Op 15 februari kondigde de overheid aan de meeste coronamaatregelen in drie stappen af te bouwen. Werkgevers zijn opgelucht dat hun deuren weer open mogen voor hun medewerkers om (deels) op locatie te komen werken na twee jaar grotendeels thuiswerken. Wel zijn zij terughoudend met het loslaten van de maatregelen op de werkvloer. Werkgevers maken zich zorgen over het nog steeds hoge aantal besmettingen en het daarmee samenhangende ziekteverzuim. Zij willen blijven voldoen aan hun zorgplicht voor een veilige werkomgeving, maar weten niet precies hoe zij dit het beste kunnen doen.
Werken op locatie belangrijk
Werkgevers geven aan dat zij het belangrijk vinden dat hun medewerkers (deels) op locatie werken. Werk is namelijk een belangrijke ontmoetingsplaats voor collega’s. Dit zorgt voor sociale verbinding tussen collega’s en de cultuur van de organisatie wordt doorgegeven. Ook is het werken op locatie belangrijk voor de samenwerking tussen collega’s en het inwerken van nieuwe medewerkers; via een scherm gaat dit een stuk lastiger.
Bovendien maken werkgevers zich zorgen om de mentale gezondheid van medewerkers die langdurig hebben thuisgewerkt. Dit is voor veel medewerkers zwaar geweest, bijvoorbeeld vanwege een gebrek aan sociale contacten, de zorg voor kinderen of beperkte ruimte om thuis een werkplek in te richten.
Werkgevers zijn nog terughoudend en voorzichtig met het loslaten van de coronamaatregelen op de werkvloer. Zij maken zich zorgen om de gezondheid van hun medewerkers, omdat zij een uitbraak van het coronavirus willen voorkomen onder hun personeel en zich nog hoger ziekteverzuim niet kunnen permitteren.
Een meerderheid van de werkgevers blijft daarom voorzorgsmaatregelen adviseren of zelfs verplichten. Thuisblijven bij klachten is de belangrijkste maatregel en is bij een ruime meerderheid van organisaties verplicht. Verder doen werkgevers er alles aan om besmettingen op het werk zoveel mogelijk te voorkomen door het blijven adviseren van hygiënemaatregelen, ventileren en inzetten van extra schoonmaak. Zij doen ook een beroep op hun medewerkers om zelftesten te gebruiken voor zij naar het werk komen en om nog steeds 1,5 meter afstand te houden van elkaar.
Na twee jaar grotendeels thuiswerken, zijn organisaties en werknemers gewend aan (deels) thuiswerken. Hybride werken is populair voor functies waarbij thuiswerken mogelijk is. AWVN merkt op dat in sectoren waar traditioneel gezien de standaard werken op locatie was voor kantoorfuncties zoals in de industrie, nu ook hybride werken wordt toegepast. Dit geeft aan dat er een verschuiving heeft plaatsgevonden in de manier waarop organisaties kijken naar (deels) thuiswerken.
AWVN steunt het kabinet in haar voornemen om het thuiswerkadvies volledig te laten vallen en roept het kabinet op hier niet langer mee te wachten. Het huidige gedeeltelijke thuiswerkadvies schept verwarring over wat nu wel en niet in lijn is met het advies, contrasteert met de rest van de samenleving waarin nauwelijks maatregelen meer gelden, en maakt werkgevers en werknemers nog erg voorzichtig, terwijl de noodzaak om op locatie te kunnen werken steeds groter wordt.
Aangezien hybride werken in de meeste organisaties omarmd wordt, kunnen werkgevers en werknemers deze verantwoordelijkheid ook dragen. De verwachting is immers dat werknemers niet volledig op locatie zullen gaan werken, maar juist hun tijd over de werkplekken zullen verdelen.
Werkgevers worstelen met de vraag wanneer zij voldoen aan hun zorgplicht voor een veilige en gezonde werkomgeving. De overheid heeft de verplichte maatregelen bijna allemaal laten vervallen, maar adviseert deze nog wel. Dit creëert onduidelijkheid, want waarom zou iemand op kantoor nog afstand houden als dat niet meer hoeft in de supermarkt? Tegelijkertijd lijkt volledig teruggaan naar de situatie vóór corona, waarin ook basismaatregelen niet golden op de werkvloer, nog onverantwoord. Deze vraag naar wat een werkgever te doen staat om aan de zorgplicht te voldoen, wordt alleen maar urgenter naar mate het volledig vervallen van het thuiswerkadvies dichterbij komt. Daarom is het belangrijk dat organisaties duidelijke handreikingen krijgen hoe zij op een veilige manier hun personeel kunnen verwelkomen. Het zou goed zijn als sociale partners en de overheid daarin samen optrekken.