Veel werkgevers kampen met oplopende bedrijfskosten. Dit wordt onder meer veroorzaakt door de hoge energieprijzen, de verslechterde economische voorspellingen en de onzekere bedrijfseconomische vooruitzichten. Kunt u in aanmerking komen voor de Regeling Werktijdverkorting (WTV) als u door de hoge energieprijzen de productie tijdelijk stil moet leggen?
Werkgevers kunnen niet zomaar eenzijdig de werktijd verkorten. Slechts onder bepaalde, zeer uitzonderlijke omstandigheden kan de werkgever een werktijdverkorting invoeren. Er is bijvoorbeeld sprake van bijzondere omstandigheden bij een onvoorziene ramp, zoals een brand, een overstroming of een epidemie.
De stijgende energieprijzen beschouwt de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid echter als normaal ondernemersrisico. Dit betekent dat er geen sprake is van een bijzondere omstandigheid op het moment dat de hoge energiekosten leiden tot verminderde bedrijvigheid, omdat dit onder het normale ondernemingsrisico valt. Werkgevers komen dus niet in aanmerking voor de Regeling Werktijdverkorting als zij door de hoge energieprijzen de productie tijdelijk stil moeten leggen.
Kortom, werktijdverkorting is enkel mogelijk in zeer uitzonderlijke omstandigheden; de hoge energiekosten vallen hier niet onder. Dit brengt met zich mee dat werknemers op grond van artikel 7:628 BW recht hebben op loondoorbetaling, waardoor zij dus geen recht hebben op een WW-uitkering.
Andere vragen over werkgeven bij oplopende bedrijfskosten? Neem contact met ons op via de AWVN-werkgeverslijn, tel. 070 850 8605.