De Tweede Kamer debatteerde afgelopen woensdag over arbeidsmigratie, met op de agenda verschillende voorstellen van minister Van Hijum. In november stuurde hij al een brief naar de Kamer over zijn aanpak voor een selectiever en gerichter arbeidsmigratiebeleid. Zo wil de minister van SZW bijvoorbeeld dat werkgevers stoppen met het inhouden van huur op het loon van arbeidsmigranten, een uitzendverbod in bepaalde sectoren mogelijk maken en het detacheren van arbeidsmigranten tegengaan.
AWVN-publicaties over arbeidsmigratie
Een Nederlandse maatschappij en economie zonder arbeidsmigratie is ondenkbaar. Dit zegt AWVN in Arbeidsmigratie: waarom Nederland niet zonder kan. Dit eerste deel van een tweeluik is een analyse van de feiten en cijfers rond arbeidsmigratie.
In Naar een verantwoorde inzet van arbeidsmigranten, stelt AWVN een aantal voorwaarden. Want behalve met de positieve economische afwegingen, moet migratiebeleid rekening houden met negatieve maatschappelijke effecten.
AWVN maakt zich ernstig zorgen over welke kant het op gaat met arbeidsmigratie. Een Nederlandse samenleving en economie zonder arbeidsmigratie is ondenkbaar. Als bedrijven geen of veel minder arbeidsmigranten kunnen inzetten, dan lopen we het risico dat zij uit Nederland verdwijnen. Dat heeft ook weer gevolgen voor andere bedrijven en dus onze economie.
Arbeidsmigranten zijn bovendien nodig om de druk van de vergrijzing op te vangen en het Nederlandse welvaartsniveau op peil te houden. Wel moet er breder gekeken worden naar de effecten van arbeidsmigratie op de samenleving. Lange tijd is er alleen naar de economische belangen gekeken. Werkgelegenheid en ondernemerschap stonden voorop. Nu moet er meer oog zijn voor maatschappelijke gevolgen. Bijvoorbeeld of er voldoende woningen beschikbaar zijn, de leefbaarheid in wijken en toegankelijke zorg en onderwijs. In de twee publicaties over arbeidsmigratie stelt AWVN een aantal voorwaarden voor een verantwoorde inzet van arbeidsmigranten. Het is duidelijk dat we niet langer alleen door een economische bril kunnen kijken, maar tegelijkertijd kunnen we economische effecten ook niet buiten beschouwing laten.
De voorstellen die nu voorliggen richten zich vooral op het verminderen van arbeidsmigratie, terwijl het vooral over het aanpakken en tegengaan van misstanden zou moeten gaan. Bovendien zijn arbeidskrachten uit het buitenland hard nodig op onze krappe arbeidsmarkt en hebben we talent nodig om internationaal te kunnen (blijven) meedoen.
Het kabinet heeft duidelijk de pijlen gericht op het terugdringen van arbeidsmigratie. Er liggen verschillende voorstellen om het aantal arbeidsmigranten beperken. De plannen klinken heel daadkrachtig, de vraag is wel of hiermee het beoogde effect wordt bereikt. Worden de echte problemen opgelost, zoals het aanpakken van malafide bedrijven? Of krijgen de bedrijven die het netjes proberen te doen het nu extra moeilijk? We moeten niet uit het oog verliezen dat ons land niet zonder arbeidsmigranten kan en er werk van maken dat arbeidsmigranten nog naar Nederland willen komen. Hieronder leest u meer over de plannen van het kabinet en hoe AWVN naar de voorstellen kijkt.
Minister Van Hijum wil een einde aan misstanden met arbeidsmigranten. De minister verkent de mogelijkheid van een algeheel verbod op uitzendwerk in bepaalde sectoren of een minimum percentage arbeidskrachten dat in vaste dienst moet zijn. Het gaat om een aanvullende maatregel voor wanneer resultaten achterblijven en misstanden blijven voortduren.
Wat vindt AWVN?
AWVN vindt het algemene verbod niet wenselijk en is van mening dat het strenger handhaven van misstanden effectiever is. Met een algemeen verbod in een complete sector worden ook de bonafide werkgevers geraakt. Bovendien is het risico dat de malafide bedrijven dan op zoek gaan naar andere (onwenselijke) constructies om aan personeel te komen. Het is beter om de onwelwillende bedrijven hard aan te pakken om zo een einde te maken aan de misstanden. Daarvoor zal de Arbeidsinspectie voldoende capaciteit moeten hebben.
De Nederlandse Arbeidsinspectie krijgt meer mogelijkheden voor stillegging van werkzaamheden op een bedrijf wanneer er ernstige misstanden plaatsvinden met werknemers, waaronder arbeidsmigranten.
Wat vindt AWVN?
AWVN is voor het aanpakken van misstanden, maar wijst wel op de proportionaliteit. Het stilleggen van een bedrijf is een heel zwaar en ingrijpend middel. Zeker bij bedrijven met processen die niet eenvoudig weer opgestart kunnen worden. Het middel moet in verhouding staan tot de overtreding. Dit moet ingezet kunnen worden als ultimum remedium en met waarborgen omkleed. Dus alleen gebruikt worden bij zware overtredingen en bijvoorbeeld bij bedrijven die herhaaldelijk niet meewerken. Hier moet voorzichtig mee omgegaan worden.
Het kabinet wil dat werkgevers geen geld meer op het minimumloon van werkenden kunnen inhouden voor de kosten van huisvesting. Op dit moment mogen werkgevers maximaal 25% van het minimumloon in rekening brengen voor huisvestingskosten. Deze regeling wordt veelal gebruikt bij huisvesting van arbeidsmigranten. Volgens het kabinet kan dit een verdienmodel in de hand werken en uitbuiting van arbeidsmigranten. Daarom wordt de regeling stapsgewijs afgebouwd en op termijn afgeschaft.
Wat vindt AWVN?
Werkgevers vinden het tot hun zorgplicht behoren dat zij werknemers, met name arbeidsmigranten, helpen bij het verzorgen van huisvesting. De inlener is verantwoordelijk erop toe te zien dat de huisvesting via het uitzendbureau goed geregeld is. Inhoudingsmogelijkheid voor huisvesting zorgt ervoor dat werkgevers huisvesting regelen voor werknemers. Het vervallen van de mogelijkheid de kosten van huisvesting in te houden op het minimumloon gaat met zich meebrengen dat werkgevers terughoudend worden bij het – al dan niet via een derde partij – verstrekken of vergoeden van huisvesting.
De werkgever laat dan noodgedwongen de werknemer over aan de vrije woningmarkt en als het al lukt om zelfstandig woonruimte te vinden, dan wordt de werknemer geconfronteerd met een borgstellig en alles dat met huur te maken heeft. Dit roept de vraag op welke probleem de minister met deze maatregel wil oplossen? AWVN komt volgende week met een uitgebreidere reactie op dit voorstel.
Van Hijum kondigt aan dat er paal en perk wordt gesteld aan mensen van buiten de EU die via een ander Europees land geworven worden om direct in Nederland aan het werk gezet te worden. Deze constructie wordt volgens het kabinet gebruikt om Nederlands toelatingsbeleid voor arbeidsmigranten van buiten de EU te omzeilen. En leidt dit vaak tot misstanden.
Wat vindt AWVN?
AWVN vindt het geen goed idee om de detachering van arbeidsmigranten (via de zogenaamde A1-verklaring) af te schaffen. Natuurlijk moeten bedrijven, die schijnconstructies bedenken om geen werkvergunning aan te vragen of om niet het juiste loon te betalen, worden aangepakt. Dit straalt immers ook af op bedrijven die het wel netjes willen regelen. Maar het is momenteel alleen mogelijk voor hoogopgeleide kennismigranten uit niet EU-landen om in Nederland een werkvergunning te krijgen. De Nederlandse arbeidsmarkt zit op slot voor andere niet EU-arbeidsmigranten (niet zijnde kennismigrant). Daardoor zijn Nederlandse opdrachtgevers genoodzaakt zich tot EU-detachering te wenden. Bovendien zijn er al voorwaarden gesteld aan de detachering waar iedereen zich aan moet houden. Én wordt de regeling ook andersom gebruikt, namelijk door werknemers vanuit Nederland naar het buitenland te detacheren. Afschaffing van de regeling zou daarmee grensarbeid, wat veel voorkomt in Nederlandse gebieden grenzend aan Duitsland en België, ook schaden.
Tot slot zijn er in het regeerprogramma afspraken gemaakt om studiemigratie te beperken. Het kabinet zet in op minder Engelstalige opleidingen, een numerus fixus voor buitenlandse studenten, de toegang tot een basisbeurs beperken en het collegegeld verhogen van niet-EU-studenten. De effecten zijn al zichtbaar. Uit voorlopige cijfers over het huidige collegejaar blijkt dat de instroom van internationale studenten met 6% gedaald is.
Wat vindt AWVN?
AWVN vindt het zeer onverstandig om de instroom van internationale studenten te beperken en maakt zich net als de universiteiten zorgen over de bezuinigingen op onderwijs. Dit staat ook haaks op het investeren in onze kenniseconomie. Bezuinigen maakt het moeilijker om talent aan te trekken en dat zorgt voor een verslechterde concurrentiepositie. Natuurlijk moeten opleidingen toegankelijk blijven voor Nederlandse studenten, maar buitenlands talent, ook op onze universiteiten, is belangrijk om onze kennis(economie) op peil te houden. Nederland opereert wat dat betreft op een wereldwijde arbeidsmarkt waar de concurrentie om (exceptioneel) talent hevig is.
De instroom van internationale studenten, met name op technische opleidingen, is hard nodig en die instroom moet gestimuleerd worden. Dit kan een verlichting geven aan de huidige en toekomstige personeelstekorten en een stimulans geven aan de ontwikkeling van de Nederlandse kenniseconomie. Ook kunnen studiemigranten na hun studie aan de slag bij in Nederland gevestigde bedrijven. In plaats van de instroom van internationale studenten te beperken, zou Nederland er vooral op in moeten zetten dat studiemigranten na hun opleiding in Nederland aan de slag gaan.