Cao-onderhandelingen BOVAG onder bijzondere omstandigheden: toch geslaagd
In onze arbeidsvoorwaardennota voor 2021 Schaken op meerdere borden. Arbeidsvoorwaarden in onzekere tijden benoemen we vijf thema’s die dit jaar een rol spelen aan de cao-tafel. Één daarvan is werk belonen, wat tijdens de coronacrisis soms best een uitdaging is.
Sommige organisaties hebben helemaal geen last van de coronacrisis, andere juist wel. Zij komen in moeilijk vaarwater of bevonden zich voor corona al in een lastige positie en moeten reorganiseren. In 2020 ontstond de situatie dat de contractlonen in de marktsector met 2,4% toenamen – gevolg van de hoogconjunctuur en arbeidsmarktkrapte voor corona, terwijl de economie met ruim 4% kromp. Vakbonden wijzen graag op de bedrijven die geen last hebben van corona of er juist garen bij spinnen, terwijl het beeld in werkelijkheid nogal divers is, ook binnen branches.
BOVAG is een voorbeeld van zo’n branche met een divers beeld: de fietsen, motoren en occasion-verkoop gingen aardig tot goed; verkoop van nieuwe auto’s en verhuur hadden het echt lastig. Peter Niesink, algemeen directeur en verenigingsbestuurder van BOVAG en Caroline Bekkering, manager arbeidsvoorwaarden & ontwikkeling, vertellen er meer over. Hoe hebben zij er met bonden voor gezorgd dat de cao werd hernieuwd?
Voor onderhandelaar Caroline Bekkering ging de onderhandeling dit jaar anders dan anders: samen met algemeen directeur Peter Niesink besloten ze onder de omstandigheden van corona het roer helemaal om te gooien. “Nadat vorig voorjaar corona uitbrak, werd al snel duidelijk dat het wel eens een heel rare zomer zou kunnen worden. Maar we hadden natuurlijk nog geen idee hoe lang alles zou duren”, trapt Peter af. “Wel dachten we dat een gewone cao-hernieuwing niet aan de orde was. Deze omstandigheden waren zo vreemd, dit had niemand ooit meegemaakt.” Caroline pakt over: “We wisten door de frequente peilingen via corona-monitor heel goed hoe de vlag er bij onze leden bijhing. En die informatie deelden we ook met de bonden.” Peter vult aan: “We hadden natuurlijk wel onderwerpen voorbereid, dat doen wij en dat doen de bonden ook, maar wat heb je daaraan in een tijd als deze? Wij vonden: een crisistijd, vraagt om een crisis-cao. We hebben eerst met onze achterban de visie op de situatie besproken en alle onzekerheden en pijn die daarbij horen geïnventariseerd. We kwamen er al snel uit dat een mandaat vooraf, of een kant en klare nota, helemaal niet aan de orde waren.”
“We hebben in het eerste overleg met bonden al onze kaarten op tafel gelegd en het eerlijke verhaal verteld: het gaat bij sommigen zo slecht, een gewone cao-hernieuwing zit er niet in. Bonden hadden natuurlijk ook van te voren nagedacht en contact met hun achterban gehad, en gingen eigenlijk voor een loonsverhoging, vanuit de gedachte dat het bij enkele van onze leden toch goed ging. Wij zeiden daarop: we vragen echt niet om loon in te leveren, maar we geven eerlijk aan dat de situatie gewoon heel mager is. We hebben gelukkig al jaren heel goed contact met de bonden en we konden in deelsessies, waarna we steeds overleg hadden met de achterbannen, goed vooruit komen. Gelukkig is er veel wederzijds respect. Er was oor voor ons verhaal. En wij hadden oor voor hun kijk op de zaak.”
Caroline: “We waren dan wel op de gebruikelijke manier de dans begonnen, met brieven en eisen en zo, maar aan tafel werden we het al snel eens dat dit geen zin had. Een volwaardig cao-traject zat er gewoon niet in. We hebben toen de nieuwe situatie onder corona verkend en hebben besloten tot een crisis-cao. Daarin zit de clausule dat als je als werkgever geen ruimte hebt, geen loonsverhoging kan betalen, dat dat dan ook niet hoeft.” Peter vult aan: “We hebben dit ook heel bewust zo genoemd, een crisis-cao, om de bijzonderheid van de situatie aan te geven en zo ook de verwachtingen te temperen.”
De cao Motorvoertuigbedrijf in het kort
– Looptijd van 1 november 2020 tot 1 april 2022 (17 maanden), d.d. 19 november 2020.
– Loonafspraken: 12-maands = 1,41% (2% in 17 maanden): 1% per 1-1-2021 + 1% per 1-1-2022
– Bijzonder: crisis-cao met maatregelen.
1. De werkgever kan beide loonsverhogingen geheel of gedeeltelijk een jaar uitstellen, maar moet dan wel per 0,5% loonsverhoging eenmalig een extra vrije dag geven (crisisbestrijdingsdag).
2. Bedrijven die vanwege grote omzetverliezen definitief recht hebben gekregen op de NOW 2- en de NOW 3-regeling (dus beide regelingen!), hoeven de loonsverhoging van 1-2-2021 niet te betalen.
Caroline: “Eigenlijk zijn er drie elementen die deze cao tot een crisis-cao maken en dat zijn de loonparagraaf, de RVU en de BBL. Om met die loonparagraaf te beginnen: in plaats van een loonstijging kan de medewerker tijdelijk meer vakantiedagen opnemen. Loonsverhoging voor verlof dus. Crisisbestrijdingsdagen noemen de vakbonden dat. Want als het minder gaat, dan is er ook minder te doen. Heb je als werkgever gebruikgemaakt van NOW 2 en 3? Dan is de loonsverhoging van 1 februari 2021 niet aan de orde.
Ten tweede de RVU-regeling, die werd heel belangrijk dit jaar. Juist in tijden van krimp is het belangrijk dat je als werkgever de fitte werknemers kunt behouden en dat je voor de oudere medewerkers met een zwaar werkverleden iets kunt regelen.
De derde component is de BBL: de jongeren die 4 dagen werken en een dag naar school gaan, zijn voor onze branche een erg belangrijke doelgroep. Corona is voor hen al een rottijd en dan is het regelen van een stageplek ook nog eens extra lastig. Daar hebben we al extra inzet op gedaan, daarnaast hebben we in deze cao afgesproken dat werkgevers een financiële tegemoetkoming krijgen om BBL-ers aan te nemen in 2021 en 2022 en extra kunnen trainen.”
Peter Niesink: “Over de RVU wil ik graag nog iets zeggen. Ik zie om me heen dat veel partijen niet goed uit de RVU komen. Wij kwamen erachter dat de landelijke partijen de RVU als iets tijdelijks zien. Maar dat is niet zo! Het kan zomaar zijn dat de eerste tien tot vijftien jaar de vijftigers in onze sector niet fit de eindstreep kunnen halen, omdat er vroeger nog geen goede programma’s voor duurzame inzetbaarheid waren. Die mensen hebben wat dat betreft de boot gemist en daar moet je toch iets voor regelen, je kunt niet zomaar je handen van hen aftrekken. Die mensen hebben zich jarenlang ingespannen in omstandigheden die misschien, met de kennis van nu, niet altijd ideaal waren. Politiek Den Haag, maar ook organen als de SER, missen volgens mij die doelgroep. En die mensen zijn er wel gewoon. Voor hen is meer aandacht nodig en moet de RVU-regeling de komende jaren als instrument beschikbaar zijn, niet alleen tot en met 2025.”
“En nu ik toch bezig ben, wil ik graag nog iets kwijt. Ik zie dat cao’s op dit moment maar moeilijk tot stand komen. Als werkgever mag je niet proberen de bedrijfseconomische situatie te verhalen op je werknemers. Dan ben je fout bezig. We kunnen geen loonoffers vragen van onze medewerkers. Want voor hen is deze situatie ook niet gemakkelijk, met al die weken thuiswerkende schooljeugd bijvoorbeeld en hoger ziekteverzuim waardoor ze vaak nog een stap harder hebben gelopen. Ik roep partijen op om er open in te gaan met elkaar, erken in wat voor bijzondere situatie we leven en werken. Wie er open in gaat, krijgt er begrip voor terug. Daar ben ik van overtuigd. De cao is een uitstekend instrument om mee te ademen met de economische wind. Wij hebben in onze branche afgelopen keren twee keer 3 procent kunnen geven en nu moet het met 1 procent. Meer zit er nu niet in.”
Nemen Peter en Caroline lessen mee naar de toekomst? Voor Peter was het bijzondere aan deze onderhandeling dat ze niet in een cocon zaten. “Zo voelt dat voor mij, tijdens een onderhandeling. Simpel gezegd: je gaat met een paar mensen in een cocon. En als je er uitkomt, is er een cao. Nu waren we veel meer in verbinding met de hele omgeving.” Caroline voegt toe: “Ja, dat was eigenlijk heel prettig: we waren niet in een cocon en voortdurend goed in overleg met de bonden en met onze leden. We wisselden meer informatie uit dan anders en dat leidde tot betere gesprekken. We hielpen elkaar ook aan informatie. De een had lijntjes met andere branches, de ander had lijntjes met ministeries. Mijn les van deze onderhandeling is, en dat klinkt een beetje zijig, maar is toch waar: met wederzijds respect en open communicatie kom je veel verder.”