Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de RVU- en MDIEU-regeling voor de tweede keer laten evalueren. De belangrijkste conclusies van de evaluatie (voorjaar 2024) op een rij.
Inmiddels hebben 25.000 werknemers gebruikgemaakt van de RVU-regeling om eerder te stoppen met werken. Onderzoeksbureau SEOR heeft op basis van onder andere enquêtes en CBS-data het gebruik en bereik van de regeling gemonitord. Bij de keuze om eerder te stoppen met werken speelt bij ongeveer de helft van de deelnemers de zwaarte van het werk een rol. De meeste RVU-deelnemers (60%) geven ook aan dat niet alleen hun gezondheid de reden is om eerder te stoppen, maar dat zij van het leven willen genieten nu zij nog gezond zijn. Ook vindt een meerderheid (55%) van de deelnemers dat zij inmiddels lang genoeg hebben gewerkt. Een derde van de deelnemers zegt gebruik te maken van de RVU vanwege gezondheidsproblemen.
In de eerdere evaluatie werd verondersteld dat de terugval in inkomsten een obstakel kon zijn voor werknemers om deel te nemen aan de regeling, maar dat hier meer onderzoek voor nodig was. Uit de nieuwe evaluatie blijkt dat twee derde van de RVU-deelnemers aangeeft dat hun financiële situatie nauwelijks veranderd is. Een derde geeft aan dat hun situatie minder gunstig is dan voorheen en een kleine groep geeft aan moeilijk rond te kunnen komen. Hierbij is een belangrijke nuance dat het onduidelijk is of deze effecten er ook waren geweest wanneer zij op de AOW-leeftijd waren uitgetreden.
Uit de evaluatie blijkt dat zowel werkgevers als werknemers positief zijn over de DI-initiatieven die zijn opgezet en/of versterkt met behulp van de MDIEU-subsidie. Zo geven werknemers aan dat deze initiatieven hun helpen om gezonder en veiliger te werken. Ook werkgevers geven aan dat de initiatieven ertoe hebben geleid dat werkprocessen of roosters anders zijn/worden ingericht. Werknemers geven echter zelf aan dat zij niet verwachten dat de extra DI-initiatieven hun helpt om hun werk tot een latere leeftijd vol te houden. Waarschijnlijk is het nog te vroeg om dit effect goed te meten. Daarnaast benadrukt dit ook het belang om gedurende de gehele loopbaan te investeren in scholing en duurzame inzetbaarheid.
Alles over de RVU-regeling vindt u op de gelijknamige verzamelpagina op deze site.
Tot nu toe is ruim € 400 miljoen aan subsidie verstrekt. Met de nieuwe tijdvakken die in 2024 geopend worden, is de verwachting dat dit jaar nog een substantieel bedrag aan subsidie wordt toegekend. Vanaf oktober 2024 is er geen mogelijkheid meer om binnen de regeling subsidie aan te vragen. De projecten die subsidie hebben ontvangen lopen door tot eind 2025.
AWVN vindt het positief dat de MDIEU-subsidie zowel werkgevers als werknemers helpt om gezonder en veiliger te werken. Alhoewel er meer tijd nodig lijkt te zijn om het volledige effect te zien, zijn deze eerste signalen overwegend positief.
Verder bevestigt deze evaluatie het eerdere standpunt van AWVN dat de huidige opzet van de tijdelijke RVU-ontheffing een aantal oneffenheden heeft. De regeling is opgezet voor werkenden die door de zwaarte van het beroep niet kunnen werken tot de verhoogde AOW-leeftijd. Uit deze evaluatie blijkt echter dat relatief veel werknemers die wel tot de AOW-leeftijd kunnen doorwerken, gebruikmaken van de regeling. Dit sluit niet goed aan op het doel achter het beleid, namelijk dat zoveel mogelijk mensen gezond en gemotiveerd tot hun pensioen doorwerken, onder andere om de krapte op de arbeidsmarkt te kunnen opvangen. Daarnaast onderstreept deze conclusie het standpunt van AWVN dat bij een eventuele verlenging van de regeling een duidelijkere afbakening van de doelgroep nodig is.
In het AWVN-dataportaal vindt u het dashboard RVU-regelingen dat per sector het percentage en het aantal akkoorden met afspraken weergeeft over een RVU-regeling.