Vier verzekeraars, een bank en drie vakorganisaties hebben gezamenlijk een werkcode opgesteld. Daarin hebben zij vijf uitgangspunten opgenomen die een ‘inclusieve arbeidsmarkt voor alle werkenden’ mogelijk moeten maken. Drie vragen over deze vernieuwende werkwijze aan Robert Boulogne, manager HR-beleid bij verzekeraar Achmea en één van de initiatiefnemers.
De vijf uitgangspunten van de werkcode
1. Duurzame arbeidsrelaties: flexibele arbeid blijft nodig om ziekte of drukte op piekmomenten op te vangen, maar structureel werk wordt zoveel mogelijk georganiseerd in vaste contracten.
2. Investeringen in leren en ontwikkelen is voor alle werkenden van belang voor (economische) groei op de lange termijn.
3. Spiegelbeginsel: werkenden die hetzelfde werk verrichten worden gelijk beloond, gewaardeerd en behandeld.
4. Goed werkgeverschap is ook goed opdrachtgeverschap; alle werkenden voelen zich onderdeel van de organisatie.
5. Alle werkenden hebben toegang tot voorzieningen voor arbeidsongeschiktheid en pensioen.
Waarom vond u het nodig om een werkcode op te stellen?
‘Als grote werkgevers hebben wij maatschappelijke verantwoordelijkheid. Wij zien dat flexibilisering grote voordelen heeft, maar we zien ook de keerzijden. Harry van de Kraats had het al over ‘de nieuwe sociale kwestie’. We wilden niet wachten op wet- en regelgeving, maar als sociale partners zelf het initiatief nemen. Hoe gaan we in de toekomst om met flexibele arbeid? Over die vraag hebben we ons gebogen en daar is de werkcode het gevolg van.’
In hoeverre is deze werkcode geschikt voor andere sectoren?
‘Het verzekerings- en bankwezen heeft het verkleinen van risico’s als license to operate. Op de arbeidsmarkt zien we nu ook risico’s ontstaan. Nu hebben wij het voortouw genomen om daartegen maatregelen te treffen en we nodigen iedereen uit om daarbij aan te haken. De zorgsector en de Vereniging van Banken hebben al belangstelling getoond, dus dat is een mooie eerste stap.’
Wat vindt u de mooiste afspraak uit de code?
‘Dat goed werkgeverschap ook goed opdrachtgeverschap inhoudt. HR-afdelingen houden zich nu nog vooral bezig met het cao-personeel. Andere arbeidsvormen, waarvan er steeds grotere volumes komen, vallen onder de afdeling inkoop. Zo krijg je een tweedeling tussen de mensen met een arbeidsovereenkomst en de rest. Daar stellen wij ons als sociale partners eendrachtig tegen teweer. Wij willen dat alle werkenden toegang krijgen tot zaken als medezeggenschap en opleidingen en trainingen. In deze werkcode werkt de polder weer!’
AWVN vindt de aandacht voor goed opdrachtgeverschap en werkgeverschap belangrijk. Wij zien net als partijen in de werkbeweging dat er nog wel een tandje bij mag, zeker nu de arbeidsmarkt krap is. De werkcode laat zien dat ook op arbeidsvoorwaardenniveau mogelijkheden zijn om verschillen tussen contractvormen te verkleinen: van toegang tot verzekeringen tot gelijke scholingsmogelijkheden. De code sluit ook aan bij het gedachtegoed van AWVN dat we toe moeten naar een arbeidsmarkt met spelregels gericht op alle werkenden.