16 juni 2020

Streep door minimumtarief voor zelfstandigen

Minister Koolmees en staatssecretaris Vijlbrief hebben op 15 juni 2020 aangekondigd het wetsvoorstel in te trekken om een minimumtarief voor zelfstandigen en een opdrachtgeversverklaring in te voeren. Er zou te weinig draagvlak voor zijn in de samenleving.

Minimumtarief handhaafbaar noch uitvoerbaar

Met name de hoge administratieve lasten door de fundamentele verschuiving van het ondernemersrisico van de zelfstandige naar de opdrachtgever gaven de doorslag. Hier is in de internetconsultatie veelvuldig op gewezen. Het minimumtarief voor een bestaansminimum aan de zogenoemde basis van de arbeidsmarkt blijkt moeilijk te handhaven en niet uitvoerbaar.
De minister benadrukt dat veel partijen de onderliggende problematiek wel erkennen, zonder hier specifiek op in te gaan. Ook de zelfstandigenverklaring voor zelfstandigen die een tarief van boven de 75 euro per uur hanteren, stuitte op veel kritiek en wordt niet verder uitgewerkt.

In de brief aan de Tweede Kamer gaan de bewindspersonen verder in op de al eerder aangekondigde webmodule. Hiermee kunnen opdrachtgevers die deze module naar waarheid invullen, een opdrachtgeversverklaring met vrijwaring krijgen voor de loonheffingen en verzekeringspremies, als uit de antwoorden op de vragenlijst voortvloeit dat buiten dienstbetrekking gewerkt kan worden. Na de zomer start een pilot voor sectoren, die zichzelf als belangstellende kunnen aanmelden.

Wet DBA

Het handhavingsmoratorium voor de Wet DBA (deregulering beoordeling arbeidsrelatie) zal nog tot januari 2021 voortduren; in het najaar besluit het kabinet wat daarna gaat gebeuren. Tijdens het moratorium handhaaft de Belastingdienst als een opdrachtgever kwaadwillend blijkt, of als blijkt dat sprake is van een dienstbetrekking. Wat er met de huidige modelovereenkomsten afgesloten onder de Wet DBA gaat gebeuren, is nog niet bekend. Het kabinet erkent dat sectoren vanwege hun specifieke sectorbelangen die in de modelovereenkomsten zijn opgenomen aan het voortbestaan ervan hechten en zal ook hier binnenkort een besluit over nemen.

AWVN is blij dat de minister het advies van onder andere de gezamenlijke werkgevers- en werknemersorganisaties in de Stichting van de Arbeid en de Commissie Regulering van Werk heeft opgevolgd en het wetsvoorstel, met alle bijkomende administratieve lasten, niet verder uitwerkt.

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden