Vergelijkbaar hiermee is de bereikbaarheidsdienst. Het verschil is dat een oproep in geval van een bereikbaarheidsdienst een normaal onderdeel van de functie is, wat bijvoorbeeld in de kraamzorg het geval is. Bereikbaarheidsdiensten komen alleen voor in de zorgsector.
Met consignatie biedt de ATW een mogelijkheid om af te wijken van de bepalingen voor dagelijkse en wekelijkse rust en de pauze. Hiermee is consignatie een tijdruimte tussen twee elkaar opvolgende diensten of tijdens een pauze, waarin de werknemer uitsluitend verplicht is bereikbaar te zijn om in geval van onvoorziene omstandigheden op oproep zo spoedig mogelijk de bedongen arbeid te verrichten. Tijdens de geconsigneerde periode wordt in beginsel dus geen arbeid verricht. Het bijzondere aan consignatie is dat bij een oproep de rusttijd kan worden onderbroken, zonder dat daarvoor compenserende rust moet worden geboden.
Er is geen wettelijk recht op betaling van de consignatiedienst. Wel kunnen hierover afspraken staan in de arbeidsovereenkomst of cao.
Per 28 x 24 uur dient sprake te zijn van 14 x 24 uur vrij van consignatie, waarbij ten minste tweemaal ook geen arbeid gedurende 48 uur wordt verricht. De 14 x 24 uur kan opgesplitst worden in perioden van 24 uur. Een medewerker kan dus maximaal 14 etmalen aaneengesloten geconsigneerd zijn.
In de 11 uur voorafgaand aan de nachtdienst en 14 uur aansluitend aan de nachtdienst kan geen consignatie opgelegd worden.
De maximumarbeidstijd per 24 uur bedraagt 13 uur. Dat is inclusief de arbeid die voortvloeit uit oproepen uit consignatie.
De maximumarbeidstijd per week bedraagt 60 uur. Dat is inclusief de arbeid die voortvloeit uit oproepen in consignatie.
De maximumarbeidstijd per 16 weken (élke periode van 16 weken) bedraagt gemiddeld 48 uur per week bij maximaal 16 keer consignatie tussen 00:00 en 06:00 uur in die 16 weken. Bij meer dan 16 keer consignatie in 16 weken is de maximumarbeidstijd bij consignatie tussen 00:00 en 06:00 uur gemiddeld 40 uur per week.
Van de maximumarbeidstijd van 40 uur per week in 16 weken kan worden afgeweken tot gemiddeld 45 uur per week in 16 weken als bij arbeid uit een oproep tussen 00:00 en 06:00 uur uiterlijk om 24:00 uur daaropvolgend 8 uur onafgebroken rust is genoten. De 8 uur rust kan aansluitend aan de laatste oproep worden genoten, of indien de normale dienst direct aansluit aan de laatste oproep, na de normale dienst van de werknemer. Die dienst dient dan uiterlijk om 16:00 uur te eindigen, om voor 24:00 uur 8 uur aaneengesloten rust te kunnen genieten.
Als er sprake is van een oproep in consignatie, dan bedraagt de arbeidstijd minimaal een ½ uur. Indien in datzelfde half uur sprake is van een volgende oproep, dan geldt de tussenliggende tijd als arbeidstijd.
Als de aard van het werk het noodzakelijk maakt dat de werknemer tijdens een pauze geconsigneerd is en dit redelijkerwijs niet op een andere manier valt op te lossen, hoeft de regeling van consignatievrije perioden uit de Arbeidstijdenwet niet te worden toegepast. Dit kan alleen bij collectieve regeling worden afgesproken (Arbeidstijdenbesluit).
Als de medewerker na een oproep naar een werkplek reist, dan is de heenreis arbeidstijd. De medewerker dient namelijk met spoed de bedongen arbeid te verrichten. De terugreis is geen arbeidstijd, omdat op dat moment de gezagsrelatie ontbreekt.