Werknemers moeten langer doorwerken, organisaties moeten wendbaar zijn om te overleven in onze snel veranderende wereld en iedereen heeft belang bij werkplezier en een laag ziekteverzuim. Duurzame inzetbaarheid is daarom al jaren het belangrijkste HR-vraagstuk. Eigen regie is hierbij cruciaal.
Annet de Lange (foto) is bijzonder hoogleraar Succesvol ouder worden op het werk bij de afdeling arbeids- en organisatiepsychologie aan de Open Universiteit en lector HRM aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Haar onderzoek richt zich op succesvol ouder worden op het werk, HRM en duurzame inzetbaarheid. “Als steeds meer mensen de honderd halen, is het raar om ze op hun vijftigste al af te schrijven als werkende.”
=TEKST LOOPT DOOR ONDER BLOK=
Drie bouwstenen voor eigen regie
Bouwsteen één: zelfreflectie
Volgens De Lange bestaat eigen regie uit drie psychologische bouwstenen. De eerste bouwsteen is zelfreflectief vermogen. “Dat houdt in dat iemand bewust nadenkt over de vraag: waar sta ik nu qua loopbaan, gezondheid, zingeving, kennis en kunde en waar wil ik naartoe? Hoe wil ik vitaal, gemotiveerd en capabel kunnen doorwerken? Vervolgens moet je dit ideaalbeeld vertalen in doelen en plannen.”Bouwsteen twee: veerkracht
Veerkracht is de tweede bouwsteen. Dat betekent dat mensen in staat zijn hun plannen gedurende de tijd bij te stellen. “Stel dat je je voorneemt de komende periode een nieuw onderdeel van je vak te leren, je weet welke hulpbronnen je kunt inschakelen binnen en buiten het werk en je reserveert hier wekelijks tijd voor. Maar eenmaal onderweg gaat het lang niet altijd zoals we van tevoren hadden bedacht. De arbeidsmarkt verandert voortdurend, net als werk, privé en samenleving. Covid-19: need I say more? Het is dus zaak dat je kunt inspelen op de onverwachte wendingen van het leven.”
Hoe vitaler en gezonder mensen zijn, hoe meer fysieke en mentale veerkracht ze hebben. “Gezonde leefgewoontes helpen, zoals voldoende bewegen, gezond eten, niet roken, matige alcoholconsumptie, voldoende slaap- en hersteltijd, niet te veel stress en voldoende cognitieve uitdaging.”Bouwsteen drie: geloof in eigen kunnen
De laatste bouwsteen is zelfeffectiviteit ofwel het vermogen om een plan om te zetten in concrete actie. Dit begint met geloof in eigen kunnen. “Iedereen wordt met dit geloof geboren, maar door succes- of faalervaringen wordt dit naarmate je ouder wordt meer of juist minder. Dit verklaart waarom de ene mens heel succesvol een loopbaanplan kan uitvoeren en de ander niet.”
Wat kunnen werkgevers met deze bouwstenen?
′Soms hoor ik werkgevers zeggen: ik geef mijn medewerkers autonomie, zodat ze zelf de regie kunnen nemen over hun duurzame inzetbaarheid. Maar dan gaan zij voorbij aan de drie psychologische bouwstenen van eigen regie, want ze wéten helemaal niet of hun mensen dat wel kunnen.
Om het proces van eigen regie te snappen, moeten werkgevers een psychologische bril opzetten. De eerste stap is het meten van de eigen regie. De eigen-regie-index in die app is gebaseerd op de drie bouwstenen en geeft een score: hoog, gemiddeld of laag. Daaruit blijkt dus hoe het is gesteld met de eigen regie in psychologisch opzicht. Pas als je dat weet, kun je richting geven.′
En dan?
′Medewerkers ruimte en tijd geven. Om bewust na te denken, om te leren en te ontwikkelen, zowel formeel als informeel. Bied mensen coaching aan op het gebied van zelfmanagement, zelfeffectiviteit of gezondheid en leefstijl. Geef hun de kans werkgerelateerde opleidingen te volgen. Investeer in het benutten van talenten: laat medewerkers eens kijken in de keuken van een ander bedrijf of naast hun eigen werk andere taken doen. Als je het werk vormgeeft op basis van interesses en talenten, dan krijgen mensen meer geloof in eigen kunnen – bouwsteen drie.
Werkenden die tijdelijk uit balans zijn door gebeurtenissen op het werk of in hun privéleven, moet je ruggensteun geven. Denk aan taakverlichting of extra verlof en regelmogelijkheden. Door mensen even te ontzien, geef je hun de kracht om later weer zelf de regie nemen.’
Heeft u concrete tips voor leidinggevenden?
′Zij moeten in ieder geval het goede voorbeeld geven in communicatie, gedrag en acties. Belangrijk is dat ze zich blijvend verdiepen in eigen regie, een vertrouwensband creëren met medewerkers en met grote regelmaat met hen praten over hun loopbaan en duurzame inzetbaarheid. Ze moeten ook snappen dat eigen regie met vallen en opstaan gaat. Het vergt continue aandacht: eigen regie en de gedragsverandering die daarmee gepaard gaat, zijn niet in één workshop geregeld.’
Al met al klinkt het als een behoorlijke opgave voor werkgevers.
′Niet alleen voor werkgevers, hè: eigen regie moet ook vanuit de werkenden zelf komen. Het is een wisselwerking tussen werkgever en werknemer.’
Wat levert het op?
′Werkgevers zijn bezig met goed werkgeverschap. Door hun inspanningen gaan medewerkers zelfstandiger de toekomst tegemoet. Daarnaast hangt meer zelfeffectiviteit samen met een hoger werkvermogen: betere prestaties, meer kansen op de arbeidsmarkt, minder ziekteverzuim en een hogere levensverwachting. Dus door de eigen regie te versterken, werk je niet alleen aan iemands loopbaan, maar kun je ook zijn of haar leven verlengen. Werkenden op hun beurt zorgen dat ze vitaal, gemotiveerd en tevreden zijn, zodat ze ook langer kúnnen doorwerken. Niemand wil voor zijn vijfenzestigste omvallen.’
Is eigen regie voor iedereen weggelegd?
′De een heeft de drie bouwstenen van nature meer in zich dan de ander. Ook cultuur en de normen en waarden die je van huis uit hebt meegekregen, spelen hierbij een rol. Maar een minder goede uitgangspositie qua aanleg, persoonlijkheid en achtergrond betekent niet dat mensen de moed moeten opgeven. Want uit onderzoek weten we dat je de eigen regie positief kunt beïnvloeden. Door er bewust naar te kijken, kennis te verwerven over loopbaan(begeleiding) en daarbij ook hulp en coaching te durven inschakelen.′
Hoe zit het eigenlijk met u? Bent u de personificatie van eigen regie?
′Twee jaar geleden heb ik de eigen regie-meting van Tiptrack gedaan en eerlijk gezegd scoorde ik vrij hoog op het onderdeel ‘eigen regie in relatie tot loopbaan’. Daarbij heb ik dus geen hulp nodig. Maar op ‘eigen regie in relatie tot vitaliteit’ scoorde ik lager. Daarom ben ik bewust daaraan gaan werken. Zo vond ik voeding voorheen niet zo interessant. Niet wat ik at en niet wanneer ik at: ik lunchte bijvoorbeeld gedachteloos achter de computer.
Tegenwoordig denk ik bewust na over eten en zie ik hoe goede keuzes je kunnen versterken. Ofwel: voeden in plaats van vullen. Ik zie voeding ook niet langer als beloning (‘Ik heb zo hard gewerkt, ik heb wel een lekkere snack verdiend.’). Yoga, mindfulness en wandelen met mijn hond zijn mijn nieuwe beloningen geworden. Overigens kan ik iedereen aanraden om stap voor stap te werk te gaan en de gedragsverandering te concentreren op één domein. Anders is het te veel tegelijk en wordt de kans van slagen kleiner.’