Transitieplan pensioenregeling: Beeld en Geluid kreeg vakbond mee

Voor de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel moet iedere werkgever een transitieplan opstellen. AWVN stond Beeld & Geluid in Hilversum bij om naast de ondernemingsraad ook de vakbond akkoord te laten gaan. Dat lukte, zelfs met een premieverlaging.

 

Het Nederlands instituut voor Beeld & Geluid in Hilversum, onder meer bekend van het Mediamuseum, had een transitieplan klaarliggen. Dat plan moet iedere werkgever maken als basis voor de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. De ondernemingsraad (OR) had meegekeken met het plan en kon zich erin vinden, vertelt hoofd HR Anja Koning. ‘Wij hebben een eigen cao en een eigen pensioenregeling. Uit onze cao was niet heel duidelijk op te maken wie de gesprekspartner is voor de pensioenen en daarmee voor het transitieplan: de OR of de vakbond. In eerste instantie dachten wij alleen aan de OR. Toen het transitieplan bijna klaar was, ging een collega met wie ik hieraan werkte, op sabbatical. Het is best complexe materie, dus ik wilde een professionele partij om mee te sparren. Zo ben ik, via onze cao-adviseur van AWVN, bij zijn collega Wim Hoogendoorn als senior pensioendeskundige terechtgekomen. Dat was heel fijn, want hij kon ook zijn collega-juristen inschakelen om naar het vraagstuk te kijken. Het is handig om via één adviseur toegang te hebben tot alle expertises bij AWVN.’

Ook de vakbond bij transitieplan betrekken

Beeld en Geluid
Nederlands Instituut Beeld en Geluid, Hilversum.

De conclusie was dat het verstandiger was ook de vakbond te betrekken bij het transitieplan. Dat was op dat moment al rond en bevatte onder meer de overgang naar een lagere pensioenpremie. Daar zit een verhaal achter, vertelt Koning. ‘We hadden de premie een paar jaar eerder tijdelijk verhoogd, ter compensatie van de versobering van de collectieve pensioenregeling waar we op dat moment in deelnamen. Zo hadden we dus een eigen pensioenregeling gekregen. Met de overgang naar het nieuwe stelsel zagen we dat we zónder die tijdelijke verhoging ook uitkwamen op een goed pensioen. Dat was uiteraard ons streven: bij het invaren in de nieuwe regeling moest niemand erop achteruitgaan. Vandaar de premieverlaging. Voor de vakbonden was die verlaging in eerste instantie bezwaarlijk. Zij streven naar een gelijkblijvende premie bij de overgang.’

Goede argumenten
Juist op dit punt heeft de inzet van AWVN enorm geholpen, stelt Koning. ‘Wim wist met goede argumenten de vakbond ervan te overtuigen dat een gelijkblijvende premie in dit geval niet noodzakelijk was. Hij is een kei in het verbinden van partijen, schakelt snel en wist de gesprekken op een fijne, rustige manier te begeleiden, met humor. Het is wel een paar weken heel spannend geweest. Juist daarom is het in zo’n proces heel fijn om met z’n tweeën op te trekken. Pensioen is een hele belangrijke arbeidsvoorwaarde waar alle medewerkers mee te maken hebben. Dat wil je goed regelen. Ik kon leunen op de expertise van Wim en zijn collega’s. Mede dankzij hun inzet hebben de vakbonden het transitieplan op tijd goedgekeurd.’

Wim Hoogendoorn, pensioenregeling
Wim Hoogendoorn

‘Vertrouwen is belangrijker dan technische argumenten’

‘Bij vrijwel iedere organisatie speelt wel iets waardoor de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel niet helemaal standaard is’, zegt Wim Hoogendoorn, senior pensioenadviseur bij AWVN. ‘Zo maakte de eerdere verhoging van de pensioenpremie de situatie bij Beeld & Geluid anders dan anders. Zulke uitzonderingen kunnen een instemmingsproces ingewikkeld maken.’

De eerste vraag in het proces was wie de gesprekspartner was: alleen de OR of ook de vakbond. Hoogendoorn: ‘Dat was niet helemaal duidelijk. Juridisch kon je twee kanten op redeneren. Het is belangrijk dat goed te onderzoeken, om problemen in een later stadium te voorkomen. Omdat de pensioenwet ook geldt voor gepensioneerden en zogeheten slapers, was het in dit geval beter de vakbond ook te betrekken. De OR vertegenwoordigt deze partijen namelijk niet.’

Dat de vakbond relatief laat werd betrokken bij de gesprekken, was een complicerende factor. ‘Het onderhandelen begon toen het transitieplan al klaarlag. Door onze ervaring weten wij dat premieverlaging gevoelig ligt bij vakbonden.’ Het is juist diezelfde ervaring waardoor het wel is gelukt, stelt Hoogendoorn. ‘Ik kende de betreffende vakbondsbestuurder al jaren. Het is belangrijk dat je van elkaar weet dat je betrouwbaar bent. Je probeert de ander ertoe te bewegen anders naar de materie te kijken. In dit geval ging dat om het verhaal achter de eerdere premieverhoging. Dat technische verhaal is belangrijk, maar nog daarvóór is het belangrijk dat je elkaar vertrouwt. Met alleen het uitwisselen van technische argumenten kom je er niet.’

In het proces is het belangrijk om oog te hebben voor de achterban van de vakbond én voor de bovenban van de bestuurder. ‘Hij moet terug kunnen komen met goede argumenten voor zijn instemming. We hebben stuk voor stuk gereageerd op de punten van de vakbond. Resultaat was dat het transitieplan onveranderd is gebleven. We hebben een bijlage toegevoegd waarin we tegemoetkomen aan de punten van de vakbond.’

Tekst Berber Bijma

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden