20 december 2024

Oekraïense derdelanders mogen blijven werken tot nader bericht

De opvang van zogeheten derdelanders mag eerder stoppen dan die van andere vluchtelingen uit Oekraïne, zo heeft het Hof van Justitie op 19 december bepaald.

 

Toch is het nog niet duidelijk wat de uitspraak in de praktijk precies betekent. Het is nu eerst aan de Nederlandse rechtbanken om het oordeel van het Europese hof mee te wegen in de zaken die de derdelanders hebben aangespannen.

Begin 2024 hebben de rechtbank Amsterdam en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (het Hof). Deze vragen gingen over beëindiging van de tijdelijke bescherming onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming van zogeheten derdelanders met een tijdelijk verblijfsrecht in Oekraïne. Eerder was al aangegeven dat derdelanders met tijdelijk verblijfsrecht in Oekraïne hier mogen blijven werken tot de uitspraak van het Hof. 

Voorlopig betekent deze uitspraak dat Oekraïense derdelanders deze rechten behouden, tot nader bericht. Pas na de uitspraken van de nationale rechters, zal duidelijk worden hoe de uitspraak van Hof in de Nederlandse situatie uitgelegd moet worden. Daarom worden deze uitspraken afgewacht. Oekraïense derdelanders mogen dus blijven werken volgens de regels die gelden voor ontheemden die onder de RTB vallen.

Hoe weet ik als werkgever dat het om een derdelander gaat die tot de doelgroep behoort?

De derdelanders die tot deze groep behoren, hebben uiterlijk 19 december 2024 hierover een brief van de IND ontvangen. De verblijfsbewijzen van de derdelanders zijn geldig tot 4 maart 2025.

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden