Bij Goudappel, een adviesbureau voor mobiliteitsvraagstukken, kunnen medewerkers delen in de winst van het bedrijf. “We hebben een certificatenregeling waar bijna al onze medewerkers aan meedoen”, vertelt directeur-bestuurder Wim Korver. “Het voordeel van de regeling is dat we naast medewerkersbetrokkenheid er ook voor zorgen dat we als organisatie onafhankelijk blijven.”
Het bedrijf werd ik 1963 opgericht door verkeerskundige Henk Goudappel. “Hij heeft altijd de filosofie gehad dat de mens centraal staat in onze organisatie”, legt Korver uit. “Toen hij in de jaren zeventig bij het bedrijf vertrok vond hij dat alle medewerkers een deel van de organisatie moesten krijgen. Zo is bij ons de certificatenregeling ontstaan.”
Bij Goudappel kunnen medewerkers een half jaar nadat ze in dienst zijn een standaard aantal certificaten aankopen. Dit houdt in dat ze zelf geld inbrengen en daardoor voor een deel eigenaar worden van het eigen vermogen van de organisatie. Op twee momenten kunnen er extra certificaten worden aangekocht. Bij het krijgen van een vast contract en bij een vijfjarig dienstverband.
De regeling is gelijkvormig opgezet. Dit houdt in dat er niet te grote verschillen tussen medewerkers mogen bestaan. Daardoor kunnen medewerkers maximaal 4,9 procent van de certificaten bezitten. Bij Goudappel heeft ongeveer 95 procent van de 300 medewerkers certificaten in bezit. “Van de overige vijf procent zijn de meeste nog minder dan een half jaar in dienst. Dus zij kunnen pas later certificaten kopen. Een handvol collega’s doet uit principiële reden niet mee aan de regeling”, legt Korver uit. Naast de medewerkers zijn er geen andere aandeelhouders.
“De aandelen van onze organisatie worden beheerd door de Stichting Administratiekantoor Goudappel (STAK). Daar ziet het bestuur toe op de waarde en de verdeling van de certificaten”, vertelt Korver. Het bestuur bestaat uit een onafhankelijk voorzitter en vier gekozen medewerkers/aandeelhouders. STAK heeft binnen deze constructie alleen een beheerdersfunctie. “Ze zijn economisch eigenaar, maar hebben geen zeggenschap over de organisatie zelf. Daardoor hebben ze geen invloed op de dagelijkse bedrijfsvoering. Ook mogen zij de certificaten niet verkopen aan mensen buiten de organisatie.”
Hoe zit het dan met individuele werknemers? Volgens Korver komt het niet voor dat medewerkers met certificaten in de hand zijn kantoor binnenwandelen en veranderingen eisen. “Onze werknemers kunnen zich uitspreken tijdens aandeelhoudersvergaderingen. Dat is de plek waar we als organisatie gezamenlijk onze visie uitzetten. Het is aan de directie om die lijn te vertalen naar de dagelijkse gang van zaken.”
“Zoals eerder genoemd zijn we onafhankelijk”, vervolgt Korver. “Daarbij helpt het dat de regeling goed is afgebakend. Als een medewerkers uit dienst gaat moet hij of zij de certificaten verplicht terug verkopen aan de organisatie. Dat zorgt voor continuïteit omdat we geen rekening hoeven te houden met de belangen van een derde partij.”
Daarnaast maakt de regeling Goudappel een aantrekkelijk werkgever, vindt Korver. “Omdat ze mede-eigenaar zijn, voelen onze medewerkers zich verbonden met het bedrijf en zijn ze actief betrokken. Daarbij heeft het natuurlijk een positieve impact als je mee kunt delen in de winst van de organisatie. We hebben een stabiel rendement, gemiddeld zo’n 15 procent per jaar. Dat is naast loon een mooie stimulans.”
“Werkgevers die een certificatenregeling willen opzetten of aanpassen doen er goed aan om eerst gedegen advies in te winnen. In 2008 hebben wij onze regeling geactualiseerd. Daarbij hebben we hulp gehad van de Stichting Nederlands Participatie Instituut (SNPI), het expertisecentrum voor financiële medewerkersparticipatie in Nederland. Verder zou ik werkgevers vooral adviseren om met de volgende punten rekening te houden:
• zorg voor een gelijkmatige regeling, geef iedereen binnen de organisatie de mogelijkheid om mee te doen
• denk goed na over hoe u de onafhankelijkheid in stand houdt. Maak daarom duidelijk afspraken over hoe de certificaten in handen van medewerkers blijven. Zorg daarbij ook voor een gesloten structuur, zodat bijvoorbeeld een overname of inmenging door een externe partij niet mogelijk is
• als je als onderneming aan de slag gaat met financiële medewerkersparticipatie kan het handig zijn om fiscale afspraken te maken met de Belastingdienst. Besteed daar tijd en aandacht aan
• zorg voor een goede waardering van de certificaten en voor zo weinig mogelijk schommelingen in de waarde. Het is de bedoeling om een langjarig rendement te realiseren voor medewerkers. Het is geen constructie om snelle winst te pakken.′
Wilt u meer weten over financiële medewerkersparticipatie? Lees dan ook het interview met Pascale Nieuwland-Jansen, directeur van SNPI.