Waar woon je? Wherever I Lay My Hat (That’s My Home) zong de Britse zanger Paul Young in 1983. Maar zo eenvoudig ligt het bepaald niet. Waar woon je? Het lijkt een triviale vraag, maar is in fiscale zin het startpunt van alles. In deze blog leggen wij uit hoe wetgever en rechter deze vraag beantwoorden en wat dit betekent voor buitenlandse werknemers.
Een land mag zijn inwoners belasten voor het wereldinkomen, dat wil zeggen het inkomen waar ter wereld verdiend. Inwoners van Nederland moeten belasting betalen voor alle inkomen in box 1 (werk en woning), box 2 (aanmerkelijk belang oftewel een bepaald aandelenbelang in een vennootschap) en box 3 (sparen en beleggen). Daar staat tegenover dat wij, als inwoners van Nederland, de hypotheekrente van de eigen woning en verschillende andere posten kunnen aftrekken. Ook hebben we recht op bijvoorbeeld heffingskortingen en allerlei toeslagen.
Als je niet in Nederland woont, kun je in principe geen aftrekposten ten laste van het inkomen brengen. Ook de heffingskortingen en allerlei toeslagen gaan aan je straatje voorbij. Iemand die niet in Nederland woont, heeft een buitenlandse belastingplicht. Een buitenlands belastingplichtige die bijna alle inkomen in Nederland verdient en aan een aantal andere voorwaarden voldoet, vormt een bijzondere categorie. Deze zogenoemde kwalificerende buitenlands belastingplichtige heeft namelijk toch recht op aftrekposten en de heffingskortingen.
Tenslotte hebben binnenlands belastingplichtigen recht op toepassing van de Nederlandse belastingverdragen. Dat heeft een buitenlands belastingplichtige niet en ook zijn kwalificerende broeder moet het zonder doen.
Als het zo belangrijk is waar iemand woont, zal dat wel uitputtend geregeld zijn in de wet, hoor ik u denken. Maar nee. De fiscale wet zegt dat waar iemand woont naar de omstandigheden wordt beoordeeld. Welke omstandigheden dat zijn en hoe die zich tot elkaar verhouden wordt in het midden gelaten. De wetgever heeft de invulling van deze open norm overgelaten aan de rechter. In de loop der tijd zijn er al veel procedures gevoerd over waar iemand woont.
In dit blog informeren de advocaten en juristen van AWVN u geregeld over actuele arbeidsrechtelijke ontwikkelingen
Criteria die in de jurisprudentie van belang zijn:
1. in welk land staat een duurzaam tehuis ter beschikking
2. waar verblijft het gezin
3. waar verblijf je zelf
4. in welk land heb je sociale banden
5. in welk land werk je of heb je financiële belangen
6. de intentie om van een land inwoner te zijn
7. inschrijving in de openbare persoonsregisters
8. nationaliteit.
Deze opsomming is niet limitatief. Hoewel niet één criterium belangrijker is dan een ander, kent de rechter aan de plek waar het gezin verblijft en waar de gezinswoning staat bijzondere betekenis toe. Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad gaat het er bij het vaststellen van de woonplaats om of er een duurzame band van persoonlijke aard met Nederland is. Het onderzoeken van die band komt neer op het afwegen van alle feiten en omstandigheden. Die band met Nederland hoeft niet sterker te zijn dan met een ander land. Het gaat te ver om te zeggen dat, wil iemand in Nederland wonen, het centrale punt van zijn leven in Nederland moet liggen. In de jurisprudentie van de Hoge Raad spelen buitenlandse omstandigheden ook een rol bij de vaststelling van de woonplaats.
De belastingdienst blijkt anders om te gaan met deze materie. In december van vorig jaar heeft het Ministerie van Financiën na een verzoek in het kader van de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) inzicht gegeven in het beleid van de belastingdienst bij woonplaatsonderzoeken. De belastingdienst lijkt al snel van oordeel dat iemand in Nederland woont. Waar in het ene geval de woonplaats van de partner in Nederland een belangrijke aanwijzing is voor een Nederlandse fiscale woonplaats, leidt in een ander geval de woonplaats van de partner in het buitenland tot een andere weging van factoren. Ook is de status van de (vergeten) inschrijving in de Nederlandse registers bijna verworden tot een weerlegbaar vermoeden van Nederlands inwonerschap. Maar, er is meer aan de hand.
Interne stukken laten zien dat bij de woonplaatsvaststelling met buitenlandse omstandigheden geen rekening wordt gehouden. De focus ligt dan alleen bij de omstandigheden die duiden op een persoonlijke band met Nederland. Dat komt niet overeen met de jurisprudentie van de Hoge Raad en kan om die reden worden aangevochten. Het devies is om niet te snel akkoord te gaan met het oordeel van de belastingdienst dat iemand in Nederland woont. Ook niet als dat gaat om een werknemer die tijdelijk in Nederland werkt, al dan niet met achterlating van het gezin in het thuisland. Ook voor de toets of een werknemer in het kader van de 30%-regeling uit het buitenland is geworven, komt het aan op het wegen van alle factoren en niet alleen die factoren die een persoonlijke band met Nederland opleveren.
Andere landen kunnen in de nationale belastingwet andere criteria opnemen voor het bepalen van een binnenlandse woonplaats. Er is een aantal landen bekend dat bijvoorbeeld een fysiek verblijf van meer dan 183 dagen in dat land voldoende vindt om iemand als inwoner aan te merken. Ook het hebben van een duurzaam ter beschikking staande woonruimte kan een bepalende factor zijn. Als twee landen op basis van de nationale wetgeving iemand als inwoner aanmerken, dan leidt dat altijd tot dubbele belastingheffing. Immers, in dat geval heffen twee landen over alle inkomens in dat land. Als deze situatie zich voordoet, gaan we te rade bij de vele belastingverdragen die Nederland heeft gesloten. Als twee landen iemand als inwoner aanmerken, bepaalt de zogenoemde treaty tie breaker voor de toepassing van het belastingverdrag van welk land iemand inwoner is. In dat geval is iemand inwoner van het ene land met uitsluiting van het andere land. Hij of zij is dan geen inwoner van het andere land. De treaty-tie-breaker-test bevat criteria die we al eerder zagen, zoals het hebben van een duurzaam tehuis in een land of met welk land de betrekkingen het nauwst zijn. Ook de nationaliteit is hierbij een factor. Het zijn min of meer de omstandigheden die in Nederland bepalend zijn voor het vaststellen van de woonplaats. Als de landen er zelfs na de treaty-tie-breaker-test niet uitkomen, moet een onderlinge overlegprocedure soelaas bieden. Het toepassen van die procedure komt in de praktijk gelukkig niet vaak voor.
Als iemand nog eens aan je vraagt waar je woont, heeft diegene waarschijnlijk geen idee van de wereld die achter die vraag schuilgaat. Wherever I Lay My Hat (That’s My Home) is écht te eenvoudig geredeneerd, maar dat kon Paul Young in die tijd nauwelijks bevroeden.