Medewerkers kunnen ook thuis veel werk verzetten, merkten sportwerkgevers tijdens de coronacrisis. Maar als thuiswerken straks niet meer noodzakelijk is, hoe zorg je dan voor een goede balans tussen thuis en op locatie werken? En wat moet je daar als werkgever voor regelen? Om hun leden te helpen bij het beantwoorden van deze vragen, ontwikkelde werkgeversorganisatie Werkgevers in de Sport (WOS) samen met AWVN de Routekaart hybride werken. Een praktische leidraad voor post-corona werken waar zowel grotere als kleinere sportorganisaties iets aan hebben.
Thuiswerken was geen gewoonte in de sportsector, voordat de coronacrisis uitbrak. Het gebeurde wel, maar medewerkers kwamen toch voornamelijk naar kantoor. Het was dus behoorlijk schakelen voor de leden van Werkgevers in de Sport (WOS) toen thuiswerken van de ene op de andere dag noodzaak werd. Beleidsadviseurs Marieke Audenaerde en Nischa Janssen van de WOS hebben daarom vrij snel, samen met AWVN, het programma hybride werken voor hun sector opgestart.
“Werkgevers hadden geen keuze, dus iedereen maakte er het beste van,” vertelt Marieke Audenaerde. “Zo kwamen ze erachter dat thuiswerken voor sommige functies heel goed mogelijk is.” “Voor een buurtsportcoach ligt dat natuurlijk anders. Maar in de meeste gevallen konden medewerkers hun werk prima vanuit huis doen; met die verantwoordelijkheid wisten ze goed om te gaan.”
Daar zat voor veel werkgevers in eerste instantie twijfel. Als we onze medewerkers niet direct op kantoor kunnen begeleiden, lukt het dan om dezelfde prestaties te blijven leveren? Andere vraagtekens: hoe houd ik de verbinding tussen afdelingen en binnen teams goed, als collega’s elkaar niet op de werkvloer ontmoeten? En moet ik zowel een werkplek op kantoor als thuis faciliteren? Nischa Janssen: “Onze werkgevers worstelden met hun verantwoordelijkheid op het terrein van hybride werken. Waar moet ik allemaal aan denken om hybride werken te laten slagen en wat is mijn rol daarbij als werkgever? Het is onbekend terrein, dus best spannend voor veel werkgevers.”
De vraagstukken die speelden bij WOS-leden herkenden Audenaerde en Janssen ook in het position paper How2Work van AWVN. “We kijken op dezelfde manier als AWVN tegen hybride werken aan. Kunnen we dan niet samen iets ontwikkelen?” De eerste gedachte was een stappenplan dat werkgevers laat zien welke stappen zij kunnen zetten om tot beleid voor hybride werken te komen, in samenspraak met medewerkers. Het werd een routekaart hybride werken. “Het is een weg die je kunt afleggen, we wilden geen vast stramien opleggen.”
De routekaart kent drie stations: vanuit visie (waarom gaan we hybride werken?) vertrek je via organisatie (hoe gaan we dat inregelen?) naar faciliteiten (wat is er nodig voor de uitvoering van het beleid?). “Idealiter begin je met een visie. Door de coronacrisis moesten werkgevers snel schakelen en zijn ze begonnen met de inrichting. Dat kan ook. Werkgevers bepalen zelf waar ze beginnen. We wilden dat de routekaart praktisch uitvoerbaar is voor al onze leden.” “De KNVB heeft bijvoorbeeld een eigen HR-afdeling, maar veel kleinere sportorganisaties hebben dat niet,” gaat Audenaerde verder. “Deze routekaart is voor iedereen te gebruiken.”
Het was de werkgeversorganisatie nooit gelukt om de routekaart helemaal zelf te ontwikkelen, simpelweg omdat WOS onvoldoende capaciteit in huis heeft. “We zijn een klein bureau. Het is heel fijn als je dan een externe sparring partner hebt. Aan onze eigen expertise en de kennis van de sector hebben we de HR-kennis en het netwerk van AWVN toegevoegd. Één plus één maakt dan drie.” Janssen: “Jullie hebben een mooi netwerk van werkgevers waaruit wij konden putten voor inspiratie: hoe doen anderen dit en zou dat ook bij ons passen?”
Nu kan WOS op haar beurt werkgevers inspireren, met een helder stappenplan voor hybride werken in het post-coronatijdperk. Dat plan kwam niet alleen met de hulp van AWVN tot stand, ook WOS-leden droegen bij aan het eindproduct. “In een werkatelier met grote en kleine werkgevers uit ons netwerk hebben we de routekaart aangescherpt. Daaruit kwam bijvoorbeeld naar voren dat werkgevers zoeken naar hoe ze van het verplichte thuiswerken tijdens de coronacrisis de overstap moeten maken naar de juiste balans tussen thuis en op locatie werken. Aandacht voor faciliteiten en vergoedingen was daarin een belangrijk onderdeel. Die input hebben we meegenomen.”
De routekaart wordt op 15 maart officieel gelanceerd. Dan is het zaak dat het document gaat leven bij de leden, voor wie het bedoeld is. Dat kan niet zonder de betrokkenheid van medewerkers, denken beide beleidsadviseurs. “Het is belangrijk om met je medewerkers in gesprek te blijven over wat wel en niet werkt. Dat is voor iedere organisatie anders; het vraagt om maatwerk. Wij bepalen niet hoe werkgevers hun beleid rondom hybride werken vormgeven, dat moeten zij zelf doen. De routekaart biedt daar handvatten voor.”