Organisaties investeren vaak veel in het bepalen van de koers en communicatie hierover. Strategische sessies, mooie communicatie-uitingen, kernwaarden, presentaties en meer. Zo’n koers geeft richting aan de organisatie, de leiders en alle mensen die er werken. Toch zien we nog vaak dat er een stap ontbreekt: de doorvertaling van die koers naar de teams en de individuele medewerker. Denk aan vragen als: wat betekent dit voor mij? Hoe verandert dit mijn werk? Welke vaardigheden heb ik hiervoor nodig? En ook: past dit (het werk of de purpose) nog bij mij? Bij de doorvertaling van de koers naar individueel niveau en daarmee de medewerkers Richting te geven, valt nog veel te winnen.
Beschrijving interventie
Afhankelijk van de situatie kiezen we uit verschillende interventies / werkvormen. Onze ervaren facilitator begeleidt dit. Het doel is altijd gelijk: medewerkers en teams zelf de doorvertaling laten maken en tot inzichten en vervolgstappen laten komen. Twee veel gebruikte werkvormen zijn de LSI-methode (large scale intervention, vooral geschikt voor grote groepen) en de koerskaart, een poster of een digitale variant, waarbij een team verschillende vragen doorloopt.
Wanneer past u deze interventie toe?
Wanneer u merkt dat medewerkers meer Richting nodig hebben, zodat ze daarna zelf meer initiatief kunnen nemen om mee te bewegen of zelfs een trekkende rol pakken. Of op eigen initiatief zelf stappen zetten buiten de organisatie.
Wat levert deze interventie op?
Medewerkers die de (nieuwe) koers van de organisatie begrijpen, erachter staan en ook aan de slag zijn om deze wending te realiseren. De betrokkenheid groeit, bevlogenheid neemt toe en daarmee de productiviteit.
Praktijkvoorbeeld
Bedrijven veranderen continu en dit bedrijf wilde zijn verandering versnellen. Nadat de koers opnieuw werd gedefinieerd en gedeeld met medewerkers, vond een LSI-sessie met alle medewerkers plaats. In heterogene groepjes werd nagedacht over de betekenis van deze koers. Iedereen kon vragen stellen en zo kon deze verandering gaan leven. Aan het einde van de dag waren er kleinere workshops. Een workshop waarin de deelnemers aan de hand van een koerskaart nadachten over de betekenis voor de eigen functie en benodigde vaardigheden. In een andere workshop deelde iedere deelnemer zijn of haar uitdaging in relatie tot de nieuwe koers en werden er tweetallen gevormd. Aan de hand van kaarten liet de ene collega de andere collega lopen over een denkbeeldige lijn met bijbehorende reflectievragen.