Aan dergelijke initiatieven lagen natuurlijk niet alleen idealistische overwegingen als ‘verheffing van de arbeidersklasse’ ten grondslag, zeker ook economische: een goed gehuisveste werknemer levert beter werk, zal vaker bereid zijn een tandje bij te zetten, woont in een fabrieksdorp lekker dichtbij en verliest dus geen tijd aan dagelijkse verplaatsingen, en er is sprake van sociale controle.
Nederland telt enkele tientallen van zulke fabrieksdorpen, zoveel dat het mogelijk is om selecties te maken. Zoals deze: tien fabrieksdorpen in Nederland, gesticht door een werkgever en vernoemd naar het bedrijf, de directie of een familielid* – werkgevers die dus, direct of indirect, voortleven in de topografie.
Agodorp Gemeente Ter Apel, Groningen. Opgeleverd in 1912. Vernoemd naar n.v. AGO (Aardappelen, Groenten en Ooft), een bedrijf dat aardappelen, groenten en ‘ooft’ (fruit) droogde en conserveerde. Het stapte later over op het drogen, veredelen en verwerken van hout, o.a. ten behoeve van instrumenten en gereedschap voor de textielindustrie. Toeristische tip van Er gaat niet boven Groningen voor architectuurliefhebbers. De 45 arbeiderswoningen en drie directeursvilla’s in Agodorp, dat zuidwestelijk van Ter Apel ligt, verkeren nog in oorspronkelijke staat. |
||
Heveadorp Gemeente Renkum, Gelderland. Bouwperiode: 1916-1921. Vernoemd naar rubberfabriek Hevea – de Latijnse naam voor de rubberboom (Hevea brasiliensis). Hevea maakte rubberen producten, zoals banden en laarzen. Eigenaar was ondernemer Dirk Frans Wilhelmi (1877-1936), die in 1916 de fabriek met arbeiders en al vanuit Hoogezand verplaatste naar het glooiende landschap aan de Rijn bij Arnhem. Voor de arbeiders liet hij, a raison van 5.000 gulden per stuk, 120 woningen bouwen in de Engelse cottagestijl (dus ook met rieten dak) en voor het hogere personeel nog eens 23 wat luxere. |
||
Gerodorp Gemeente Zeist, Utrecht. Gebouwd rond 1912. Vernoemd naar Eerste Nederlandsche Fabriek van Nieuw Zilverwerken v/h M.J. Gerritsen & Co – beter bekend als Gero, producent van bestek (’tafelcouverts’) en verwante artikelen. Het bedrijf werd in 1986 overgenomen door de Koninklijke Van Kempen & Begeer, sinds 2008 onderdeel van de Royal Delft Group. Als merknaam bestaat Gero nog steeds. |
||
Agnetapark Gemeente Delft, Zuid-Holland. Voltooid in 1884. Vernoemd naar Agneta Matthes, echtgenoot van Jacques van Marken (1845-1906), directeur van de Koninklijke Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek in Delft. |
||
Budel-Dorplein Gemeente Cranendonck, Noord-Brabant. Start bouw in 1892. Vernoemd naar de broers Lucien en Emile Dor, directeuren van de Societé Anonyme des Zincs de la Campine (N.V. Kempensche Zink Maatschappij). Deze twee Walen besloten om, vanwege de stank zo ver mogelijk van de bewoonde wereld, op de woeste Brabantse gronden een zinkfabriek te bouwen. En, vanwege de geïsoleerde ligging, ook maar meteen een dorp om werknemers te huisvesten. Tot 1963 versperde een slagboom de toegang tot het dorp. Het plein met de witte directeursvilla en de kantine, vormt het centrum en deelt het dorp in tweeën. |
||
Batadorp Gemeente Best, Noord-Brabant. 1935. Vernoemd naar de schoenenfabriek van de familie Bata. Bata bouwde in tien landen complete dorpen voor het personeel, waaronder Nederland. Er zijn ook ‘Batadorpen’ in Tsjechië, Slowakije, Kroatië, Frankrijk, Canada, Engeland, Pakistan en India. |
||
Philipsdorp Gemeente Eindhoven, Noord-Brabant. Gebouwd: 1910-1923. Philipsdorp kwam in fases tot stand, de bouw begon in 1910. Niet alleen het dorp dat de toenmalige gloeilampenfabriek voor de arbeiders bouwde, is vernoemd naar de familie Philips, ook veel straatnamen verwijzen naar (dames uit) de Philipsfamilie, zoals Anna, Johanna, Henriëtte en Huberta. |
||
Helenaveen Gemeente Deurne, Noord-Brabant. Vanaf 1853. Vernoemd naar Helena Panis. Dat was de vrouw van ondernemer Jan van de Griendt (1804-1884, een van de oprichters van de Maatschappij tot ontginning en vervening van de Peel), die het dorp in 1853 in de Peel bouwde voor de turfstekers. Neerlandicus Riemer Reinsma, gespecialiseerd in de etymologie van plaatsnamen, schrijft hierover in Namen op de kaart: ‘Gebouwd is een groot woord, want Helenaveen bood een bedroevende aanblik, ook naar toenmalige maatstaven. Het gehucht bestond uit houten keten die met leem waren besmeerd en van abominabele kwaliteit waren’. |
||
Griendtsveen Gemeente Horst aan de Maas, Limburg. Vanaf 1899. Negen kilometer ten noorden van Helenaveen, net over de grens met Limburg, ligt Griendtsveen – vernoemd naar de ondernemersfamilie Van de Griendt. Griendtsveen dateert van 1899 en werd door twee kinderen van Jan van de Griendt, Jozef en Eduard, gesticht. Die waren – naar verluidt uit onvrede over de gang van zaken in Helenaveen nadat vader Jan was overleden – voor zichzelf waren begonnen met Griendtsveen Turfstrooisel Maatschappij. |
||
Lauradorp Gemeente Landgraaf, Limburg. Bouwperiode: 1925-1956. Oorspronkelijk vernoemd naar Laura Wackers-Schümmer, echtgenote van Anton Wackers, die in 1876 samen met z’n zwager Gustav Schümmer een concessie verwierf om steenkool te ontginnen. Daar kwamen ze zelf niet aan toe, maar wel de in 1899 opgerichte N.V. Laura & Vereeniging die de concessie had overgenomen. Die zouden de steenkoolmijnen Laura en Julia in Eygelshoven gaan exploiteren. |
*Naar Riemer Reinsma, Namen op de kaart: oorsprong van geografische namen in Nederland en Vlaanderen, uitgeverij Atlas, 2009
Meer over fabrieksdorpen
Heveadorp, Philipsdorp, Elinkwijk, Tuindorp Onnen, Batadorp, Heijplaat, Lauradorp, Dorplein, ’t Lansink, Griendtsveen, Suikerbuurt, Agnetapark…. Het bouwen van woningen voor het personeel maakte, vooral in de eerste decennia van de vorige eeuw, deel uit van tot het sociale beleid van werkgevers. Zo ontstonden zogeheten fabrieksdorpen.
• Download het artikel over fabrieksdorpen, verschenen in Werkgeven 2019/zomer