De tussenevaluatie cao-seizoen 2019 van AWVN. De focus op 5% procent loonsverhoging, leidt tot vertraging in het cao-jaar 2019 en versmalt, hoewel het aantal afspraken over vitaliteit van werknemer en organisatie licht is gestegen, de cao-agenda.
Het cao-jaar 2019 is halverwege. We tellen eind juni 170 cao-akkoorden die in 2019 beginnen voor bijna 750.000 werknemers. Onder andere schoonmakers, bakkers, werknemers van NXP, Achmea en KPN hebben een nieuwe cao.
Aan de onderhandelingstafel ligt de focus op hoger loon. Vakcentrales zetten in alle cao-voorstellen prominent in op 5%, meestal gevolgd door het generatiepact.
Met grote moeite lukt het werkgevers om deze landelijke 5% om te buigen in een loonafspraak die beter past bij de specifieke situatie van de cao. Dat het lastig is om tot een akkoord te komen dit jaar, zien we terug in stakingen en acties, in het achterblijvend aantal cao-akkoorden en in een tweemaal zo groot aantal eindboden.
De gemaakte loonafspraken passen uiteindelijk in het bekende sectorale beeld: daar waar meer ruimte is voor structurele loonafspraken, zien we een hoger loon en sectoren met een lastiger economische situatie kennen een lagere contractloonstijging. De cao-onderhandelaars komen uiteindelijk tot verstandige afspraken.
Een tweede patroon zien we in de tijd. De cao-lonen stijgen iedere maand harder. Dit patroon past in onze eerdere verwachting dat het landelijke gemiddelde van alle losse contractloonstijgingen de macro-economische groei volgt, met een vertraging van bijna anderhalf jaar. Dat zien we ook in 2019 gebeuren: de economie groeit minder hard, maar de cao-lonen stijgen nog gewoon door. In juni komt de gemiddelde contractloonstijging zelfs boven de 3,0% uit.
Smallere cao-agenda
Het kind van de rekening van al die aandacht voor de loonparagraaf, is de vitale werknemer in een vitale organisatie. Door de focus op 5% gaat er veel energie verloren om vernieuwende afspraken te maken over eigen regie van de werknemer (bijvoorbeeld PKB), langer doorwerken en flexibele organisaties. Bovendien maken vakbonden liever afspraken over het generatiepact of andere vormen waarbij oudere werknemers minder uren hoeven te werken, terwijl veel werkgevers liever willen praten over de ombouw van ontziemaatregelen. Op die manier kan voorkomen worden dat de huidige jongere werknemers hun arbeidsmarktwaarde in de toekomst zien krimpen.
Natuurlijk zien we wel enkele mooie afspraken in 2019 over vitale werknemers in een vitale organisatie, maar die lijst had nog veel langer moeten zijn.
Kortom…
De focus op 5% leidt tot vertraging in het cao-jaar 2019 en het vertraagt de cao-vernieuwing. De uniforme looneis, overal 5%, komt – meestal na veel energieverlies – uit op een beter bij het bedrijf of de bedrijfstak passende loonstijging. De afspraken over vitaliteit van werknemer en organisatie stijgen, maar deze stijging blijft achter bij het tempo waarin de lonen stijgen.