17 juli 2024

Banenafspraak: doelstelling in 2023 niet gerealiseerd

Staatssecretaris van Participatie en Integratie Jurgen Nobel heeft in een brief van 16 juli 2024 aan de Tweede Kamer de gerealiseerde aantallen voor de banenafspraak tot en met 2023 bekendgemaakt. Daaruit blijkt dat de marktsector over het jaar 2023 zijn deel van de banenafspraak niet heeft gehaald.

Doelstelling banenafspraak

De doelstelling voor de markt- en overheidssector was om tot en met 2023 105.000 extra banen te hebben gerealiseerd ten opzichte van de nulmeting. Het gaat daarbij om 80.000 extra banen in de sector markt en 25.000 in de sector overheid.
De marktsector heeft, zo blijkt uit de voortgangsrapprtage, tot eind 2023 ruim 74.000 werknemers met een arbeidsbeperking aan regulier werk geholpen. Ook de totale doelstelling (van markt- en overheidssector) om 105.000 banen is met 85.665 niet gehaald. Ten opzichte van 2022 zijn er in 2023 4.548 banen bijgekomen. In totaal, inclusief de 75.179 banen ten tijde van de nulmeting, zijn er eind 2023 160.844 banen gerealiseerd voor mensen uit de doelgroep banenafspraak.

Vragen over de banenafspraak?

 

Steven Hubeek, Banenafspraak

Steven Hubeek

Afname aantal inleenverbanden

Het totaal aantal banen dat werkgevers via inleenverbanden realiseren neemt, na een aanvankelijke stijging, de afgelopen jaren af en is inmiddels onder het niveau van het totaalaantal banen dat beschikbaar was voor mensen uit de doelgroep banenafspraak via inleenverbanden tijdens de nulmeting.
Uit een analyse blijkt dat een reden voor de daling van de inleenverbanden, is dat er geen sprake is van nieuwe instroom in de Wet sociale werkvoorziening (Wsw), waardoor de groep mensen met een Wsw-indicatie gestaag afneemt. Hierdoor neemt ook gelijk het aantal detacheringen van mensen met een Wsw-indicatie naar reguliere werkgevers af. Ook kan de krapte op de arbeidsmarkt een verklaring zijn. In tijden van krapte zullen werkgevers hun schaarse krachten graag in dienst nemen en houden.

Geen verrassing

De in de brief vermelde cijfers komen niet als een verrassing. Al langer geven werkgevers en werkgeversorganisaties aan dat het steeds moeilijker is om geschikte kandidaten te vinden en daarmee de doelstelling te halen. De staatssecretaris heeft dit bevestigd zijn brief aan de Tweede Kamer. Uit onderzoek van de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) blijkt dat ruim een derde van de doelgroep dermate (structurele) beperkingen en problemen heeft, dat ze überhaupt geen reële kans heeft op regulier werk. Een ander deel krijgt onvoldoende actieve begeleiding vanuit gemeenten en UWV om de stap naar werk te maken. Volgens de NLA is dat een risico voor de doeltreffendheid van de uitvoering.

Op dit moment behoren 265.000 mensen tot de doelgroep banenafspraak. Deze mensen zijn opgenomen in het doelgroepregister dat UWV beheert. Hiervan is ruim de helft aan het werk (138.000 mensen). De Arbeidsinspectie constateert dat in de periode 2019-2022 (en ook grotendeels in de daaraan voorafgaande jaren) een groep van 35% van de mensen in het doelgroepregister in het geheel niet gewerkt heeft. Het gaat om een groep van ruim 67.000 mensen. Dit heeft grote consequenties voor de beschikbaarheid van bemiddelbare mensen in het doelgroepregister. Het eindrapport van dit onderzoek van de Arbeidsinspectie is als bijlage bij de brief meegestuurd.

Gemiste kans

Dat werkgevers de doelstelling voor het eerst niet hebben gehaald, is eigenlijk een gemiste kans, vinden AWVN, VNO-NCW en MKB-Nederland, want er is in deze krappe arbeidsmarkt werk genoeg. Ook is er voldoende commitment bij bedrijven, maar het aantal kandidaten uit de doelgroep voor de banenafspraak dat beschikbaar is, stokt. In een recente inventarisatie zegt 58% van de werkgevers dat baankansen voor kwetsbare doelgroepen niet benut worden omdat er onvoldoende kandidaten zijn.

In een eigen brief aan de Kamer schreven VNO-NCW en MKB-Nederland eerder al wat nodig is om de banenafspraak succesvol uit te voeren en meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan werk te helpen.
Cruciaal is dat UWV en gemeenten kandidaten beter bij werkgevers in beeld brengen en inzichtelijk maken wat zij kunnen, willen en wat nodig is om de stap naar werk te maken. Dat gebeurt nu onvoldoende. Ook constateren VNO-NCW en MKB-Nederland dat werknemers te snel voor werk worden afgeschreven, terwijl met goede begeleiding vaak meer mogelijk is om ze (geleidelijk) naar werk te begeleiden. Uit een eerdere analyse blijkt dat een aanzienlijk deel van de resterende doelgroep als ‘niet direct bemiddelbaar’ wordt beoordeeld door de uitvoerende instanties.
Verder bestaan er grote verschillen in de prioriteit die gemeenten aan de banenafspraak geven. Sommige gemeenten wijzen geen of onvoldoende middelen toe voor instrumenten zoals loonkostensubsidie waardoor mensen de stap naar werk niet kunnen zetten. Ook dat is een gemiste kans. Werkgevers zijn voor een succesvolle uitvoering van de banenafspraak (mede) afhankelijk van een constructieve samenwerking met UWV en gemeenten.

Nieuwe initiatieven

Recent hebben VNO-NCW en MKB-Nederland een beraad belegd met bedrijven, branches en andere betrokken partijen zoals VNG en UWV. Daar is onder meer afgesproken om met nieuwe initiatieven in de regio werknemers en werk (beter) bij elkaar te brengen.

AWVN onderschrijft de conclusies van VNO-NCW en MKB Nederland dat nieuwe initiatieven nodig zijn om mensen uit de doelgroep van de banenafspraak aan werk te helpen. Maar tegelijkertijd moet ook worden gekeken naar andere groepen werknemers met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Vraag is of dit nog gekoppeld moet worden aan de huidige banenafspraak die in 2026 afloopt, of dat er nieuwe afspraken tot stand moeten komen.

• Lees ook de reactie van de SER

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden