Nog een kans krijgen
BST Telecom is een service- en installatiebedrijf met 26 medewerkers en heeft als specialisatie de uitrol van glasvezelnetwerken. Directeur Gerrit van Bruggen heeft in tien jaar tijd tussen de 40 en 50 mensen uit ‘bijstandsbakken’ gehaald bij diverse gemeenten in de buurt.
“Mijn eerste groep heb ik met een van de directeuren van Regionaal Opleidingencentrum Rijn IJssel in Arnhem geselecteerd. Die acht mensen zijn nu allemaal aan het werk. Twee man zijn inmiddels senior engineer, die hebben zichzelf behoorlijk bewezen. De mensen die ik al langer bij mij in dienst heb, functioneren volwaardig.” Gevraagd naar zijn motieven reageert Van Bruggen: “Waarom zouden deze mensen die al zo vaak de boot hebben gemist – vaak ook door eigen toedoen, hoor – toch niet nog een keer een kans krijgen. Ik heb daar iets mee.”
Naast maatschappelijk betrokken is Van Bruggen natuurlijk ook gewoon een ondernemer die kritisch kijkt naar de kostenkant van zijn activiteiten op het gebied van inclusief ondernemen. In zijn organisatie loopt Van Bruggen nog weleens tegen weerstand aan. “Opdrachtgevers horen op het steunpunt van het project de mensen weleens breeduit hun sores delen. Dat moeten ze natuurlijk niet doen, dat heb ik ze wel geleerd, maar het gebeurt toch.” Dat levert soms negatieve reacties op. “Ik promoot het daardoor tegenwoordig wat minder naar mijn opdrachtgevers, hoewel ik altijd graag uitleg dat het voor de maatschappij hartstikke interessant is.” Wat betreft draagvlak in de samenleving moet er volgens Van Bruggen nog een flinke stap gezet worden.
Opleiding en uitzicht op een baan
BST Telecom realiseert arbeidsplaatsen door het creëren van werkervaringsplaatsen maar ook door functiecreatie. Het gaat momenteel om vier medewerkers.
BST Telecom werft zelf mensen uit de WW, bijstand en Wajong. Het gaat meestal om mensen met een laag opleidingsniveau, maar Van Bruggen heeft ook iemand in dienst die een universitaire studie heeft afgerond en later in de bijstand is beland. “Die is bij mij directievoerder geworden en stuurt zelfstandig in het buitenland een aantal teams aan.”
BST Telecom zelf verzorgt voor alle nieuwe medewerkers een opleiding in samenwerking met een erkend opleidingsinstituut. Het streven is om de mensen na de opleiding een tijdelijk contract en uiteindelijk een vast contract te kunnen aanbieden.
Het werken met mensen uit de verschillende doelgroepen van de Participatiewet vergt meestal wel aanpassingen in de functie (jobcarving). Bij het aanleggen van een aansluiting op het glasvezelnetwerk is bijvoorbeeld de eerste activiteit, bij mensen thuis kijken hoe de verbinding moet worden binnengebracht: waar moet het gat door de muur geboord worden. Van Bruggen: “Voor mijn werknemers met een beperking plan ik een veel kleiner aantal bezoeken in voor de vooropnames, omdat zij veel meer moeite hebben om het tempo te handhaven ondanks alle begeleiding. Met reguliere werknemers had ik dus meer productie kunnen draaien.”
Tijdens de werkervaringsperiode gaan ze de eerste weken met z’n tweeën op pad, met een ervaren man erbij op basis van het meester-leerlingprincipe. Aan het eind van die periode moeten zij in staat zijn om zelfstandig vooropnames te doen. De tweede fase van het werk behelst het binnenbrengen van de kabel en het maken van de aansluiting door een lasser en graver. In het begin is de nieuwe medewerker de derde persoon die aan dit duo wordt toegevoegd. “Sommigen zijn nu nog de derde man of ze zijn inmiddels gewoon de tweede man geworden. Dat is de evolutie van niks weten tot zelfstandig in staat zijn om binnen het team je werk te doen. Daar gaat een halfjaar overheen voor deze mensen.”
Kostenbesparing leidt tot nieuw business model?
BST Telecom realiseert kostenbesparing door de inzet van medewerkers met een arbeidsbeperking. De werkervaringsplaatsen worden gefinancierd door de gemeente. Van Bruggen wijst op het belang van financiële ondersteuning vanuit gemeenten. “Die geven kandidaten een ‘rugzakje’ mee van een paar duizend euro van waaruit de opleiding en begeleiding worden gefinancierd.”
De meest zichtbare kostenbesparing wordt gerealiseerd in de functie van onderhoudsmedewerker. De Wajonger in deze semitechnische functie is verantwoordelijk voor onderhoud aan de fusielasmachines. Het onderhoud van deze machines is heel duur als alles een-op-een doorgestuurd wordt aan de reparateur. De Wajonger kan het werk aan op een bepaalde klus en onder strakke condities. Zij doet het eerstelijnsonderhoud van de lasmachines zelfstandig. Moet de lasmachine alsnog gerepareerd worden, dan zorgt zij ervoor dat die bij de reparateur komt. Daarnaast houdt ze de administratie bij rond het onderhoud van de auto’s.
Van Bruggen is zo enthousiast over de bereikte kostenbesparing dat hij nadenkt over een vervolgstap. “Ik wil niet alleen voor mijn eigen bedrijf het onderhoud van de machines doen, maar voor heel het gebied hier rondom Zwolle. Ik probeer hiervoor nu een klein centrum in te richten en dat zou met iemand uit de doelgroep prima te doen zijn.”
Gepubliceerd 2015/2016