′Wij hebben gesprekken gevoerd met Hans Borstlap en de overige commissieleden en we hebben hen steeds van input voorzien. De commissie heeft onder andere onze tien ideeën voor de wereld van werk gebruikt als inspiratiebron. En dat zie je terug in rapport, zoals het idee om te komen tot sociale zekerheid voor alle werkenden en het verbeteren van de begeleiding voor werkzoekenden door deze los te koppelen van het type uitkering.
Wij vonden dat in het tussenrapport, dat in juni verscheen, het werkgeversperspectief ontbrak. Dat hebben we de commissie meegegeven in onze reactie. Tijdens de presentatie van het eindrapport gaf Borstlap ons daar gelijk in. De commissie erkent dat je niet teveel verantwoordelijkheden op het bordje van werkgevers moet leggen. Dat heeft een averechts effect: werkgevers schrikken ervan terug om werknemers in dienst te nemen en proberen andere constructies uit.
De commissie heeft ons punt ter harte genomen in het eindrapport, bijvoorbeeld met de voorstellen om meer wendbaarheid te creëren binnen het vaste contract en de loondoorbetalingsplicht bij ziekte te verkorten. Maar deze ideeën zijn minder ver uitgewerkt dan de voorstellen voor flexibele arbeid. We krijgen geen antwoord op de vraag: hoe dan? Dus het werk is voorlopig nog niet klaar.′
Wat is voor werkgevers het grootste pijnpunt uit het rapport?
′Het afsnijden van de weg naar flexibele contractvormen en zzp. Het is mooi dat de commissie-Borstlap met drie rijbanen – die van werknemers, zzp’ers en uitzendkrachten – duidelijkheid op de arbeidsmarkt wil scheppen. Maar dat zouden drie gelijkwaardige rijbanen moeten zijn. De commissie wil flexibele en tijdelijke contracten beprijzen én beperken, dan vraag je je af of die twee rijbanen wel begaanbaar worden.
Het verschil tussen flex en vast wordt zo wel heel groot. Terwijl er gerechtvaardigde omstandigheden zijn waarin een werkgever moet kunnen werken met flexibele contracten, zoals seizoensarbeid, de vervanging van een zwangere werkneemster of een plotselinge piek in de vraag. Dat kun je niet opvangen met alleen vaste arbeidsovereenkomsten. Ook de behoefte van mensen om zich als zzp’er op de arbeidsmarkt te bewegen druk je niet zomaar de kop in.′
Wat gaat er nu met dit rapport gebeuren?
′De drie P’s – polder, politiek en praktijk – moeten nu gezamenlijk het stokje van Borstlap overnemen. Dat betekent voor de politiek: niet alleen de krenten uit de pap halen en de rest laten liggen. Een grondige hervorming van de arbeidsmarkt bereik je niet door even een paar voorstellen door te voeren.
De polder moet de vaart erin zien te houden. Omdat dit dossier zo omvangrijk en ingewikkeld is, zou de neiging kunnen ontstaan om te vertragen en het werk van Borstlap nog eens dunnetjes over te doen. Terwijl: er lijkt een verborgen consensus te bestaan. Laten we nu doorpakken.
En de praktijk moet in de discussie worden betrokken. Hier is het van belang dat de gesprekspartners een afspiegeling vormen van de groepen die op de arbeidsmarkt actief zijn. Die moeten dan wel bereid zijn om over hun eigenbelang heen te kijken. Mondige zzp’ers willen bijvoorbeeld nog weleens strijden voor zo weinig mogelijk regels en bescherming. Maar dat is maatschappelijk gezien onaanvaardbaar. Er zijn minder mondige zzp’ers die niet hun eigen broek kunnen ophouden en meer bescherming nodig hebben.
Mijn oproep tot een samenspel van de drie P’s kreeg tijdens de presentatie van het eindrapport bijval van minister Koolmees; hij wil ook graag op deze manier verder.′
De commissie regulering van Werk (ook Commissie Borstlap genoemd) presenteerde op 23 januari haar eindrapport In wat voor land willen wij werken? Naar een nieuw ontwerp voor de regulering van werk. Het kabinet heeft deze commissie ingesteld om advies uit te brengen over hoe de regels rond werk – denk aan arbeidsrecht, sociale zekerheid en fiscaliteit – er in Nederland uit moeten zien. Hier kunt u lezen wat AWVN van het rapport vindt.
Welke rol gaat AWVN spelen in dat vervolgtraject?
′We maken natuurlijk deel uit van de polder. Zo zijn we actief in de SER en de Stichting van de Arbeid. Maar we doen ook mee in het Platform de Toekomst van Arbeid waarin mensen samenkomen die in de haarvaten van de arbeidsmarkt actief zijn, uit de uitzendsector, onderwijs en opleiden, kinderopvang, de basis van de arbeidsmarkt, uitvoering sociale zekerheid en meer. In die club proberen we de filosofie van de commissie-Borstlap uit te werken tot concrete maatregelen. Die rekenen we ook door, iets wat ontbreekt in het eindrapport van Borstlap. Vóór de zomer moet die exercitie klaar zijn, zodat onze voorstellen kunnen worden meegenomen in de formatie van een nieuw kabinet. Op die manier hoopt AWVN het vuurtje van vernieuwing brandend te houden.′