geconcludeerd dat geen sprake is van winst uit onderneming in de inkomensheffing, maar van loon uit dienstbetrekking: de vraag is hoe moet worden omgegaan met de IH en OB.

Uitgangspunt is dat de focus binnen de handhaving op arbeidsrelaties primair is gericht op de loonheffingen in relatie tot opdrachtgevers, om zo een hefboomwerking te bewerkstelligen. De Belastingdienst bereikt zo immers meer werkenden.

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden