Als je de verkiezingsprogramma’s bekijkt, lijkt het erop dat het minimumloon sowieso gaat stijgen. Maar met hoeveel precies, blijft nog even de vraag. SP, GroenLinks en PvdA sluiten zich aan bij de campagne van vakbond FNV om het wettelijk minimumloon op termijn te verhogen met 40 procent. Partijen als ChristenUnie, D66 en VVD komen lager uit, op zo’n 10 tot 20 procent. Hoe dan ook is de kans groot dat het onderwerp op de formatietafel belandt.
Ook het Europees Parlement heeft plannen om in Europa een minimumloon te introduceren. Dat moet vooral gaan weerspiegelen wat de welvaart is in een land. Voor Nederland zou dit een verhoging van 40 procent betekenen.
Een hoger minimumloon heeft gevolgen voor het hele loongebouw in een sector, stelt AWVN. Dit leidt tot een stijging van de loonkosten. Vooral arbeidsintensieve sectoren worden daardoor geraakt. Daar wordt nu al scherp geconcurreerd op kosten. Denk bijvoorbeeld aan de schoonmaak en de horeca, die ook al zwaar worden getroffen door corona. Daarnaast bieden deze sectoren laagdrempelig werk. Verhoging van de kosten is dus een risico voor de arbeidsmarkt.
AWVN ziet verhoging van het minimumloon als onderdeel van een breder pakket aan gerichte maatregelen om werkende armoede te voorkomen. Dat kan bijvoorbeeld door de wig – het verschil tussen de kosten die werkgevers maken en wat werknemers overhouden aan salaris – te verlagen. Daardoor ontvangen mensen aan de onderkant van het loongebouw maandelijks netto een hoger bedrag op hun rekening.
“De schoonmaaksector betaalt de schoonmakers gewoon goed en al ruim meer dan het minimumloon. Mensen beginnen op 110 procent en stromen daarna in vier stappen door naar 125 procent. AWVN gaat voor ons een benchmark maken over hoe ons loongebouw zich verhoudt tot die in andere, vergelijkbare sectoren, zodat we nog scherper inzicht krijgen in onze positie.
Een forse verhoging van het minimumloon heeft invloed op de hele BV Nederland. Op de werkgelegenheid, op de hoogte van de uitkeringen, op de prijzen van producten en diensten… De discussie over verhoging van het minimumloon moet daarom ook veel breder worden gevoerd dan alleen op sectorniveau, zodat álle gevolgen in kaart kunnen worden gebracht.
De Brusselse plannen zijn voor onze sector onverantwoord. Niet alleen met het oog op de kosten – de kosten van een schoonmaakondernemer bestaan voor 85 procent uit loonkosten – maar vooral ook vanuit sociaalmaatschappelijke overwegingen. Onze branche is koploper inclusief werkgeverschap en sterk in het aan het werk helpen én houden van mensen aan de basis van de arbeidsmarkt. Met zo’n forse verhoging van het minimumloon komen we als sector voor een zeer lastige uitdaging te staan om onze belangrijke en waardevolle maatschappelijke functie te behouden.”
“De grafische sector is aan de ene kant hooginnovatief, maar voorziet aan de andere kant in eenvoudig productiewerk. Een minimumloon van 14 euro betekent een loonsverhoging van 20 procent voor de werknemers. Dat is desastreus voor een sector waarin de marges al klein zijn.
Bovendien verdwijnen dan feitelijk de verschillen tussen de onderste drie loonschalen. De schalen zijn gekoppeld aan opleidingsniveau. Het komt regelmatig voor dat iemand ongeschoold binnenkomt, via het bedrijf een mbo 2-diploma haalt en later ook nog mbo 3 of 4. Als het beloningsverschil tussen de schalen wegvalt, is er dus geen financiële prikkel meer om door te leren. Omdat dat onwenselijk is, zal een hoger minimumloon uiteindelijk leiden tot hogere lonen in het héle loongebouw. De gevolgen zijn een enorme kostenstijging voor de bedrijven en verlies van werkgelegenheid.
Natuurlijk vinden wij dat werkenden in Nederland met een normaal aantal werkuren een normaal inkomen moeten kunnen verdienen. Maar verhoging van het minimumloon is hiervoor niet de route. Ook op andere manieren kunnen werkgevers oog hebben voor de positie van lagerbetaalden. In onze laatste cao hebben wij bijvoorbeeld voor de laagste schalen een loonsverhoging afgesproken in centen, in plaats van in procenten. Zij gaan er dus relatief het meeste op vooruit.”
“Wij bekijken de plannen met enige zorg. Een eventuele verhoging van het minimumloon staat niet op zichzelf: het is belangrijk om deze voorstellen in samenhang met andere zaken te bezien. Mensen hebben niets aan een hoger brutoloon. Het gaat erom wat ze daarvan netto overhouden. Dat bedrag kan je omhoog brengen door het toeslagenstelsel op een nette manier op de schop te nemen. En door de belasting te verlagen.
Als de politiek besluit om het minimumloon te verhogen, moeten tegelijk de sociale lasten voor werkgevers omlaag. Dan heb ik het met name over de lasten van de Wet arbeidsmarkt in balans. Sinds 1 januari 2020 betalen werkgevers een hoge WW-premie voor werknemers met een flexibel contract. Compensatie van werkgevers kan ook plaatsvinden via het lage-inkomensvoordeel, waarmee zij een vergoeding krijgen voor werknemers met een laag inkomen.”