12 december 2024

Bijtelling privégebruik auto vaker dan verwacht van toepassing

Vaker dan verwacht kan er sprake zijn van een ter beschikking gestelde (deel)auto, waarvoor een bijtelling moet plaatsvinden op het loon van de werknemer. Dat kan ook het geval zijn als u een mobiliteitsbudget ter beschikking stelt.

Recent heeft de Belastingdienst een notitie gepubliceerd waarin de fiscale gevolgen van het gebruik van deelauto’s worden beschreven. De notitie belicht zeven praktijkgevallen waarin soms wél en soms geen bijtelling voor privégebruik moet plaatsvinden.
Eén van de praktijkgevallen betreft een situatie waarin de werkgever geen auto, maar een mobiliteitsbudget ter beschikking stelt. De werknemer kan vanuit dat budget via een app een auto huren voor zakelijke reizen, waaronder voor woon-werkverkeer. Ook dan kan sprake zijn van een ter beschikking gestelde auto waarvoor bijtelling moet plaatsvinden vanwege privégebruik. Wellicht is dus vaker dan in eerste instantie gedacht sprake van bijtelling die in de loonadministratie verwerkt moet worden.

Deelauto loon in natura

Er is geen fiscale definitie van een deelauto. Ook gelden er geen bijzondere regels voor personenauto’s die door meerdere personen worden gebruikt*. In alle gevallen waarin een werknemer een auto op kosten van de werkgever mag gebruiken om te reizen is er sprake van loon in natura. Er is dan sprake van het ter beschikking stellen van een auto. Voor dit loon geldt een forfaitaire waardering. Als de auto op kalenderjaarbasis voor minder dan 500 kilometer privé gebruikt wordt is de waarde nihil, in andere gevallen geldt een bijtelling voor privégebruik (percentage van de cataloguswaarde van de auto). Belangrijk is dat deze bijtellingsregels gelden in alle gevallen waarin de werkgever een auto ter beschikking stelt. Daarvan is sprake als de werknemer kan bepalen waarvoor hij de auto gebruikt.

Vragen over dit onderwerp?
Neem contact op
met onze specialisten
via de AWVN-werkgeverslijn.

Contact

Bijtelling bij deelauto’s

Ook bij een deelauto is er sprake van een ter beschikking gestelde auto. Meestal is dat voor één of meerdere korte periodes. De bijtellingsregels moeten dan toegepast worden voor de periode waarin de auto in gebruik is. Een bijtelling is dan alleen te voorkomen als aantoonbaar is dat het privégebruik op jaarbasis niet meer bedraagt dan 500 kilometer: voor kortere gebruiksperioden wordt herrekend naar de periode van gebruik. Voorbeeld: bij een deelauto die één dag ter beschikking staat moet de werknemer kunnen aantonen dat deze maximaal 1,4 kilometer privé is gebruikt (500 km/365 dagen) om bijtelling te voorkomen.

Wanneer is er sprake van ter beschikking stellen en dus mogelijke bijtelling?

Een auto is niet alleen ter beschikking gesteld als deze eigendom is van de werkgever of wanneer de werkgever deze huurt of leaset. Ook als de werkgever alle kosten vergoedt die samenhangen met het gebruik van de auto is daarvan sprake. Dat geldt voor een eigen auto van de werkgever, maar ook als hij een auto huurt of leaset.

Voorbeeld 1 | Deelauto niet ter beschikking gesteld, geen bijtelling

Een werkgever reserveert een deelauto voor de werknemer zodat deze naar een klant kan rijden. Privégebruik van de deelauto is niet toegestaan en de werkgever controleert achteraf aan de hand van de kilometerstand op de factuur of de reisafstand overeenkomt met de reis die de werknemer heeft gemaakt.
In dit geval is er geen sprake van een ter beschikking gestelde auto omdat de werknemer de auto alleen kan gebruiken voor de reis naar de klant en terug. De werkgever bepaalt voor welk doel de auto wordt gebruikt en de werkgever controleert ook of er geen sprake is van privégebruik.  De werknemer kan niet zelf bepalen waarvoor hij de auto gebruikt.

Voorbeeld 2 | Deelauto wel ter beschikking gesteld, geen bijtelling

Een werkgever heeft een afspraak met een deelautobedrijf. Werknemers mogen zelf een deelauto reserveren, maar mogen die niet privé gebruiken. De werkgever houdt hierop toezicht.
In dit geval is er sprake van een ter beschikking gestelde auto. Omdat deze niet privé gebruikt mag worden en de werkgever daarop toezicht houdt, is er geen bijtelling van toepassing.

Voorbeeld 3 | Deelauto wel ter beschikking gesteld, wel bijtelling

Een werknemer sluit zelf een abonnement af met een verhuurder van deelauto’s. De werknemer krijgt een maandelijkse factuur voor de abonnementskosten en een bedrag per uur en per kilometer voor het daadwerkelijke gebruik van een auto. De werknemer heeft toestemming van de werkgever om een auto te gebruiken als de werknemer dat nodig vindt. De werknemer houdt geen rittenregistratie bij en de werkgever vergoedt maandelijks de volledige factuur.
In dit geval is er sprake van een ter beschikking gestelde auto waarvoor een bijtelling geldt. De auto is ter beschikking gesteld omdat de werkgever alle kosten vergoedt. Als de werknemer in een maand verschillende auto’s heeft gebruikt is de basis voor de bijtelling (cataloguswaarde) niet altijd hetzelfde. De werkgever moet daar rekening mee houden. Dit kan zeer complex en administratief bewerkelijk zijn.

Voorbeeld 4 | Deelauto via een mobiliteitsbudget, wel bijtelling

Een werkgever biedt een mobiliteitsbudget aan van € 800 per maand dat de werknemer via een app kan inzetten voor zakelijke reizen. Via de app kan een werknemer een auto reserveren. Dat mag alleen voor zakelijke reizen, maar de werkgever controleert eventueel privégebruik niet. Als de werknemer toch een auto voor privédoeleinden reserveert, dan factureert het verhuurbedrijf deze kosten aan de werknemer. Een restant van het budget wordt niet uitbetaald aan de werknemer.
De Belastingdienst is van mening dat er in dit geval sprake is van een door de werkgever ter beschikking gestelde auto waarvoor een bijtelling geldt als de werknemer niet kan aantonen dat er geen privégebruik heeft plaatsgevonden. Dat de verhuurder een aparte factuur stuurt voor privé-reserveringen maakt dat niet anders.

Voorbeeld 5 | Private leaseauto, wel bijtelling

Een werkgever biedt een mobiliteitsbudget aan van € 800 per maand. Een werknemer leaset zelf een auto, de kosten daarvan zijn € 600 per maand. Deze kosten vergoedt de werkgever als nettobedrag vanuit het mobiliteitsbudget. Het resterende bedrag wordt als brutoloon uitbetaald. Omdat de werkgever alle kosten die samenhangen met de auto vergoedt, is er sprake van een ter beschikking gestelde auto en gelden de bijtellingsregels., tenzij de werknemer kan aantonen dat er sprake is van zeer beperkt privégebruik (maximaal 500 kilometer op jaarbasis).
In dit voorbeeld is van een ter beschikking gestelde auto geen sprake als de werknemer het mobiliteitsbudget bruto voor netto mag uitruilen voor de zakelijke kilometers die de werknemer met de auto maakt tegen € 0,23 (2024, ook in 2025) per kilometer.

Goed opletten dus!

Wellicht is vaker dan verwacht sprake van een ter beschikking gestelde auto, waarvoor een bijtelling moet plaatsvinden op het loon van de werknemer. De laatste twee voorbeelden maken duidelijk dat hiervan ook sprake kan zijn als u een mobiliteitsbudget ter beschikking stelt.
Het is dus zaak niet alleen goed op te letten bij het direct ter beschikking stellen van (deel)auto’s, maar ook bij het inzetten van mobiliteitsbudgetten. Ook als een auto niet rechtstreeks ter beschikking wordt gesteld, kan er een bijtelling gelden.

* Behalve in de autobranche en doorlopend afwisselend gebruik bestelauto. Op deze regelingen gaan we hier niet verder in.

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden