Participatiewet

De Participatiewet vervangt sinds 2015 de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot gedeelte van de Wajong. Door de invoering van deze wet is de instroom in de Wsw afgesloten en is de Wajong alleen beschikbaar voor mensen die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben.

De Participatiewet heeft als doel zoveel mogelijk mensen naar werk toe te leiden en te komen tot een inclusieve arbeidsmarkt. Dit is een arbeidsmarkt waar iedereen mee kan doen en waar mensen de ruimte en mogelijkheden hebben om het beste uit zichzelf halen.

Iedereen die kan werken maar het op de arbeidsmarkt zonder ondersteuning niet redt, valt in beginsel onder de Participatiewet. De verantwoordelijkheid voor de Participatiewet ligt bij de gemeenten. Ook de financieringssystematiek sluit hierbij aan. De budgetten worden vooraf door het Rijk verdeeld over de gemeenten.
De wet biedt gemeenten instrumenten om mensen met een arbeidsbeperking of mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te helpen en te houden. De Participatiewet regelt ook dat gemeenten bijstand verlenen aan mensen die hun noodzakelijke bestaanskosten tijdelijk of blijvend niet kunnen dragen.

Relatie Participatiewet en Banenafspraak

De overheid geeft er de voorkeur aan dat mensen met een arbeidsbeperking ondersteund worden naar werk bij een reguliere werkgever. Om die reden is er op grond van de Participatiewet een ruim ondersteuningspakket beschikbaar voor werkgevers. Dit ondersteuningspakket moet het voor werkgevers aantrekkelijker maken om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te helpen/houden.

Om de kansen op regulier werk voor mensen die ondersteuning nodig hebben te vergroten heeft het kabinet met sociale partners afgesproken om voor 1 januari 2026 125.000 extra banen te realiseren voor mensen met een arbeidsbeperking. Dit is de zogeheten banenafspraak. De Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten is dus nauw verbonden met de Participatiewet.

Participatiewet en beschut werk

Bij de invoering van de Participatiewet werd aangenomen dat vanaf 2015 een derde van degenen die onder de Wet sociale werkvoorziening (Wsw, wettekst) vielen (een groep van 30.300 personen) alleen in staat zou zijn om te werken binnen een beschutte omgeving. Deze groep valt daarom onder de noemer ‘beschut werk’. Voor de overige twee derde (60.000 mensen) werd verwacht dat zij via de banenafspraak aan het werk zouden gaan bij reguliere werkgevers.
Voor mensen van wie van reguliere werkgevers niet mag worden verwacht dat zij hen in dienst nemen, is er beschut werk. Beschut werk is bedoeld voor mensen die alleen kunnen werken in een beschermde omgeving en onder aangepaste omstandigheden. Het gaat om aangepaste omstandigheden en/of begeleiding waarvan van werkgevers niet kan worden verwacht dat zij hierin kunnen voorzien. In de praktijk werken bijna alle mensen die vallen onder beschut werk bij een sociaal ontwikkelbedrijf. Beschut werk is geregeld in artikel 10b van de Participatiewet. Daarnaast zijn het Besluit advisering beschut werk en de Ministeriële regeling tot vaststelling van de aantallen beschut werk van toepassing.

Bron tekst o.a. Kennisdocument ′Beschut werk in de Participatiewet′, april 2024

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden