09 november 2021

RVU: wat doet overlijden vóór AOW-datum met nabestaandenpensioen?

Als een werknemer vervroegd uit dienst gaat met een RVU-regeling, heeft dat invloed op eventuele uitkeringen waar nabestaanden recht op hebben als de werknemer overlijdt vóór de AOW-leeftijd. In dit artikel leest u welke gevolgen overlijden tijdens die RVU-periode kan hebben voor de RVU-uitkeringen en het nabestaandenpensioen.

In het onverhoopte geval dat de werknemer vóór de AOW-datum overlijdt, bepalen de meeste RVU-regelingen dat de werkgever of het fonds waarin de RVU-regeling is ondergebracht dat nog één of twee RVU-uitkeringen worden betaald aan de nabestaanden. Daarna stoppen de RVU-uitkeringen. De gedachte hierbij is dat de RVU-regeling de AOW compenseert. De werknemer ontvangt geen AOW vanwege het ophogen van de AOW-leeftijd en het gegeven dat de werknemer, o.a. door een zwaar beroep, niet kan doorwerken tot aan de AOW-datum. Met het overlijden van de werknemer vervalt de grondslag deze compensatie te betalen. In uitzonderlijke gevallen zien wij RVU-regelingen waarbij de aanspraak op de RVU-uitkeringen volledig overgaat van de werknemer op de nabestaanden bij het overlijden van de werknemer.

In een brief van 7 oktober 2021 vraagt de Stichting van de Arbeid ook aandacht voor een ander aspect verbonden aan het overlijden van de werknemer vóór de AOW-leeftijd, namelijk het risico met betrekking tot het nabestaandenpensioen.
Als een pensioenregeling een partnerpensioen op zogenoemde risicobasis kent, is er tussen het moment waarop de vervroegde uittreding ingaat en de pensioendatum geen dekking voor het partnerpensioen. Als een werknemer overlijdt tijdens de RVU-periode, betekent dit dat de achtergebleven partner niet in aanmerking komt voor partnerpensioen. Deze ongewenste situatie doet zich niet voor als er sprake is van een partnerpensioen op zogenoemde opbouwbasis.

Om ervoor te zorgen dat er bij een nabestaandenpensioen op risicobasis tijdens de RVU-periode toch sprake is van dekking, ziet de Stichting van de Arbeid de volgende mogelijke oplossingen:

Uitruilen ouderdomspensioen voor nabestaandenpensioen

Bij uitdiensttreding kan een deel van het ouderdomspensioen worden uitgeruild voor een partnerpensioen (op opbouwbasis). De werknemer hoeft zijn ouderdomspensioen dan nog niet in alle situaties te laten ingaan. In geval van overlijden van de werknemer tijdens de RVU-periode ontvangt de partner dan het partnerpensioen. Wanneer de werknemer de oorspronkelijke pensioeningangsdatum bereikt, kan deze het partnerpensioen eventueel weer terugruilen voor het ouderdomspensioen. Hierbij geldt wel dat het resterende ouderdomspensioen iets lager zal zijn. Dit heeft te maken met de dekking die heeft plaatsgevonden tijdens de RVU-periode en de gemiste opbouw tijdens de RVU-periode.

Vervroegen van het ouderdomspensioen bij aanvang van de RVU-periode

Een andere mogelijkheid is dat de werknemer die vervroegd uittreedt (een deel van) het ouderdomspensioen laat ingaan op het moment van uitdiensttreding. In geval van overlijden tijdens de RVU-periode is er dan sprake van dekking, omdat de meeste pensioenregelingen na pensioendatum (ook bij een vervroegde pensioendatum) een partnerpensioen op opbouwbasis kennen. Bij vervroeging van het ouderdomspensioen zal de pensioenuitkering overigens lager uitvallen, en daarmee ook het partnerpensioen.

Aanspraak RVU-uitkering gaat over op de nabestaanden

Een derde oplossing is dat in de RVU-regeling wordt afgesproken om de RVU-uitkering (gedeeltelijk) aan de partner toe te kennen ingeval de werknemer overlijdt voor de pensioendatum. Uitruil bij beëindiging van het dienstverband blijft dan nog wel raadzaam, omdat bij overlijden tijdens de RVU-periode het nabestaandenpensioen vanaf de oorspronkelijke pensioendatum vaak niet is geregeld.

In dezelfde brief raadt de Stichting van de Arbeid aan goede afspraken te maken om de werknemer in staat te stellen zich, voorafgaand aan het besluit om deel te nemen aan een RVU-regeling, te laten adviseren over mogelijke risico’s. Denk hierbij aan het risico van overlijden vóór de AOW-datum, maar ook het niet opbouwen van pensioen tijdens de RVU-periode en de gevolgen van het vervroegen van het ouderdomspensioen om de RVU-uitkering aan te vullen. Of bepaalde risico’s zich voordoen, is afhankelijk van de afspraken en vormgeving van de regeling en de individuele situatie van de werknemer.

AWVN: werknemer moet besluit deelname RVU-regeling weloverwogen kunnen nemen

AWVN vindt het goed dat de Stichting van de Arbeid aandacht vraagt voor het risico van overlijden vóór de AOW-datum en de gevolgen daarvan voor het nabestaandenpensioen. Veel is afhankelijk van de pensioenregeling en de specifieke situatie van de werknemer. Wij raden aan dat een werknemer die wil deelnemen aan de RVU-regeling zich op de hoogte stelt van de gevolgen van deelname door een financieel planningsgesprek. Ook vinden wij dat de werkgever de werknemer moet informeren en op de risico’s moet wijzen. AWVN kan werkgevers hierbij ondersteunen. Daarnaast kan in de regeling worden opgenomen dat de werknemer een bepaald budget krijgt voor het inwinnen van juridisch en financieel advies. Het is aan de cao-partijen om daarover te beslissen.

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden