Ploegendiensten, werktijden en de lessen van de coronacrisis – over alternatieve roosters, roostertoeslagen, het ontbreken van noodscenario’s in de cao, en de (brede) inzetbaarheid van medewerkers.
Op dit moment zijn bedrijven en burgers nog volop bezig de uitbraak en gevolgen van het covid-19-virus in te dammen en de anderhalve-metersamenleving in werk en privé vorm te geven. Maar het is nu ook het moment om te bezien welke organisatorische vraagstukken zich in deze periode hebben aangediend bij de inzet van werknemers in roosters. Toen duidelijk werd dat de kans op een hoger percentage uitval realistisch was, is in veel bedrijven waar volcontinu wordt gewerkt de vraag gesteld of men met 12-uursdiensten een eventueel tekort zou kunnen opvangen. Door gebruik te maken van 12-uursdiensten kan een vijfploegendienst omgezet worden in een vierploegendienst. In een ander voorbeeld bleek de klantvraag dusdanig af te nemen dat het volcontinurooster tijdelijk kon worden omgezet naar een drieploegendienst en 12-uursdiensten konden worden vermeden. Niet ieder bedrijf heeft de mogelijkheid om bij een afnemende klantvraag de bedrijfstijd terug te brengen. Het wekelijks stopzetten van sommige (chemische) processen is geen vanzelfsprekendheid. Weer een ander bedrijf maakte plannen om het 7 x 24 uur-rooster minimaal te bemannen en zo een deel van de medewerkers thuis op de (reserve)bank in quarantaine beschikbaar te houden voor het geval het verzuim zou toenemen.
De tekst van dit bericht kunt u als pdf downloaden,
onderaan deze pagina
Naast vragen over alternatieve roosters, liepen bedrijven tegen het vraagstuk van de roostertoeslag aan. Al snel bleek dat bij een vierploegendienst met een gemiddelde werkweek van 42 uur (i.p.v. de 33,6 uur in de vijfploegendienst) de toeslag met meer dan een derde kon oplopen.
Ook de brede inzetbaarheid van medewerkers bleek een aandachtspunt. Kwantiteit en kwaliteit blijken twee kanten van dezelfde medaille te zijn en verzuim houdt daar geen rekening mee. Door onvoldoende scholing/ontwikkeling bleek de kans op kwalitatieve onderbezetting opeens groter dan normaal.
De cao blijkt niet te voorzien in het gebruik van noodscenario’s. Afspraken over werktijden en toeslagen blijken te vaak te zijn afgestemd op ‘normale omstandigheden’. Het is om meerdere redenen te hopen dat we voorlopig te maken zullen krijgen met ‘normale omstandigheden’, maar garanties hiervoor kan niemand geven. Om die reden is het goed om stil te staan bij maatregelen om in de toekomst snel te kunnen schakelen als zich daartoe een situatie aandient.