De stapsgewijze verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd is in de Algemene Ouderdomswet (AOW) leeftijd vastgelegd. Vanaf 2026 is de AOW-gerechtigde leeftijd gekoppeld aan de ontwikkeling van de levensverwachting. In de wet is vastgelegd dat verdere verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd jaarlijks wordt bepaald aan de hand van de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd. Daarnaast is in het Pensioenakkoord van 2019 afgesproken dat een jaar langere levensverwachting een stijging van de pensioenleeftijd met acht maanden met zich meebrengt.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) levert jaarlijks de prognose van de resterende levensverwachting op 65 jaar. Dat becijferde dat de levensverwachting de laatste twaalf maanden niet is gestegen. Het CBS verwacht dat een huidige 65-jarige een resterende levensverwachting heeft van 20,93 jaar, net iets minder dan een 65-jarige vorig jaar had (20,94 jaar). De AOW-leeftijd blijft daarom in 2027 67 jaar – dezelfde leeftijd die vorig jaar werd vastgesteld voor het kalenderjaar 2026.
Het CBS ziet corona als de belangrijkste oorzaak van de stagnerende levensverwachting. Sinds het begin van de corona-epidemie in maart 2020, zo laat het CBS op haar website weten, lag de sterfte in Nederland hoger dan gemiddeld. Er overleden naar schatting 10 procent meer mensen dan verwacht als er geen corona-epidemie was geweest. Ook in 2021 zijn er tot nu toe meer mensen overleden (ruim 4 procent meer). Afhankelijk van de ontwikkeling in de rest van het jaar zal de levensverwachting in 2021, net als in 2020, lager zijn dan wanneer er geen corona was geweest.
Het CBS verwacht niet dat de coronapandemie de ontwikkelingen met betrekking tot de levensverwachting – de trend is al decennialang een gestaag stijgende lijn – op de wat langere termijn nadelig zal beïnvloeden.
