De 30%-regeling is een regeling die het mogelijk maakt een uitgezonden of een ingekomen werknemer belastingvrij een vergoeding te geven voor de extra kosten voor de werknemer die door de uitzending worden veroorzaakt. Deze kosten heten ook wel extraterritoriale kosten.

 

Als de Belastingdienst de aanvraag voor het verzoek om toepassing van de 30%-regeling voor ingekomen werknemers honoreert, dan wordt het niveau van de extraterritoriale kosten gedurende de looptijd van de regeling gemaximeerd op 30% van het loon van de werknemer. Als de werkelijke extraterritoriale kosten meer bedragen dan 30%, dan komen de werkelijke extraterritoriale kosten voor vergoeding in aanmerking.

De 30%-regeling ondergaat belangrijke aanpassingen

Sinds 1 januari 2023 moet u kiezen of u de forfaitaire 30%-regeling toepast of dat u de werkelijke extraterritoriale kosten van de werknemer vergoedt. Welk systeem u kiest blijkt uit de salarisadministratie. De keuze legt u voor het hele kalenderjaar vast. Er gelden afwijkende regels in de eerste 4 maanden van de tewerkstelling.

Sinds 1 januari 2024 is het maximale voordeel van de 30%-regeling gemaximeerd op 30% van de salarisnorm uit de Wet normering topinkomens (de zogenaamde Balkenende-norm). Voor 2024 is dat normsalaris € 233.000.

Bij de behandeling van het wetsvoorstel pakket Belastingplan 2024, zijn nog twee wijzigingen bij amendement aangenomen die ook per 1 januari 2024 van toepassing zijn nadat de Eerste Kamer het Belastingplan 2024 op 19 december 2023 had aangenomen.
Daarbij gaat het ten eerste om het gradueel verlagen van het voordeel van de 30%-regeling naar gelang de toepassingsduur toeneemt (eerste 20 maanden: 30%, volgende 20 maanden: 20% en de laatste 20 maanden: 10%). 
De tweede wijziging is het afschaffen van de keuze voor buitenlandse werknemers om als zogeheten partieel buitenlands belastingplichtige te worden behandeld, waardoor buitenlands inkomen in box 2 (aanmerkelijk belang) en box 3 (sparen en beleggen) in Nederland niet wordt belast.

Werknemers die in 2023 gebruikmaakten van de 30%-regeling
, worden met de aftopping geconfronteerd met ingang van 1 januari 2027 of bij een tussentijdse onderbreking van de 30%-regeling.

Bij de behandeling van het wetsvoorstel pakket Belastingplan 2024 in de Eerste Kamer eind 2023 is voorts een motie aangenomen, die de regering oproept om ter behoud van het Nederlands vestigingsklimaat de voorgenomen evaluatie van de 30%-regeling naar voren te halen, en op basis van deze evaluatie met een alternatief voorstel in het Belastingplan 2025 te komen.

Wat zijn de voordelen van de 30%-regeling?

Als de Belastingdienst het verzoek voor toepassing van de regeling honoreert, dan heeft dat een aantal voordelen, te weten:
• de mogelijkheid voor de werkgever om de werknemer een belastingvrije vergoeding te geven die wordt gemaximeerd op 30% van het (fiscale) loon van de werknemer
• de mogelijkheid voor de werkgever om naast de 30%-vergoeding een belastingvrije vergoeding te geven voor het schoolgeld van de internationale school van de kinderen.

Om in aanmerking te komen voor de 30%-regeling moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan

• Er dient sprake te zijn van een uitgezonden of ingekomen werknemer.
• De ingekomen/uitgezonden werknemer dient te beschikken over specifieke deskundigheid (ingevuld door een salarisnorm en incidenteel toetsing op schaarste).
• De ingekomen werknemer dient voorafgaand aan de tewerkstelling woonachtig te zijn buiten het grensgebied rond Nederland (150-kilomergrens).

1. Uitgezonden of ingekomen werknemer
Er moet sprake zijn van een uitgezonden werknemer of een ingekomen werknemer.
Van een uitgezonden werknemer is onder andere sprake bij de volgende categorieën van personen:
• werknemers die vanuit Nederland worden uitgezonden naar specifiek in de wet genoemde landen
• militairen die worden uitgezonden.
Daarnaast worden eisen gesteld aan de duur van de uitzending. Een uitgezonden werknemer dient gedurende een periode van 12 maanden (hoeft geen kalenderjaar te zijn) tenminste 45 dagen in het land te verblijven naar waar hij is uitgezonden voor het vervullen van de werkzaamheden.
Voor het bepalen of aan de 45-dageneis is voldaan, worden alle perioden van verblijf die korter zijn dan 15 dagen (inclusief de reisdagen van en naar Nederland, mits zonder onderbreking) buiten beschouwing gelaten. Als eenmaal is voldaan aan het 45-dagencriterium, dan tellen alle perioden van verblijf mee die tenminste 10 dagen duren.

Van een ingekomen werknemer is sprake bij een werknemer die uit een ander land is aangeworven of vanuit een ander land is uitgezonden om in Nederland te werken.
Voorts is vereist dat de werknemer beschikt over specifieke deskundigheid die niet of nauwelijks aanwezig is op de Nederlandse arbeidsmarkt (het zogenaamde schaarste en deskundigheidsvereiste, zie verder de tweede voorwaarde).

2. Schaarste en deskundigheidsvereiste
Om in aanmerking te komen voor de 30%-regeling dient de uit het buitenland geworven werknemer te beschikken over specifieke deskundigheid die schaars is op de Nederlandse arbeidsmarkt.
Sinds 1 januari 2012 geldt voor de invulling van de specifieke deskundigheid een salarisnorm, die jaarlijks wordt geïndexeerd. Voor 2024 geldt een salarisnorm van € € 46.107 (2022: € 39.467; 2023: € 41.954).
Voor masters tot 30 jaar die uit het buitenland worden aangeworven, geldt een afwijkende salarisnorm, die eveneens jaarlijks wordt geïndexeerd. Voor 2024 geldt een salarisnorm van € 35.048 (2022: € 30.001, 2023: € 31.891). Voor wetenschappers geldt een algehele vrijstelling van de salarisnorm.
In incidentele gevallen kan, in aanvulling op de salarisnorm, ook worden getoetst op de schaarste op de Nederlandse arbeidsmarkt, namelijk in die gevallen waarin het voldoen aan de salarisnorm geen onderscheidend criterium is voor de specifieke deskundigheid van de werknemer. Specifiek heeft de staatssecretaris gewezen op de situatie bij profvoetballers. Er zijn verder geen specifieke beroepsgroepen genoemd waarin de aanvullende toets zal worden gebruikt, al zijn er meer sectoren waar dit mogelijk aan de orde is.

3. 150-kilometergrens
De ingekomen werknemer die voorafgaand aan de tewerkstelling woonachtig was in het grensgebied rond Nederland (hemelsbreed tot en met 150 kilometer van de landgrens), valt niet onder de 30%-regeling. De gedachte is dat deze werknemers geen extraterritoriale kosten hebben. Overigens blijft het mogelijk om aan deze werknemer de werkelijke extraterritoriale kosten belastingvrij te vergoeden.
De ingekomen werknemer moet in de periode voorafgaande aan de tewerkstelling in Nederland ten minste twee derde van de periode van 24 maanden (16 maanden) op een afstand van meer dan 150 kilometer van de landgrens rond Nederland hebben gewoond.

Schriftelijke vastlegging
De 30%-regeling moet afzonderlijk, schriftelijk zijn overeengekomen tussen de werkgever en de werknemer in een addendum bij de arbeidsovereenkomst. In het addendum staat met zoveel woorden dat als de Belastingdienst het verzoek voor toepassing van de regeling honoreert, het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking arbeidsrechtelijk met 30% van het oorspronkelijk overeengekomen brutoloon wordt verminderd.
Het verminderen van het arbeidsrechtelijk loon kan gevolgen hebben voor de pensioenopbouw en voor de grondslag van de sociale verzekeringen.

Aanvraagtermijn en toepassingsduur 30%-regeling

Voor het indienen van het verzoek voor toepassing van de 30%-regeling voor ingekomen werknemers geldt een termijn van vier maanden. Als de regeling wordt aangevraagd binnen vier maanden na aanvang van de Nederlandse tewerkstelling, dan heeft de regeling terugwerkende kracht tot het moment van aanvang van de Nederlandse tewerkstelling.
Als de regeling pas na vier maanden wordt aangevraagd en de aanvraag voldoet aan alle voorwaarden, dan vindt de regeling toepassing met ingang van de maand volgend op die waarin het verzoek door de Belastingdienst is ontvangen.

De 30%-regeling geldt maximaal 5 jaar. Perioden van eerdere tewerkstelling en verblijf in Nederland worden in mindering gebracht op de vijfjaarsperiode.
De Belastingdienst doet uitspraak op het verzoek voor toepassing van de regeling in een beschikking waartegen bezwaar en beroep mogelijk is als de belastingplichtige van mening is dat de regeling ten onrechte is geweigerd.

Voor de 30%-regeling voor een uitgezonden werknemer hoeft geen apart verzoek te worden ingediend bij de Belastingdienst. Als aan de voorwaarden voor toepassing van de regeling is voldaan, dan kan de werkgever de regeling toepassen op het loon dat ziet op de uitzending vanuit Nederland. De 30%-regeling dient ook nu bij voorkeur schriftelijk te zijn vastgelegd.

AWVN maakt u erop attent dat wil de 30%-regeling voor uitgezonden werknemers fiscaal voordeel opleveren, de werknemers gedurende de periode van buitenlandse tewerkstelling exclusief in Nederland belastbaar dienen te zijn.

Update Armand Lahaije, 1/2024

Assistentie bij de aanvraag 30%-regeling

AWVN helpt u graag met het aanvragen voor de 30%-regeling voor werknemers die daarvoor in aanmerking komen. Voor het aanvragen van de regeling hanteren wij een vast tarief. Voor meer informatie en vragen over de 30%-regeling bel of e-mail de AWVN-werkgeverslijn, 070 850 86 05, werkgeverslijn@awvn.nl.

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden