In een gezamenlijke brief van 15 januari 2019 roepen de Stichting van de Arbeid en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) cao-partijen op om in de cao een laagste loonschaal tussen de 100% en 120% van het wettelijk minimumloon (WML) op te nemen.
In 2013 is in het kader van de banenafspraak afgesproken in alle cao’s laagste loonschalen tussen de 100% en 120% van het WML op te nemen, te beginnen bij 100% WML. Dit ten behoeve van de doelgroep voor de banenafspraak. De Stichting van de Arbeid heeft de sociale partners hiertoe opgeroepen.
Afgesproken is dat er zou worden nagegaan of er voldoende laagste loonschalen, te beginnen bij 100% WML, zijn om deze afspraak waar te maken. Zo niet, dan zou aan cao-partijen gevraagd worden dit alsnog te doen.
In een brief van 3 februari 2014 heeft de staatssecretaris van SZW aangegeven dat ultimo 2015 in 55% van de cao’s een dergelijke loonschaal moet zijn opgenomen. Ultimo 2016 moet dit 85% van de cao’s zijn en in 2017 moeten deze lage loonschalen in alle cao’s zijn opgenomen.
Wordt dit schema niet gehaald, dan treedt een wettelijke bepaling in werking die werkgevers de mogelijkheid geeft werknemers die aangewezen zijn op loonkostensubsidie op individuele basis aan te nemen op 100% van het wettelijk minimumloon. Daarbij is niets geregeld voor een eventuele doorgroei in salaris.
Net als voor 2015 en 2016 heeft het ministerie van SZW voor 2017 alle cao’s onderzocht die op 31 december van dat jaar bij het ministerie zijn aangemeld. Dit betreft 169 bedrijfstak-cao’s en 518 ondernemings-cao’s (in totaal 687 reguliere cao’s). Conclusie is dat de doelstelling van 100% nog zeker niet is gehaald. In totaal is in 49% van de cao’s (339 van de 687 onderzochte cao’s) een loonschaal op WML-niveau opgenomen. Deze 339 cao’s zijn van toepassing op 76% van het totaal aantal werknemers dat valt onder de 687 onderzochte cao’s. Ten opzichte van 2016 is slechts sprake van een lichte stijging. In 2016 was in 46% van de onderzochte cao’s (284 van de 622 cao’s) een loonschaal opgenomen op het WML-niveau.
Sociale partners hebben aangegeven nog een laatste poging te willen doen om laagste loonschalen te realiseren. Concreet hebben zij voorgesteld om samen met de staatssecretaris van SZW een oproep te doen aan cao-partijen die nog niet hebben voorzien in laagste loonschalen. In deze brief die op 15 januari 2019 aan cao-partijen is verzonden, wordt benadrukt dat deze lage loonschalen noodzakelijk zijn om werkgevers te stimuleren, door het wegnemen van financiële drempels, om mensen uit de doelgroep aan te nemen. In de brief wordt aangegeven dat de effecten op de cao’s over 2019 zullen worden gemonitord. Als uit het onderzoek dat is voorzien voorjaar 2020 blijkt dat niet in alle cao’s die sinds de gezamenlijke oproep zijn afgesloten laagste loonschalen zijn opgenomen, wordt de bepaling in de Participatiewet alsnog geactiveerd.
Om dit voor te blijven is het derhalve van belang, voor zover dit nog niet is gebeurd, in cao’s afspraken te maken over de laagste loonschalen tussen 100% en 120% WML voor mensen uit de doelgroep, te beginnen op 100% WML. Als cao-partijen bedenkingen hebben bij het opnemen van laagste loonschalen in hun cao, verzoekt de Stichting van de Arbeid dit aan haar kenbaar te maken.
AWVN vindt het van belang dat sociale partners aan de cao-tafels de landelijk gemaakte afspraken doorvertalen naar passende cao-afspraken. Om dit te stimuleren hebben vakbonden en AWVN in 2017 het zogenaamde protocol voor het doelgroepenakkoord voor het cao-overleg ondertekend, een concrete uitwerking van het sociaal akkoord.
Brief Stichting van de Arbeid-SZW mbt laagste loonschalen aan cao-partijen