De vaststelling van de toepasselijke sociale verzekeringswetgeving voor luchtvaartpersoneel – specifieker: het vliegend personeel, het cockpit- en cabinepersoneel, verder genoemd ‘de crew’ – is in de loop van de jaren een aantal keer gewijzigd als gevolg van aanpassingen in de sociale zekerheidsverordeningen.
In verordening 1408/71 waren specifieke aanwijsregels voor het bepalen van de toepasselijke sociale zekerheidswetgeving opgenomen voor werknemers werkzaam in het internationaal vervoer, die ook golden voor de crew. Omdat men echter de sociale zekerheidsverordening meer leesbaar wilde maken, werd een aantal vereenvoudigingen doorgevoerd waarbij deze specifieke aanwijsregels vervielen. De vereenvoudigingen hielden in dat de algemene regels voor werknemers die werkten op het grondgebied van meerdere landen van toepassing werden. Voor luchtvaartpersoneel werden deze vereenvoudigingen en verduidelijkingen echter weer ongedaan gemaakt door speciale aanwijsregels op te nemen, wanneer werknemers op een thuisbasis werkten.
Premies voor de Italiaanse sociale zekerheidswetgeving
De aanwijsregels hebben in de praktijk herhaaldelijk tot uitvoeringsproblemen geleid. Zo ook in de zaak bij het Hof van Justitie van 19 mei 2022 (zaak C-33/21). In deze zaak wilde de Italiaanse bevoegde sociale zekerheidsinstantie premies voor de Italiaanse sociale verzekeringswetgeving ontvangen voor de werknemers van Ryanair die in Italië, op Italiaans grondgebied, werkten voorafgaande aan de start van de werkzaamheden in de lucht.
In deze zaak kwam de hele historie van de aanwijsregels aan bod, omdat de premieclaim zich uitstrekte over de jaren waarbij de verschillende aanwijsregels van toepassing waren. Bijkomend aandachtspunt was het overgangsrecht dat was geformuleerd bij inwerkingtreding van de vervanging van verordening 1408/71 door de huidige sociale zekerheidsverordening. Dit overgangsrecht bepaalde dat wanneer door de nieuwe verordening de toepasselijke sociale zekerheidswetgeving wijzigde, desalniettemin de ‘oude’ toepasselijke sociale zekerheidswetgeving van toepassing bleef gedurende een periode van 10 jaar, tenzij verzocht werd om toepassing van de aanwijsregels van de nieuwe verordening.
De feiten waren in deze zaak als volgt. De crewleden woonden in Italië. Zij werkten voorafgaand aan hun vlucht gedurende 45 minuten per dag in Italië in de crewroom waar instructies werden gegeven en de rest van de tijd werkten zij aan boord van het vliegtuig in de lucht. Voor een groot aantal werknemers waren detacheringsbewijzen aanwezig die de Ierse (Ierland is de vestigingsplaats van de werkgever in kwestie Ryanair) sociale verzekeringswetgeving aanwezen. Deze werden gerespecteerd. Voor een aantal werknemers was geen detacheringsbewijs beschikbaar. De Hof van Justitiezaak spitste zich daar op toe.
Commentaar AWVN
We wisten al dat de aanwijsregels van de sociale zekerheidsverordeningen soms niet altijd even eenvoudig zijn toe te passen (laat staan uit te leggen). Wanneer daarbij drie verordeningen aan de orde komen, evenals het overgangsrecht, dan wordt het wel heel ingewikkeld. Desalniettemin heeft het Hof van Justitie per periode en per toepasselijke verordening de zaak gefileerd en duidelijke conclusies getrokken. Ook is goed te constateren dat de constante lijn van het respecteren van de detacheringsverklaringen wordt voortgezet.
De wijzigingen aanwijsregels crew in de diverse verordeningen op een rij.
Wijzigingen aanwijsregels crew in de diverse verordeningen