NOW-tool nu mét nacalculatie

Bereken nu ook de feitelijke subsidie
Met de tijdelijke noodmaatregel overbrugging behoud werkgelegenheid (NOW) kunt u subsidie aanvragen en een voorschot op uw loonkosten krijgen. AWVN heeft de bestaande NOW-tool uitgebreid. Bereken nu ook de verwachte feitelijke subsidie (nacalculatie).

In de uitgebreide NOW-tool wordt op basis van uw verwachte loonsom in het 3e t/m 5e loonaangifte-tijdvak berekend of u een terugvordering of een nabetaling op het verkregen voorschot kunt verwachten.

Samenvatting procedure

  • 1e aanvraag subsidie vanaf 6 april t/m 5 juni 2020.
  • beslisperiode 13 weken; werkgever krijgt alvast een voorschot van 80% in 3 termijnen; eerste termijn verwacht 2 à 4 weken na de 1e aanvraag. Volgende termijnen 1 en 2 maanden later.
  • de aanvullende tegemoetkoming voor de “seizoensbedrijven” zal na afloop van de subsidieperiode, maar niet eerder dan september, tot een uitbetaling leiden.
  • binnen 24 weken na afloop van de omzetmeetperiode dient werkgever een verzoek in om definitieve vaststelling van de subsidie (via speciaal formulier uwv).
  • binnen 22 weken na ontvangst van de definitieve aanvraag wordt de definitieve subsidie vastgesteld en vindt afrekening plaats.

Doel

Tegemoetkomen werkgevers in de betaling van de loonkosten in de periode van 1 maart t/m 31 mei 2020 om aldus werkgelegenheid te behouden. De NOW komt in de plaats van de regeling voor werktijdverkorting. De regeling voor werktijdverkorting is dus gestopt. In tegenstelling tot de regeling voor werktijdverkorting verbruiken werknemers geen WW-rechten over de periode waarvoor NOW wordt verstrekt. De mogelijkheid om deze noodmaatregel met drie maanden te verlengen wordt nadrukkelijk opengehouden. Daarover zal dan voor 1 juni 2020 worden besloten, zodat deze tweede tranche aansluit op de eerste aanvraagperiode die op 31 mei eindigt.

Voorwaarden in het kort

  • de verwachte omzetdaling bedraagt ten minste 20% (afgerond naar boven op gehele procenten, dus 19% plus 1 euro is voldoende) gedurende een aaneengesloten periode van 3 kalendermaanden in de periode van 1 maart t/m 31 juli 2020.
  • werkgever betaalt in beginsel het volledige salaris door.
  • als werkgever na 17 maart 2020 ontslagverzoeken voor werknemers heeft ingediend om bedrijfseconomische redenen wordt de subsidie verminderd met 1,5 keer de gemaximeerde loonsom van de desbetreffende werknemers (boete).
  • werkgever is verplicht OR, personeelsvertegenwoordiging of bij ontbreken daarvan, de werknemers te informeren over de subsidieverlening.

Aanvragen subsidie

  • een aanvraag voor subsidie kan worden ingediend vanaf 6 april 2020 tot en met 5 juni 2020; via een aanvraagformulier dat op www.uwv.nl beschikbaar wordt gesteld.
  • subsidie wordt aangevraagd per loonheffingennummer.
  • de minister besluit uiterlijk binnen 13 weken na ontvangst van de volledige (eerste) aanvraag tot subsidieverlening. In de praktijk wordt ernaar gestreefd om de betaling de eerste termijn van het voorschot binnen 2 à 4 weken na ontvangst van de aanvraag te realiseren. De verstrekking van het voorschot vindt plaats in 3 termijnen.

Hoogte van de subsidie

  • in zijn algemeenheid bedraagt de subsidie:
    subsidie = verwachte omzetdaling (%) * loonsom januari 2020 *3 * 1,3 (opslag 30% werkgeverslasten) * 90% waarbij er diverse correcties op de loonsom worden toegepast (zie bij definitie loonsom) of rechtstreeks op de subsidie.

Omzetbepaling

  • bedrijfsuitoefening is aangevangen voor 1 januari 2019:
    referentie omzet (3 maanden) = omzet 2019 / 4.
  • bedrijfsuitoefening is aangevangen na 1 januari 2019:
    referentie omzet (3 maanden) = (omzet vanaf 1e kalendermaand na aanvang bedrijfsuitoefening t/m 29 februari 2019) * 3 aantal kalendermaanden
  • het betreft de omzet voor de gehele onderneming (concernniveau; dus op het hoogste aggregratieniveau).
  • afwijking per werkmaatschappij: onder voorwaarden is het mogelijk om de omzet te baseren op het niveau van de werkmaatschappij. Een van de voorwaarden is dat u reeds voor de subsidieaanvraag een gedagtekende overeenkomst tot werkbehoud moet afsluiten met de vakbonden. Daarnaast mogen onderdelen van het concern geen bonussen uitkeren. Tot slot is vereist dat de omzetdaling van het concern onder de drempel blijft van 20%.
  • voor de opgave van de verwachte omzet in de drie aaneengesloten kalendermaanden kan worden gekozen voor een ingangsdatum van 1 maart, 1 april of 1 mei. Dit omdat er wellicht een na-ijl effect zit in de omzetdaling. De meetperiode van de omzet kan dus afwijken van de periode (1 maart t/m 31 mei ) waarop de tegemoetkoming in de loonkosten betrekking heeft.
  • alternatieve referentie-omzet bij overgang van onderneming in 2019: de omzetdaling wordt bepaald door de omzet in de gekozen meetperiode (maart – mei, april – juni of mei – juli) af te zetten tegen 25% van de omzet over 2019. Bij overgang van onderneming in 2019 geeft de referentie-omzet over 2019 veelal geen juist beeld, omdat de thans bestaande onderneming nog niet (volledig) bestond. In die gevallen kan de werkgever kiezen voor de regeling m.b.t. de referentie-omzet zoals die nu al geldt voor bedrijven die na 1 januari 2019 gestart zijn. De referentie-omzet wordt dan bepaald over de maanden vanaf de start van het bedrijf of de overgang van onderneming, tot en met 29 februari 2020. Dit wordt dan omgerekend naar een periode van drie maanden. De start of overgang van onderneming moet hebben plaatsgevonden voor 1 februari 2020.
  • voor de omzet definitie is aangesloten bij de definitie in het jaarrekeningenrecht (netto-omzet)

Loonsom bij maandbetaling

  • startpunt in de tool is het SV loonsom van alle werknemers in januari 2020.
  • indien de loonsom januari niet bekend is, moet worden uitgegaan van de loonsom november 2019. Indien deze ook niet bekend is bij het UWV kan geen subsidie worden verstrekt.
  • seizoensbedrijven: bij de definitieve vaststelling van de subsidie wordt de loonsom in de periode maart t/m mei 2020 gehanteerd als deze hoger is dan driemaal de loonsom van januari. Deze wordt daarbij wel gemaximeerd op driemaal de loonsom van maart. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan ondernemingen die in de winterperiode veel minder personeel in dienst hebben dan in het voorjaar. De maatregel is gericht op seizoensbedrijven, maar geldt voor alle werkgevers.

Correcties op de loonsom januari ter bepaling factor B:

  • lid a: de loonsom wordt gecorrigeerd met de UWV uitkeringen die door u tussenkomst zijn uitbetaald aan uw werknemers (niet in tool opgenomen).
  • lid b: indien tussentijds vakantiebijslag in januari is uitbetaald (terwijl de vakantiebijslag door de werkgever normaliter wordt gereserveerd) dient de opgegeven loonsom verminderd te worden met de uitbetaalde vakantiebijslag. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als vakantiebijslag in de eindafrekening bij ontslag is uitbetaald (in rekentool opgenomen).
  • lid c: indien de vakantiebijslag niet door de werkgever wordt gereserveerd (maar maandelijks wordt uitbetaald, zoals bij een all-in loon), dan wordt de opgegeven loonsom vermenigvuldigd met 0,926 (100/108) (in rekentool opgenomen).
  • lid d: Tot slot maximering van het loon op 2 keer het maximum premieloon per maand (€ 9.538 per werknemer) na toepassing onderdelen a t/m c (in rekentool opgenomen)
  • uitfiltering 13e maand: de loonsom wordt verminderd met een extra periode salaris dat naast het reguliere loon en vakantiebijslag wordt uitbetaald in het tijdvak, bedoeld in het tweede, derde of vierde lid van artikel 10. Onder extra periode salaris wordt verstaan extra loon dat naast het reguliere loon en vakantiebijslag wordt uitbetaald naar aanleiding van afspraken in de individuele of collectieve arbeidsovereenkomst, en dat niet afhankelijk is van bedrijfsresultaten of kwalitatieve of kwantitatieve prestaties van de werknemer.

Loonsom bij 4 weken betaling

  • startpunt in de tool is het SV loonsom van alle werknemers in de eerste 4 weken van 2020.
  • indien de loonsom in de eerste 4 weken 2020 niet bekend is, moet worden uitgegaan van de loonsom in het 12e aangiftetijdvak van 2019. Indien deze ook niet bekend is bij het UWV kan geen subsidie worden verstrekt.
  • seizoensbedrijven: bij de definitieve vaststelling van de subsidie wordt de loonsom in de periode maart t/m mei 2020 gehanteerd als deze hoger is dan driemaal de loonsom van januari. Deze wordt daarbij wel gemaximeerd op driemaal de loonsom van maart. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan ondernemingen die in de winterperiode veel minder personeel in dienst hebben dan in het voorjaar. Dat zijn met name seizoensbedrijven, maar deze aanpassing geldt voor alle werkgevers.

Correcties op de loonsom januari ter bepaling factor B:

  • lid a: de loonsom wordt gecorrigeerd met de UWV uitkeringen die door uw tussenkomst zijn uitbetaald aan uw werknemers (niet in tool opgenomen).
  • lid b; indien tussentijds vakantiebijslag in de eerste 4 weken is uitbetaald (terwijl de vakantiebijslag door de werkgever normaliter wordt gereserveerd) dient de opgegeven loonsom verminderd te worden met de uitbetaalde vakantiebijslag. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als vakantiebijslag in de eindafrekening bij ontslag is uitbetaald (in rekentool opgenomen).
  • lid c: indien de vakantiebijslag niet door de werkgever wordt gereserveerd (maar maandelijks wordt uitbetaald, zoals bij een all-in loon), dan wordt de opgegeven loonsom vermenigvuldigd met 0,926 (100/108) (in rekentool opgenomen).
  • omdat de uitbetaling per 4 weken plaatsvindt wordt de loonsom vermenigvuldigd met 1,0833 (in rekentool opgenomen).
  • lid d: Tot slot maximering van het op maandbasis omgerekende loon op 2 keer het maximum premieloon per maand (€ 9.538 per werknemer) (in rekentool opgenomen).
  • uitfiltering 13e periode: de loonsom wordt verminderd met een extra periode salaris dat naast het reguliere loon en vakantiebijslag wordt uitbetaald in het tijdvak, bedoeld in het tweede, derde of vierde lid van artikel 10. Onder extra periode salaris wordt verstaan extra loon dat naast het reguliere loon en vakantiebijslag wordt uitbetaald naar aanleiding van afspraken in de individuele of collectieve arbeidsovereenkomst, en dat niet afhankelijk is van bedrijfsresultaten of kwalitatieve of kwantitatieve prestaties van de werknemer.

Eindafrekening subsidie

  • als de loonsom in de periode maart t/m mei (factor C) lager is dan 3 maal de factor B wordt de subsidie verlaagd met het loonverschil (1,3*0,9). Het is dus niet zo dat een lagere loonsom de subsidie naar rato verlaagd.
  • als werkgever na 17 maart 2020 ontslagverzoeken voor werknemers heeft ingediend om bedrijfseconomische redenen wordt de subsidie verminderd met 1,5 keer de gemaximeerde loonsom van de desbetreffende werknemers (boete).
  • de loonsom zoals hier bedoeld is de loonsom omgerekend op maandbasis en na correctie voor de vakantiebijslag e.d., alsmede de maximering op € 9.538.
  • er kan niet meer subsidie worden teruggevorderd dan is ontvangen.

Opslag werkgeverslasten

  • in de regeling wordt gerekend met een uniforme opslag van 30% voor werkgeverslasten. Dit is inclusief 8% vakantiebijslag. Ook in de definitieve afrekening wordt uitgegaan van deze opslag van 30% en niet van de werkelijke werkgeverslasten die veel hoger kunnen zijn.
Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden