Het minimumuurloon flink omhoog? Een coalition of the willing – een verbond van voorlopers die in hun eigen cao de in het rapport-Borstlap gesignaleerde arbeidsmarktproblematiek aanpakken? Of toch beter een 30-urige werkweek? Op 4 februari wisselden de leden van het AWVN-inspiratienetwerk van gedachten met vakbondsleiders Piet Fortuin (CNV) en Zakaria Boufangacha (FNV) in het BOVAG-huis in Bunnik, onder leiding van AWVN-beleidsadviseur Anne Megens. Over het recent verschenen rapport van de commissie Borstlap, en over enkele andere polderactualiteiten. Een impressie aan de hand van enkele citaten.
“Menigeen is achterdochtig. Wordt mij misschien nu een kunstje geflikt, proberen ze me weg te rommelen?“
Over het rapport-Borstlap
Fortuin ‘Een degelijke analyse die duidelijk maakt dat we de arbeidsmarkt niet erg goed op orde hebben. Zo zou ik het eindrapport van de commissie-Borstlap typeren, en ik ben er daarom enthousiast over. Het zou regelrechte winst zijn als we de analyse delen, als polder omarmen. Dat zou een flinke stap voorwaarts zijn.’
Boufangacha ‘In wat voor land willen we met elkaar leven, wonen, samenwerken – daar gaat het rapport over. Over de kwaliteit van werk, de behoeften van mensen en organisaties, over hoe die tot zich tot elkaar verhouden Dat is precies waar we het over moeten hebben. Ik ben blij dat in het rapport eens niet geredeneerd wordt vanuit het verdienvermogen of de concurrentiepositie van Nederland. Door die voortdurende focus daarop, zijn we vergeten aandacht te besteden aan de waarde en het belang van werk.’
Over recente vakbondsvoorstellen
• De 30-urige werkweek
Fortuin ‘De 30-urige werkweek hebben we vooral als prikkelend perspectief onder de aandacht willen brengen. We presenteerden het zeker niet als een warme deken waar iedereen zich maar onder zou moeten passen. Hebben we enorm veel reacties op gehad. En hoe jonger, des te enthousiaster. Er komt een nieuwe generatie aan, die meer wil dan als een hamstertje in een productiviteitsrad rondjes rennen. Die zoekt naar een andere balans. Die wil ook ruimte voor zorgtaken, zelfontplooiing, ontwikkeling, om een tijdje de wereld in te trekken. Het welzijnsaspect wint sterk aan belang. De 30-urige werkweek kan daaraan bijdragen.’• Verhoging van het minimum(uur)loon
Boufangacha ‘Het huidige minimumloon, in menig sector norm, is veel te laag om van rond te kunnen komen. Mensen die dat verdienen moeten elke maand de eindjes aan elkaar knopen, worden afhankelijk van toeslagen.’
‘In Europees verband is het minimumuurloon vastgesteld op 60 procent van het mediaan equivalent inkomen. Kom je in Nederland op zo’n 16 euro uit. Voor Prinsjesdag hebben we gepeild hoe ons voorstel om het minimumuurloon naar 14 euro op te trekken, was gevallen. Daar bleek veel steun voor. Zelfs een meerderheid van de VVD-achterban toonde zich voorstander: 58 procent. Mensen schrikken nogal eens als ze horen wat het minimumuurloon in Nederland is. De gemiddelde schatting is 12 euro, in werkelijkheid zit het rond de 10 euro.’Fortuin ‘Gemiddeld genomen is Nederland qua arbeid juist vrij duur, zei iemand in de zaal. Zeker, dat kan zo zijn. Maar gemiddeld genomen heeft iedere Nederlander ook een koe, maar ik ken maar weinig mensen die er echt een hebben. Da’s het nadeel van gemiddelden. Ik vind arbeid aan de onderkant in Nederland ook te goedkoop. Niet voor niets staan veel van die schoenendozen in Brabant of Limburg, net over de grens – aan onze kant. Heeft echt alles te maken met de prijs van arbeid op het lagere niveau. Slecht trouwens ook voor de innovatiekracht. Want als de handjes goedkoop zijn, waarom zou je dan in innovatie verdiepen?’
Boufangacha ‘Dat is dus een extra argument voor onze algemene looneis van vijf procent erbij. Je vroeg eerder wat ik belangrijker vind: een minimumuurtarief voor zzp’ers of het minimumloon omhoog. Het antwoord is: dat laatste. Een échte zzp’er is bewust een ondernemer, heeft het tarief dat hij in rekening wil brengen zelf in de hand. Zeker: wellicht krijgt hij niet altijd wat ’m voor ogen stond, maar dat behoort nu eenmaal bij de risico’s van het ondernemerschap. Ik zeg niet tegen een minimumtarief voor zzp’ers te zijn, maar wel tegen schijnzelfstandigheid. Dat moeten we aanpakken, en daarop moeten we handhaven.’
Fortuin ‘Als we kijken naar wat er nu allemaal op de arbeidsmarkt gebeurt: wat vinden we dan nog wel en niet meer acceptabel? Waar kunnen we elkaar vinden, waar niet? Daarover moeten we, op basis van Borstlap, met elkaar het gesprek aangaan. Blijft dat achterwege, dan gaan we waarschijnlijk met z’n allen weer wat prutsen met snelle oplossingen. Uitruiltje hier, uitruiltje daar – marginaal gerommel.’
Boufangacha ‘We moeten nu niet verzanden op het niveau van instrumenten. Het debat moet veel fundamenteler zijn. Je kunt je voorstellen dat wij als vakbeweging enthousiast zijn dat ook Borstlap stelt dat de flexibilisering is doorgeslagen. Maar het is me te makkelijk om zo’n puntje dat je bevalt er uit te halen, om vervolgens te beweren dat als we dat nu even aanpakken, we zo weer boven Jan zijn.
Er komt veel meer bij kijken om de arbeidsmarkt goed te laten functioneren, zeker ook omdat zich allerlei ingrijpende transities aandienen en voltrekken. Er is een samenhangend pakket aan maatregelen nodig – ook dat maakt het rapport duidelijk.’
Over Borstlap in relatie tot de cao-onderhandelingen
Boufangacha ‘Waar word je treurig van als je aan het rapport-Borstlap denkt?, was zo even de vraag. Nou, dat we er in de polder blijkbaar niet goed zijn uit gekomen en de politiek evenmin. Dat vervolgens een onafhankelijke commissie op zoek moet naar een betere balans op de arbeidsmarkt – dat stemt me wat droef.’
‘Neemt niet weg dat we zelf al de nodige initiatieven kunnen ontplooien om de arbeidsmarktuitdagingen het hoofd te bieden. Dat we, dat zijn wijzelf – vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers, zoals we elkaar vandaag hier treffen en morgen weer aan de onderhandelingstafels. Misschien moet er een soort coalition of the willing ontstaan die de weg wijst. Ook de politiek.’
Fortuin ‘Misschien de Borstlapproblematiek eens bij de kop pakken aan de cao-onderhandelingstafels? Ons afvragen, voor we met de besprekingen beginnen: Waar wil het bedrijf naar toe? Wat is daarvoor nodig, wat hebben de werknemers nodig, hoe organiseren we het werk op een voor beide partijen acceptabele en fatsoenlijke manier Een eigen bedrijf of sector, eigen cao – dat biedt kansen. Alle ruimte voor eigen initiatieven – in plaats van afwachten wat de politiek zal gaan doen.’
‘Ik denk ook dat we eens eerder moeten anticiperen. Voorbeeld. Het is duidelijk dat elektrische auto’s de toekomst hebben. Of ze rijden straks op waterstof – mij ook goed. Waar het om gaat is dat over tien, twintig jaar er geen of nog nauwelijks benzine- of dieselwagens meer rondrijden; die vloot is straks verdwenen. In de autobranche werken nu zo’n 80.000 mensen, een groot deel ervan is daarin in 2030, 2040 niet meer werkzaam – in elk geval niet in z’n huidige functie. Er is dus bij- en omscholing nodig, er zal behoefte zijn aan naar buiten toe-scholing. De transitie en de gevolgen ervan op afzienbare termijn zijn dus actueel voor de sector – moeten derhalve een prominente plek hebben op de cao-agenda. Het alternatief is dat we nog een paar jaartjes wachten om vervolgens te constateren dat traditionele garages en showrooms sluiten, en dat het op een sociaal plan uit draait.’
Waarom duurt het allemaal zolang?
Fortuin ‘Het is ook een kwestie van mind set. Van ingeslepen gewoontes, de cultuur doorbreken. Er is tijd voor nodig om een omslag te maken, die is niet van de ene op de andere dag gerealiseerd. Terug naar het eindrapport van Borstlap. Het kost tijd voordat de awareness er echt is dat de arbeidsmarkt verandert, dat je eigen werk verandert, de inhoud ervan, je taken… En dat dit met zich meebrengt dat in jezelf moet investeren om mee te kunnen blijven doen.
‘Maar laten we niet pessimistisch doen, want kijk nu toch eens waar we al staan op het gebied van duurzame inzetbaarheid vergeleken met – pak ’m beet – vijf jaar geleden. Een leven lang leren, jezelf blijven ontwikkelen, leerrekeningen, eigenaarschap: termen waar niemand meer van opkijkt. Er is begrip, de weerstand neemt af. Er zijn flink wat meters gemaakt de laatste jaren.’
“Mensen schatten het minimumuurloon hoger in. Ze schrikken zich een hoedje als ze horen wat het in werkelijkheid is.”
Boufangacha ‘Werknemers met een goeie uitgangspositie, wachten meestal helemaal niet af. Die hebben gezien: Dit zit eraan te komen, ik ga eens elders rondkijken. Ze treffen zelf tijdig maatregelen. Betekent dat, bij bedrijf of branche, een relatief groot deel kwetsbare werknemers achterblijven. Om die op het gebied van duurzame inzetbaarheid te bereiken, is meer inspanning nodig. Meer maatwerk. Verplaats je zelf eens in iemand die twintig, vijfentwintig jaar op de administratie heeft gewerkt zonder zich ooit over toekomstperspectieven te hebben moeten bekommeren. Moet je je ineens druk gaan maken over heel ander werk. Ga er maar aan staan.’
Fortuin ‘Ik hamer er voortdurend op: vertrouwen. Is zo belangrijk. Menig werknemer vraagt zich af: Wordt mij misschien nu een kunstje geflikt, zijn ze me aan het wegrommelen? Vertrouw ik dit wel? Daarnaast gaat het om perspectief. Heb ik straks weer een fatsoenlijke job – eentje die me voldoende zekerheid biedt. Als de seinen op groen staan, als er vertrouwen is en perspectief, dan zijn mensen zeer bereid te veranderen. Blijkbaar moeten we daar meer werk van maken.’