16 maart 2021

Veilig en versneld open met verantwoord testbeleid

De werkgroep coronatestbewijzen van de Denktank Coronacrisis van de SER heeft een advies uitgebracht met aanbevelingen voor de praktische uitvoerbaarheid van de inzet van negatieve coronatestbewijzen. AWVN-directeuren Raymond Puts en Judith van der Hulst maakten deel uit van de werkgroep. Het advies is op 8 maart 2021 aan het kabinet aangeboden.

Het doel van testbewijzen is om delen van de samenleving op verantwoorde wijze sneller open te stellen en de verspreiding van het coronavirus te beheersen. Een van de fundamentele uitgangspunten van het advies is dat de inzet van testbewijzen is bedoeld voor een tijdelijke situatie. Hiervan kan en moet worden afgestapt op het moment dat dit op basis van de epidemiologische situatie veilig en verantwoord kan.

Het verplichte testbewijs wordt in de visie van de werkgroep alleen in een specifieke situatie ingezet om beperkende maatregelen voor bepaalde voorzieningen of activiteiten te versoepelen of sneller los te laten. Het testbewijs moet niet worden ingezet als een extra beperkende maatregel.

Het advies beperkt zich tot de eventuele verplichtstelling van testbewijzen voor bezoekers van voorzieningen in verschillende settings. In de Stichting van de Arbeid spreken sociale partners over coronatesten voor werkenden. Om die reden zijn testbewijzen voor werkenden niet in het advies betrokken.

Op 8 maart 2021 is ook het concept wetsvoorstel voor de Tijdelijke wet testbewijzen covid-19 voor internetconsultatie gepubliceerd. Het wetsvoorstel expliciteert de grondslag om bij ministeriƫle regeling testbewijzen te kunnen verplichten voor toegang tot sport- en jeugdactiviteiten, culturele instellingen, evenementen, restaurants en overige horeca, een en ander met inbegrip van doorstroomlocaties. Daarnaast kan het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en het hoger onderwijs (ho) bij algemene maatregel van bestuur worden aangewezen. Op andere terreinen kan het testbewijs niet van overheidswege worden voorgeschreven.

Het wetsvoorstel komt grotendeels overeen met het advies van de werkgroep. Het wetsvoorstel wijkt af als het gaat om de vraag wie voor de kosten van het testen moet opdraaien. Volgens het wetsvoorstel worden de kosten van de testcapaciteit op basis van het profijtbeginsel deels toegerekend aan de (deel)sectoren waar testbewijzen worden ingezet. Uitgangspunt van het werkgroepadvies is dat de kosten van testen volledig bij de overheid horen te blijven, zonder doorberekening naar burgers of bedrijven.

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden