Akkoord verlenging RVU-regeling

Op vrijdag 18 oktober hebben het kabinet, vakbonden en werkgevers een onderhandelaarsakkoord bereikt over een verlenging van de RVU-ontheffing zodat werknemers in zware beroepen tot drie jaar eerder met pensioen kunnen gaan. De huidige regeling loopt eind 2025 af. De afgelopen maanden hebben het kabinet en sociale partners onderhandeld over een verlenging.

Het akkoord zal door de vakbonden eerst worden voorgelegd aan de achterban. Bij goedkeuring wordt het akkoord verder  uitgewerkt in de wet. In dit artikel neemt AWVN u mee langs de hoofdpunten uit het akkoord.

Uitkering verhoogd met 3.600 euro bruto per jaar

De huidige tijdelijke vrijstelling staat gelijk aan een netto AOW-uitkering voor alleenstaanden (circa 1.200 euro netto per maand). De RVU-vrijstelling wordt per 1 januari 2026 verhoogd met 3.600 euro bruto per jaar. Dit is echter geen standaard verhoging. De extra fiscale ruimte kan worden ingezet in knellende situaties waarin een werknemer met een laag inkomen of pensioen, het zich niet kan veroorloven om eerder uit te treden. Sociale partners wegen op individueel of collectief niveau de noodzaak af het extra fiscale ruimte toe te kennen.

Cao-partijen bepalen definitie zwaar werk

De afbakening van zwaar werk wordt in de eerste plaats gedaan door cao-partijen. De cao-afspraken die partijen maken moeten een onderbouwde afbakening bevatten van de doelgroep, gericht op zware functies en werkzaamheden. Deze afbakening moeten werkgever en werknemers vervolgens laten valideren door een derde erkende partij door het ministerie. Ook kijkt het kabinet naar de mogelijkheid om in de wet te waarborgen dat de regeling uitsluitend gericht is op werknemers in zwaar werk.

Geen maximumaantal deelnemers

In het bereikte akkoord is geen maximumaantal deelnemers afgesproken. In een eerder stadium van de onderhandelingen werd gesproken over een maximumaantal deelnemers van 15.000 per jaar die gebruik zouden mogen maken van de vroegpensioenregeling. Wel zal het ministerie van SZW halfjaarlijks blijven rapporteren over het RVU-gebruik. Wanneer het aantal van 15.000 deelnemers wordt overschreden gaan kabinet en sociale partners met elkaar in gesprek.

Geen einddatum en geen inkomensgrens

De nieuwe RVU-regeling kent in beginsel geen einddatum. Met een jaarlijkse monitoring en periodieke ijkmomenten om de drie jaar zal blijvend worden gekeken of de regeling nog voldoet. Omdat de nieuwe RVU-regeling zich sec richt op werknemers met een zwaar beroep kunnen cao-partijen overwegen om een inkomensgrens toe te passen in de RVU-regeling. Dat is echter geen standaard gegeven.

Agenda voor duurzame inzetbaarheid

De huidige MDI&EU-subsidie loopt, net als de huidige RVU wet, eind 2025 af. Door de uitloopregeling kan tot 2028 gebruik worden gemaakt van de subsidie. Het kabinet en sociale partners zullen voor mei 2025 een nieuwe duurzame inzetbaarheidsagenda presenteren. Deze agenda zal gericht zijn op de preventie van zwaar werk om mensen gezond door te laten werken tot aan de pensioenleeftijd. Daarin biedt een breed palet aan maatregelen ruimte aan verschillende wensen en mogelijkheden van werkenden. Zo biedt afbouw met behulp van een vitaliteitspact of deeltijdpensioen soms een oplossing. Of is eerder uittreden met een RVU of gespaard verlof nodig. En soms wil iemand doorwerken na de AOW-leeftijd. Het is van belang tijdig na te denken over wensen en mogelijkheden rond het einde van de loopbaan.

De MDI&EU subsidieregeling wordt niet verlengd na 1 januari 2026. Wel komt er een verkenning naar de inzet van de resterende middelen van de MDI&EU subsidie. Daarbij zal gebruik worden gemaakt van de ervaringen met de huidige subsidieregeling. De resterende gelden, waarvan nog niet met zekerheid valt te zeggen welk bedrag resteert, zal worden gebruikt voor de nieuwe RVU-regeling. Of de gelden kunnen worden ingezet voor zowel RVU-uitkeringen als investeringen in duurzame inzetbaarheid, zoals onder de huidige subsidieregeling, is nog niet duidelijk.

Reactie AWVN: ‘Blij dat er duidelijkheid is gekomen’

AWVN is blij dat na een lange periode van onderhandelen duidelijkheid is gekomen over de verlenging van de tijdelijke RVU-regeling. AWVN vond het belangrijk dat de RVU-regeling bij een verlenging tijdelijk en gericht vormgegeven zou worden. In het bereikte akkoord komen deze punten terug. Zo gaat het ministerie eens per drie jaar de regeling evalueren en wordt de afbakening van zwaar werk in cao-afspraken getoetst door een onafhankelijke derde partij.

Er komt veel verantwoordelijkheid bij cao-partijen te liggen om gerichte afspraken te maken voor de groep die door de zwaarte van het werk het echt niet vol kan houden tot de AOW-leeftijd. Tegelijkertijd blijft het belangrijk om te blijven inzetten op de preventie van zwaar werk, bijvoorbeeld door de inzet van technologie en andere duurzame inzetbaarheidsmaatregelen. Hier ligt een belangrijke rol voor cao-partijen de komende onderhandelingen.

Lees ook het nieuwsbericht van de Rijksoverheid over dit onderwerp.