Dit is de samenvatting van de evaluatie van het cao-jaar 2021. De volledige versie ervan, met tal van voorbeelden van cao-afspraken over de verschillende onderwerpen, kunt u als PDF downloaden.
Als we het cao-jaar 2021 in één beeld zouden moeten samenvatten, dan zou dat een achtbaan zijn. De eerste maanden van 2021 zat Nederland in een harde lockdown vanwege de vele coronabesmettingen en krimpt de economie. In de tweede helft van 2021 groeide de economie snel, in de laatste drie maanden steeg de inflatie ongekend hard. Na maanden met weinig coronabesmettingen, stegen de aantallen in het najaar weer fors en in december kwam Nederland opnieuw in een lockdown terecht. Per saldo pakte de groei van de Nederlandse economie in 2021 een fractie hoger uit dan de krimp uit 2020.
In totaal zijn er 411 akkoorden afgesloten, en kregen 3,75 miljoen werknemers een nieuwe cao. Het gaat om veel meer akkoorden dan in het coronajaar 2020 (300 akkoorden), maar ook vergeleken met eerdere jaren is het aantal iets hoger dan gebruikelijk. Dat komt doordat normaal het aandeel ‘achterstallig onderhoud’ gemiddeld beperkt blijft tot zo’n 13%, in 2021 ging het om 23% van alle akkoorden om achterstallig onderhoud. Akkoorden die in 2020 expireerden en pas in 2021 tot stand kwamen, hebben een langere looptijd en een lagere loonstijging.
Proces: hardere onderhandelingen
Opvallend aan 2021 is de stabiliteit in overlegpartners. Vrijwel alle cao’s zijn afgesloten met dezelfde vakbonden als voorheen. Hoewel de arbeidsonrust (acties en stakingen) in het algemeen beperkt bleef, kregen enkele beeldbepalende werkgevers het zwaar te verduren. Aan de cao-tafel zagen we een verdere verharding gedurende het jaar. Er werden steeds minder principe-akkoorden afgesloten en steeds meer eindboden. Het belangrijkste struikelblok in de onderhandelingen was de loonparagraaf.
De gemiddelde cao-loonstijging in 2021-akkoorden bedroeg 1,93% op twaalfmaandsbasis. Achter dit gemiddelde bevindt zich ten eerste een sectorale differentiatie: in sectoren waar het goed gaat, stijgen de lonen harder. Daarbij zien we geen logische samenhang tussen sectorale cao-loonstijging en sectorale groeiraming voor 2021, wel tussen sectorale cao-loonstijging en sectorale groeicijfers uit 2020. Cao-partijen worstelden dus vooral met de erfenis en naweeën van de coronacrisis en blikten minder vooruit naar de nabije toekomst. Dat is goed verklaarbaar: terwijl de economie in 2020 kromp met 3,8%, stegen de lonen gewoon door (volgens het CBS met 2,9% op jaarbasis). Dit betekende in veel gevallen dat er minder ruimte is voor loonstijgingen in het jaar 2021.
Er was sprake van een stijgende trend in de gemiddelde cao-loonstijging per maand. Waar in het begin van dit jaar de gemiddelde cao-loonstijging op twaalfmaandsbasis nog rond de 1,8% lag, steeg die tot 2,5% aan het einde van 2021.
Aan de ene kant kwamen er 31 akkoorden voor 489.000 werknemers met een nullijn tot stand. Deze akkoorden zijn in de eerste zeven maanden van 2021 tot stand gekomen. Ondanks de looneis van 5% die de vakbonden op vrijwel elke cao-tafel legden, zijn de vakbonden in veel gevallen toch bereid geweest om een nullijn te hanteren waar dat echt noodzakelijk is. Bij één op de drie nullijnen werd expliciet compensatie afgesproken in de vorm van extra verlof of DI-investering of werkbehoud.
Aan de andere kant kwamen er eveneens 31 akkoorden tot stand (met iets minder werknemers: 346.000) met een loonstijging tussen de 3% en 4,4%.
Grafiek Maandelijkse gemiddelde ontwikkeling cao-lonen 2021 en voortschrijdend gemiddelde 2021
Er zijn aanwijzingen dat cao’s met beperkte loonruimte de loonparagraaf deels eenmalig (in plaats van structureel) hebben ingevuld. De gemiddelde cao-loonstijging van de 90 akkoorden met een eenmalige uitkering ligt 0,2 procentpunt lager. En er zijn aanwijzingen dat in enkele gevallen de beperkte loonruimte is vergroot met expliciete afspraken over meer flexibiliteit voor werkgevers.
Een laatste duidelijk patroon is vertraging. Hoe langer cao-partijen er over deden om een onderhandelingsresultaat te bereiken (berekend door de afsluitdatum te verminderen met de begindatum van de nieuwe cao), hoe lager de loonstijging en hoe minder afspraken er over kwalitatieve onderwerpen gemaakt werden.
Kwalitatieve onderwerpen
In twee op de drie cao-akkoorden zijn afspraken gemaakt over het investeren in medewerkers. Cao-akkoorden met veel interessante kwalitatieve afspraken zijn onder andere ING Bank, Rabobank, Randstad, Volksbank en VGZ. Well being, verbinding en ontwikkeling zijn onderwerpen die veelvuldig voorkomen in deze akkoorden.
In toenemende mate werden er afspraken gemaakt over hybride werken en aanvullend geboorteverlof. In meer dan de helft van de cao-akkoorden kwamen afspraken te staan over zaken zoals de thuiswerkvergoeding, een budget voor de thuiswerkplek en werkafspraken over bijvoorbeeld bereikbaarheid. Met betrekking tot het geboorteverlof, sturen cao-partijen aan op de loondoorbetaling aanvullen boven de wettelijke vergoeding van 70%. Dit geeft aan dat werkgevers aandacht hebben voor de werk-privébalans van hun medewerkers.
Ook hadden cao-partijen aandacht voor de duurzame inzetbaarheid van hun medewerkers. Dat blijkt wel uit het brede scala aan soorten afspraken op dit vlak – van opleidingsbudgetten tot loopbaanscans. Opleidingsbudgetten zijn belangrijk voor medewerkers om zich te kunnen ontwikkelen. Maar soms is het lastig voor medewerkers om inzicht te hebben in wat er nodig is. Een loopbaanscan is als het ware een APK-keuring voor de eigen inzetbaarheid. Zo lanceert APG een platform om medewerkers inzicht te geven in hun competenties en vaardigheden.
Tabel Overzicht inhoudelijke afspraken in 2021, vergeleken met 2020 (steeds grijze staven)
AWVN-leden doen het beter
AWVN-leden scoren duidelijk hoger op goed werkgeverschap dan niet-leden. In 2021 kenden AWVN-leden een hogere cao-loonstijging en maakten AWVN-leden duidelijk meer kwalitatieve afspraken dan niet-leden. AWVN-leden waren in 2021 goed voor drie van de vier afgesloten cao-akkoorden.