Vaststellingsovereenkomst en bedenktermijn

Arbeidsrecht - arbeidsovereenkomstWat kan AWVN voor u betekenen?
Bekijk de dienstverlening van AWVN op het gebied van het arbeidsrecht.

Een werknemer heeft sinds de Wwz het recht om een schriftelijke overeenkomst die de arbeidsovereenkomst beëindigt (beter bekend als vaststellingsovereenkomst of beëindigingsovereenkomst), zonder opgaaf van reden schriftelijk te ontbinden binnen 14 dagen na de datum waarop de overeenkomst tot stand is gekomen.
De bedenktermijn is drie weken als in de vaststellingsovereenkomst het recht op ontbinding niet is opgenomen. Er is geen bedenktermijn meer van toepassing als de werknemer gebruik heeft gemaakt van zijn recht de beëindigingsovereenkomst te ontbinden en opnieuw een beëindigingsovereenkomst met zijn werkgever sluit binnen 6 maanden
Voor een statutair bestuurde, die zich niet op herstel van de arbeidsovereenkomst kan beroepen, geldt ook geen bedektermijn.

Wanneer begint de bedenktermijn te lopen?

De wet bepaalt slechts dat de termijn begint te lopen na de datum waarop de beëindigingsovereenkomst ‘tot stand is gekomen’.
De kantonrechter te Rotterdam (ECLI:NL:RBROT:2016:996) heeft geoordeeld dat niet de datum waarop de gemachtigde een akkoord gaf, maar de datum van ondertekening door de werknemer de bedenktermijn deed aanvangen. De kantonrechter Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2017:3432) oordeelde echter dat de werknemer met een eerdere e-mail (dus schriftelijk) het voorstel van de werkgever had aanvaard, daarmee de beëindigingsovereenkomst tot stand was gekomen en dus ook de bedenktermijn was gaan lopen. Deze zienswijze is door meerdere rechters gevolgd, o.a. de rechtbank Rotterdam (ECLI:NL:RBROT:2019:4983) en rechtbank Noord-Holland (ECLI:NL:RBNHO:2021:9155).
Hoewel discussie mogelijk kan zijn, lijkt met name het moment van schriftelijke overeenstemming (al dan niet per e-mail) en niet het moment van ondertekening van belang. Als in de vaststellingsovereenkomst een ander moment is opgenomen, bijvoorbeeld dat de bedenktermijn pas vanaf het moment van ondertekenen gaat lopen, is door de Rechtbank Rotterdam overwogen dat in dat geval de termijn gaat lopen vanaf het moment van ondertekenen (Rb. Rotterdam, ECLI:NL:RBROT:2019:4983).

Update Maaike Hilhorst, 12/2022

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden