Op 17 maart 2021: verkiezingen voor de Tweede Kamer. Als het om de arbeidsmarkt gaat, ligt er een behoorlijke stapel huiswerk te wachten op het nieuwe kabinet!
Op 15 januari 2021, twee maanden voor de Tweede Kamerverkiezingen, bood het kabinet – het derde onder Mark Rutte en dat op 26 oktober 2017 was aangetreden – koning Willem-Alexander het ontslag aan, als reactie op een rapport over de toeslagenaffaire.
Het kabinet (VVD, CDA, D66 en ChristenUnie) regeerde daarna demissionair door tot 10 januari 2022. Toen werd, na een formatie die uiteindelijk 225 dagen duurde, het kabinet-Rutte IV (wederom een coalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie) beëdigd als opvolger.
Deze verzamelpagina is afgesloten op 22 januari 2022.
U vindt op deze pagina verwijzingen naar de artikelen, vlogs en podcasts die AWVN in het kader van de Tweede Kamerverkiezingen 2021, de formatiebesprekingen en het coalitieakkoord publiceerde.
Een nieuw kabinet betekent een nieuwe blik van de politiek op de wereld van werk. Dit keer hoeft het kabinet niet met een leeg canvas te beginnen: de commissie-Borstlap zette in 2020 al een paar dikke strepen op het doek. De coronacrisis onderstreept alleen maar meer dat de wereld van werk toe is aan hervorming. Maar welke politieke ingrepen hebben de hoogste prioriteit?
Dit zijn de drie vraagstukken die AWVN bovenaan de sociale agenda van het volgende kabinet ziet:
• haal de ongerechtvaardigde verschillen tussen werkenden weg en koester de gerechtvaardigde verschillen
• werk aan een sociaal fundament voor alle werkenden en begin met een leven lang ontwikkelen
• verminder de ‘paarse krokodillen’ bij werkgevers en zorg dat werken steviger loont.
Lees in Huiswerk voor het volgende kabinet waarom deze vraagstukken niet van de formatietafel mogen vallen!
Als de coronacrisis geen roet in het eten gooit, vinden de Tweede Kamerverkiezingen op 17 maart 2021 plaats. In de aanloop daar naartoe hebben politieke partijen hun verkiezingsprogramma’s uitgebracht.
AWVN nam de ruim 1.200 pagina’s door van de dertien partijen die nu zetels hebben in de Tweede Kamer. We vonden vijf rode draden in de verkiezingsprogramma’s die relevant zijn voor werkgevers:
• partijen liggen sociaaleconomisch dicht bij elkaar
• Borstlap heeft stevige vinger in de pap
• het vaste contract is norm, rem op flex
• leren blijft een ondergeschoven kindje, werk-privébalans is sterk in opkomst
• van de cao wordt veel verwacht.
• Meer informatie of download het webpaper Verkiezingen 2021 – wat u als werkgever moet weten over de programma’s
• Of download schematisch overzicht ′Analyse verkiezingsprogramma TK 2021′
Op 5 maart 2021 organiseerde AWVN een bijeenkomst waarin de fine fleur van de Nederlandse HR-wereld van gedachten wisselden met een aantal Kamerleden. De HR-top speelde zich online af, want het coronavirus had Nederland nog sterk in z’n greep.
De doorrekening van de verkiezingsprogramma’s die CPB-directeur Pieter Hasekamp speciaal voor het gezelschap kwam toelichten, stemde niet direct vrolijk. Maar er waren ook lichtpuntjes.
Alle partijen willen een hoger minimumloon, zo blijkt uit de evaluatie van de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen in de aanloop naar de verkiezingen. En dat heeft gevolgen voor het hele loongebouw in een sector, stelt AWVN. Dit leidt tot een stijging van de loonkosten. Vooral arbeidsintensieve sectoren worden daardoor geraakt. Daarnaast bieden deze sectoren laagdrempelig werk. Verhoging van de kosten is daarom een risico voor de arbeidsmarkt.
AWVN ziet verhoging van het minimumloon als onderdeel van een breder pakket aan gerichte maatregelen om werkende armoede te voorkomen. Dat kan bijvoorbeeld door de wig – het verschil tussen de kosten die werkgevers maken en wat werknemers overhouden aan salaris – te verlagen. Om de nadelige gevolgen van een verhoging van het minimumloon te verminderen en werkende armoede aan te pakken, beveelt AWVN aan om:
1. gelijktijdig de lasten op arbeid te verlagen, zodat het voor werkgevers aantrekkelijker wordt om mensen aan te nemen en om het aantal banen rond het minimumloon die dreigen te verdwijnen, te beperken
2. het verschil tussen bruto- en nettolonen te verkleinen, zodat werknemers (tot zeker twee keer modaal) meer overhouden van hun loon. Dat maakt méér uren werken extra aantrekkelijk voor werkenden, zo wordt de stijging van de lasten op arbeid gematigd, en zullen er minder banen boven het minimumloon verdwijnen
3. de systematiek van belastingtoeslagen zodanig aan te passen dat verhoging van het minimumloon voor werkenden niet ten koste gaat van andere inkomsten – dit om te bewerkstelligen dat de stijging van het minimumloon écht de inkomens verbetert van werknemers met het minimumloon
4. een sociaal vangnet en betere regelgeving voor laagbetaalde zzp’ers te ontwikkelen (omdat daarmee een belangrijk deel van armoede onder werkenden wordt aangepakt)
5. werk te maken van de aanbevelingen van de commissie-Borstlap om werkgeverschap aantrekkelijker te maken, zodat werkgevers werknemers rond het minimumloon eerder een vaste baan (van grotere omvang) kunnen aanbieden.
Lees er alles over in het position paper WML (2021).
De beoogde coalitie voor het kabinet Rutte-IV volgt op het terrein van de arbeidsmarkt op vrijwel alle punten het eerder verschenen SER-advies voor de middellange termijn, zonder de voorstellen al verder uit te werken.
AWVN is blij dat het SER-advies de basis heeft gevormd. De coalitie lijkt daarmee niet voor een versnelling in het hervormen van de arbeidsmarkt te kiezen, maar voor een stapsgewijze aanpak. Thema’s als een leven lang ontwikkelen, van-werk-naar-werk en een inclusieve arbeidsmarkt die belangrijk zijn om mismatches te voorkomen en te bestrijden, krijgen minder aandacht.
• Lees de analyse van het coalitieakkoord en de toelichtingen op voor werkgevers relevante onderwerpen: wat meldt het coalitieakkoord erover, en wat voor veranderingen gaat dit met zich meebrengen?
• Ook interessant: open brief van Raymond Puts aan Karin van Gennip.