07 januari 2021

Onregelmatigheidstoeslagen: minder en lager

De afname in aantal en hoogte van onregelmatigheidstoeslagen illustreert de verdere ontwikkeling naar een 24-uurseconomie. Dat concludeert AWVN op basis van een vergelijkend onderzoek naar onregelmatigheidstoeslagen. Hierin hebben wij onregelmatigheidstoeslagen van 100 ondernemings- en bedrijfstakcao’s vergeleken met diezelfde cao’s in 2015. Onder de onderzochte cao’s vallen 2,9 miljoen werknemers.

Feiten en cijfers uit het onderzoek

• In 25 cao’s is de hoogte van de onregelmatigheidstoeslagen gewijzigd en/of is het dagvenster aangepast. Onder dagvenster verstaan we de uren waarop medewerkers geen toeslag voor onregelmatigheid ontvangen.
• In 13 cao’s is het dagvenster op maandag tot en met vrijdag verruimd, vooral richting de avond. De gemiddelde lengte van het dagdienstvenster op maandag tot en met vrijdag neemt in de onderzochte cao’s toe van 11,9 uur in 2015 naar 12,3 uur in 2020.
• In de industrie is het dagvenster op maandag tot en met vrijdag veelal 11 of 12 uur (van 6.00 of 7.00 uur tot 18.00 of 19.00 uur). In de dienstverlening is het dagvenster wat ruimer; het start veelal om 6.00 of 7.00 uur, maar eindigt ergens tussen 18.00 uur en 22.00 uur.
• Ten opzichte van 2015 zijn er op zaterdag meer uren zonder toeslag. In 10 cao’s is het dagvenster op zaterdag verruimd. Vooral over de uren op zaterdagochtend ontvangen werknemers minder vaak een onregelmatigheidstoeslag. In 2020 kent ca. een kwart van de onderzochte cao’s geen onregelmatigheidstoeslag voor de uren van 8 tot 12 uur; dit betreft vrijwel alleen cao’s in de dienstverlening. In de industrie-cao’s ontvangen medewerkers doorgaans een toeslag over alle zaterdaguren.
• Het gemiddelde niveau van de onregelmatigheidstoeslagen in de nacht ligt in 2020 hoger dan in 2015. Het gemiddelde verschil is ca. 3%.
• Bij 6 van de onderzochte cao’s is een ruimer dagdienstvenster ingevoerd en is gelijktijdig de onregelmatigheidstoeslag in de nacht verhoogd.
• Bij 10 van de onderzochte cao’s zijn de onregelmatigheidstoeslagen in de avonden en/of de weekenden verlaagd.

AWVN: ontwikkeling onregelmatigheidstoeslag volgt ontwikkeling 24-uurseconomie

De uitkomsten van het onderzoek naar onregelmatigheidstoeslagen weerspiegelen de maatschappelijke ontwikkelingen: de langzame maar gestage evolutie richting een 24-uurseconomie. Deze wordt versneld door de coronamaatregelen, die voor een groep bedrijven de bredere spreiding van productie en werken op locatie over de dag wenselijk maken.

De genoemde trend wordt in eerste instantie zichtbaar in de verruiming van de tijden waarop het door werkgevers en werknemers ‘normaal’ wordt gevonden om te werken, de zogenoemde dagvensters. De verruiming van deze dagvensters die blijkt uit dit onderzoek, is een gevolg van een veranderende houding van zowel werkgevers, werkenden, consumenten en overheden in de afgelopen decennia.
Die veranderende houding van de samenleving tegenover bijvoorbeeld de zondagsrust is inmiddels ook in plattelandsgemeenten zichtbaar in de openstelling van winkels op zondag. Ook de opkomst van webshops heeft ervoor gezorgd dat traditionele openingstijden achterhaald zijn. Consumenten willen winkelen op zondag en in de avond, winkelbedrijven komen graag aan die wens tegemoet. In drukke tijden, zoals nu rond de feestdagen, is het bij uitstek van belang om ruimere tijden te hanteren, onder andere om de spreiding van consumenten te vergroten.

Daarbij zijn steeds meer werkenden op meer tijden beschikbaar, omdat het past binnen hun leefpatroon en hun eigen combinatie van werk en privé.

Tegen de achtergrond van deze ontwikkeling is het niet meer dan logisch dat de extra beloning voor het werken op zaterdag, op zondag en in de vroege avonduren, de zogenoemde onregelmatigheidstoeslag, kleiner wordt en dat meer uren ‘normaal’ worden betaald.

Daar staat tegenover dat er wel een grens lijkt te ontstaan in de evolutie naar een 24-uurseconomie. Werken in de nacht blijft buiten de grenzen van wat ‘normale’ werkuren worden gevonden: de toeslagen voor nachtwerk zijn in 2020 zelfs hoger dan in 2015. Nachtwerk brengt grotere gezondheidsrisico’s met zich mee. Als werken in de nacht niet kan worden voorkomen, is het dan ook terecht dat deze werkuren extra worden beloond.

De afbouw van onregelmatigheidstoeslagen, zoals die blijkens dit onderzoek zeer geleidelijk plaatsvindt, vindt AWVN een goede ontwikkeling die past in de modernisering van de arbeidsvoorwaarden. Wel is het belangrijk dat werkgevers zoeken naar draagvlak onder werknemers(vertegenwoordigers) om tot afbouw te komen. Is het bijvoorbeeld mogelijk om tot een nieuwe invulling van werktijden te komen die ook tegemoetkomt aan de wensen van werknemers om hun werktijden beter op hun eigen wensen te laten aansluiten? Zo kan worden geëxperimenteerd met zelfroosteren door bijvoorbeeld een pilot af te spreken. Als werknemers structureel toeslagen ontvangen, dan is het verstandig om de afbouw stap voor stap te laten plaatsvinden en/of te zoeken naar manieren om werknemers te compenseren. Dat kan door hen een hoger nettoloon toe te kennen, extra verlofuren te geven voor bijvoorbeeld werken in het weekend of het aantal werkdagen in het weekend te maximeren.

AWVN verwacht dat de ontwikkeling naar de afbouw van onregelmatigheidstoeslagen op deze wijze de komende jaren nog verder zal doorgaan.

Inlichtingen Jannes van der Velde, 06 109 133 07, j.velde@awvn.nl

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden