19 september 2024

Prinsjesdag: veranderingen sociale premies en sociale zekerheid

Het kabinet heeft op Prinsjesdag de plannen voor komende jaren gepresenteerd. Wat zijn de belangrijkste afspraken voor werkgevers op het gebied van sociale premies en sociale zekerheid? In dit artikel hebben we ze op een rij gezet.

Veranderingen op het gebied van sociale zekerheid 

Hieronder vindt u de belangrijkste veranderingen op het gebied van sociale zekerheid.

Vereenvoudiging stelsel van sociale zekerheid

Het kabinet gaat aan de slag met de vereenvoudiging van het sociale zekerheidsstelsel. Veel inkomensondersteunende regelingen zijn te ingewikkeld. Mensen weten daardoor niet waar ze recht op hebben. Daardoor zijn ze terughoudend met het aanvragen van een uitkering en krijgen ze te maken met hardheden in het stelsel. Het kabinet start daarom met een hervormingsagenda: de wet- en regelgeving in de sociale zekerheid, toeslagen en inkomstenbelasting wordt vereenvoudigd.

Wat merkt de werkgever? 
Voor veel werkgevers is het huidige sociale zekerheidsstelsel moeilijk te doorgronden. De werkgever weet vaak niet wat er precies van hem of van de werknemer wordt verwacht. Bovendien leidt de complexiteit binnen het stelsel vaak tot extra administratieve lasten. Vereenvoudiging van het stelsel moet ervoor zorgen dat werkgevers weten waar ze aan toe zijn. Ook moeten onnodige administratieve lasten worden weggenomen.

Wat vindt AWVN? 
Niet alleen werknemers, maar ook werkgevers hebben last van de complexiteit van het sociale zekerheidsstelsel. Dit leidt vaak tot onduidelijkheid over verantwoordelijkheden en extra administratieve lasten. AWVN vindt het een goede zaak dat er wordt gekeken naar hoe het stelsel kan worden vereenvoudigd, zolang het tot verbeteringen leidt voor werkgevers en werknemers.

Arbeidsongeschiktheid

Het arbeidsongeschiktheidsstelsel moet toekomstbestendig worden. Het kabinet gaat aan de slag met de aanbevelingen van de commissie OCTAS om te komen tot een arbeidsongeschiktheidsstelsel waarin bestaanszekerheid en vertrouwen centraal staan. Het nieuwe stelsel moet toekomstbestendig, betaalbaar en uitvoerbaar zijn. De focus moet meer komen te liggen op re-integratie en minder op de (medische) beoordeling. Hiermee lijkt het kabinet zich te richten op scenario 2 (werk staat voorop) van de commissie OCTAS. Het kabinet komt later dit jaar met voorstellen voor de uitwerking van de OCTAS-scenario’s.

Wat merkt de werkgever?
Hoewel de plannen nog moeten worden uitgewerkt, leidt het tweede scenario van de commissie OCTAS in ieder geval tot een stijging van de arbeidsongeschiktheidslasten die momenteel door werkgevers betaald worden.

Wat vindt AWVN?
Het zou goed zijn als het kabinet ook de opmerkingen van OCTAS over preventie oppakt als uitgangspunt. Effectieve preventie verlaagt het risico op ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid en leidt dus tot minder uitkeringen en daarmee tot minder kosten voor werkgevers.

Transitievergoeding na 2 jaar ziekte

Vanaf 1 april 2020 krijgen werkgevers compensatie voor de transitievergoeding die zij moeten betalen bij ontslag van een werknemer die twee jaar ziek is. De compensatie is afhankelijk van de hoogte van de betaalde transitievergoeding. Het kabinet wil de compensatieregeling vanaf 1 juli 2026 beperken tot kleine werkgevers met minder dan 25 werknemers. Werkgevers met 25 of meer werknemers worden vanaf dan niet meer gecompenseerd.

Wat merkt de werkgever?
Voor (middel)grote werkgevers betekent het niet langer compenseren van de transitievergoeding na 2 jaar ziekte een lastenverzwaring.

Wat vindt AWVN?
Onduidelijk is wat het kabinet met deze maatregel voor ogen heeft. Omdat een beleidsmatige onderbouwing ontbreekt lijkt het dat dit een pure bezuinigingsmaatregel is. Het risico bestaat dat dit in de praktijk weer gaat leiden tot meer slapende dienstverbanden.

Werkloosheidswet

Het kabinet wil de Werkloosheidwet (WW) aanpassen. Hiervoor worden (in afstemming met onder andere UWV en de sociale partners) verschillende aanpassingsvarianten uitgewerkt. In dat kader worden de volgende varianten genoemd: Het verlengen van de opzegtermijn bij arbeidsovereenkomsten in combinatie met een poortwachterstoets WW bij UWV (1) en/of een verkorting van de maximale WW-duur tot 18 maanden.

Bij de uitwerking vindt het kabinet een integrale blik belangrijk. Daarbij moet aandacht zijn voor vereenvoudiging van de wetgeving voor de WW-gerechtigde en de werkgever. Er is ook oog voor de kwetsbare arbeidsmarktpositie van oudere werklozen. Verder wordt een structurele besparing van 200 miljoen gerealiseerd op de WW.

Wat merkt de werkgever?
Omdat de plannen nog niet bekend zijn, is niet in te schatten wat de gevolgen voor werkgevers zijn.

Wat vindt AWVN?
We zijn benieuwd naar de plannen van het kabinet. Wel vindt AWVN dat het beter aan werk helpen van werklozen leidend moet zijn bij het vormgeven van de plannen. Het moet niet vooral een bezuinigingsdoelstelling zijn.

Veranderingen sociale premies

Hieronder vindt u een overzicht van de wijzigingen in alle premies werknemersverzekeringen en zorgpremies die dit jaar in de Prinsjesdagplannen te vinden zijn.

Werkloosheidswet

Het kabinet verwacht dat de WW-uitgaven de komende jaren stijgen. Hoewel de premies de laatste jaren doorgaans kostendekkend zijn, was er door de (vorige) crisis nog sprake van een aanzienlijk tekort in het Algemeen Werkloosheidsfonds (Awf). Dit tekort is de laatste jaren snel ingelopen. Het vermogenstekort in het Awf bedroeg eind 2022 nog ongeveer 3,5 miljard euro. In 2023 is het tekort weggewerkt. Eind 2024 wordt een overschot verwacht van 6 miljard euro, wat oploopt tot ruim 10 miljard euro eind 2025.

 

Awf-premie

Het Algemeen Werkloosheidsfonds (Awf) financiert de WW-uitkeringen van marktwerkgevers. Als gevolg van de Wab zijn er vanaf 1 januari 2020 twee premietarieven binnen het Awf: een laag tarief voor vaste dienstverbanden en een hoog tarief voor flexibele dienstverbanden.

Om te voorkomen dat contracten die aan de voorwaarden van de lage premie toch als flexibele arbeid worden ingezet (denk aan vaste contracten), zijn er bepaalde uitzonderingen opgenomen. Bij deze uitzonderingen, zogeheten herzieningssituaties, draagt de werkgever met terugwerkende kracht alsnog de hoge premie af. Eén van deze situaties is als een werknemer binnen een kalenderjaar 30 procent of meer uren overwerkt. Deze uitzondering was vanwege de coronacrisis voor de jaren 2020 en 2021 opgeschort, maar is sinds 2022 weer van kracht.

Het lage tarief voor 2025 is voorlopig vastgesteld op 2,74 procent (nu 2,64 procent). Het hoge tarief is voorlopig vastgesteld op 7,74 procent (nu 7,64 procent). De gemiddelde Awf-werkgeverspremie voor 2025 bedraagt 3,89 procent. De definitieve vaststelling van de Awf-premie vindt plaats in oktober.

Overheidswerkgevers betalen geen WW-premie, maar zijn eigenrisicodrager voor de WW. Zij betalen een Ufo-premie (uitvoeringsfonds voor de overheid). Deze premie blijft ten opzichte van 2024 ongewijzigd en bedraagt 0,68 procent.

Arbeidsongeschiktheidsregelingen

In 2025 stijgen de uitkeringslasten WIA (IVA en WGA), inclusief de lasten voor eigenrisicodragers. Dit is het geval omdat de WIA nog een ingroeiende regeling is die nog niet het structurele niveau heeft bereikt.

Aof-premie

Uit het arbeidsongeschiktheidsfonds worden de uitkeringen voor de WGA (na 10 jaar), IVA, WAO, WAZ, WAZO en ZW betaald. De Aof-premie is sinds 1 januari 2022 gedifferentieerd. Kleine werkgevers betalen hierdoor minder Aof-premie. Met deze maatregel komt het kabinet werkgevers tegemoet in het betalen van de kosten van loondoorbetaling bij ziekte. Structureel is 450 miljoen euro beschikbaar voor kleine werkgevers, die dit geld kunnen gebruiken om zich goed te verzekeren. Bijvoorbeeld door het afsluiten van de MKB Verzuimontzorgverzekering.

Werkgevers die niet meer dan 25 keer de gemiddelde premieloonsom verlonen, worden als kleine werkgever aangemerkt. Zij betalen in 2025 6,35 procent Aof-premie (nu 6,18 procent). Grote werkgevers betalen 7,58 procent (nu 7,49 procent). De aangekondigde gemiddelde Aof-premie voor 2024 bedraagt 7,25 procent (nu 7,25 procent). Het vermogensoverschot van het Aof zal volgens de begroting oplopen van 33 miljard euro eind 2024 naar 39 miljard euro eind 2025.

Premieopslag kinderopvang

De premieopslag kinderopvang voor 2025 blijft met 0,5 procent hetzelfde. De premieopslag kinderopvang wordt door werkgevers betaald door middel van een opslag op de Aof-premie.

ZVW-premie

Ook voor 2025 voorziet het kabinet een stijging van de zorgkosten, onder meer door loonstijgingen, inflatie en meer vraag naar zorg. Door de hogere zorgkosten stijgt ook de nominale premie voor de ZVW. Jaarlijks raamt het kabinet de hoogte van de zorgpremie voor het komende jaar. Deze raming is nodig om de ontwikkeling van de koopkracht in te schatten.

De daadwerkelijke premie voor 2025 wordt pas uiterlijk in november 2024 vastgesteld door de zorgverzekeraars. De raming met Prinsjesdag wijkt daarom vaak af van de daadwerkelijke premie.
Voor 2025 raamt het kabinet de stijging van de gemiddelde zorgpremie van 1.792 euro (2024) naar 1.868 euro op jaarbasis. Dat komt neer op ruim 6 euro extra per maand.

Het eigen risico blijft ook in 2025 385 euro en zal in 2027 worden verlaagd tot 165 euro.

Inkomensafhankelijke premie

De zorgkosten worden niet alleen uit de nominale premie gefinancierd. De kosten worden voor de helft betaald uit de inkomensafhankelijke premie die werkgevers afdragen. Deze inkomensafhankelijke bijdrage gaat in 2025 van 6,57 procent naar 6,51 procent. Het maximumbedrag waarover de ZVW-premie wordt berekend gaat in 2025 omhoog van 71.624 euro naar 75.860 euro.

In totaal betalen werkgevers volgend jaar waarschijnlijk ruim 27 miljard euro aan premie voor de Zorgverzekeringswet. De lage inkomensafhankelijke ZVW-premie die onder meer toegepast kan worden door zelfstandigen en gepensioneerden gaat van 5,32 naar 5,26 procent in 2025.

Premie grondslag werknemersverzekeringen

De maximumpremiegrondslag voor de werknemersverzekeringen en de ZVW stijgt van 71.624 euro naar 75.860 euro in 2025.

Over het algemeen ziet AWVN dat de premies (en de daaraan gerelateerde werkgeverslasten) in totaal iets omhoog gaan. Deze ontwikkeling wordt veroorzaakt door de stijging van de premie Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) en het Werkloosheidsfonds (Awf). Dat terwijl het totaalsaldo van het Aof en Awf nog steeds stijgt. Het vermogensoverschot van de fondsen stijgt naar verwachting in 2025 naar iets meer dan 50 miljard euro. Het exploitatiesaldo van de fondsen maakt onderdeel uit van het totale EMU-saldo van de overheid.

AWVN vindt het opmerkelijk dat net zoals in voorgaande jaren de Aof- en Awf-premie weer zodanig hoog wordt vastgesteld dat het vermogen van de fondsen nog verder toeneemt. En dat terwijl er al sprake is van een ruim overschot.

Het gaat hier om premies voor werknemersverzekeringen die werkgevers betalen. Dat betekent dat de hoogte van de premies beter afgestemd moeten worden op de te verwachten lasten, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden zoals bijvoorbeeld een economische crisis.

Wilt u meer weten over de gevolgen van de Prinsjesdagplannen voor werkgevers? 

We hebben alle informatie inzichtelijk gemaakt op onze Prinsjesdagpagina. Op de pagina vindt u samenvattingen, verschillende nieuwsberichten en een uitgebreide analyse van alle plannen die relevant zijn voor HR en werkgevers.

Ga naar de pagina

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden