RVU-regeling

Een vertrekregeling voor oudere werknemers op basis van vrijstelling van de RVU-heffing? Tijdelijk kan dat.

Lees­wijzer Inhoudsopgave

Sinds 1 januari 2021 maakt vrijstelling van de RVU-heffing het mogelijk om (tijdelijk) aanvullende afspraken te maken met werknemers over vervroegd uittreden. Werkgevers worden tot en met 31 december 2025 in de gelegenheid gesteld om werknemers die maximaal 36 maanden voor de AOW-leeftijd zitten, een uitkering te betalen ter overbrugging van die periode tot de ingangsdatum van hun AOW. De regeling vloeit voort uit de afspraken die sociale partners hebben gemaakt in het kader van het Pensioenakkoord in 2019.

Op vrijdag 18 oktober 2024 hebben het kabinet, vakbonden en werkgevers een onderhandelaarsakkoord bereikt over een verlenging van de RVU-ontheffing. Werknemers in zware beroepen kunnen daardoor tot drie jaar eerder met pensioen gaan. Het akkoord zal door de vakbonden eerst worden voorgelegd aan de achterban. Bij goedkeuring wordt het akkoord verder uitgewerkt in de wet.

Even terug... RVU, RVU-heffing, RVU-regeling: hoe zit dat ook alweer?

RVU staat voor ‘regeling vervroegd uittreden’. In 2005 maakte de Wet VPL een einde aan de fiscale facilitering van regelingen die tot doel hebben werknemers ‘vervroegd met pensioen’ te laten gaan door hun, tot de pensioendatum, een overbruggingsuitkering te bieden. Mocht een werkgever werknemers toch zo’n regeling willen bieden, dan is die 52% eindheffing verschuldigd (RVU-heffing).

Maar sinds 2021 is het dus weer – tijdelijk – weer mogelijk om, onder voorwaarden, oudere werknemers een overbruggingsuitkering, een RVU dus, te verstrekken die vrijgesteld is van deze eindheffing. Verwarrend is wel dat deze in het dagelijkse spraakgebruik ′RVU-regeling′ is gaan heten.

De tijdelijke versoepeling (dus eigenlijk beter: de ′tijdelijke, van een RVU-heffing vrijgestelde vertrekregeling voor oudere werknemers′) is vastgelegd in de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen, waarmee de Eerste Kamer 12 januari 2021 akkoord is gegaan.

Meer informatie Wanneer is een vertrekregeling een RVU?

Wat is de doelgroep van de RVU-regeling?

Moeten werkgevers alle werknemers in de doelgroep een RVU-regeling aanbieden? Is parttime deelname mogelijk?

Er leven veel vragen over de RVU-regeling. AWVN heeft de antwoorden op  veelgestelde vragen voor u op een rij gezet.
QA RVU- en MDIEU-regeling (versie 1/2023)

De regeling richt zich uitsluitend op werknemers die zwaar werk verrichten, geboren zijn in de periode 1955 tot en met 1961, en die maximaal 36 maanden voor de AOW-leeftijd zitten. Met deze werknemers kunnen werkgevers tot uiterlijk 31 december 2025 een RVU-regeling overeenkomen. In dat geval geldt dat de RVU-betalingen tot uiterlijk 31 december 2028 tot € 2.037 bruto per maand (geïndexeerd; bedrag betreft 2023; op jaarbasis € 24.444 bruto) niet als een RVU worden aangemerkt.

Wie betaalt de RVU-regeling?

Wie mag er precies MDIEU-subsidie aanvragen? Wat kan een brancheorganisatie doen voor de aangesloten leden?

Er leven veel vragen over de RVU-regeling. AWVN heeft de antwoorden op  veelgestelde vragen voor u op een rij gezet.
QA RVU- en MDIEU-regeling (versie 1/2023)

Uitgangspunt van de regeling is dubbele vrijwilligheid. Dat wil zeggen dat werkgevers en werknemers vrij zijn in hun keuze om van de mogelijkheid gebruik te maken. In cao’s kunnen hierover nadere afspraken worden gemaakt. De werkgever neemt het voor de RVU vrijgestelde deel voor haar rekening; de financiering komt uit de loonruimte. Daarnaast zal de werknemer zelf een bijdrage moeten leveren, bijvoorbeeld door een deel van het pensioen naar voren te halen.
Het is mogelijk om voor – gedeeltelijke – financiering van de regeling een beroep te doen op de subsidieregeling MDIEU (maatwerk duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden). Dat kan alleen door middel van een aanvraag die ingediend is door een samenwerkingsverband van sociale partners.

Moet ik als werkgever zo’n RVU-regeling aanbieden?

Is het mogelijk om afspraken over de regeling te maken met de ondernemingsraad in plaats van de vakbonden? Heeft een werknemer die met de RVU-regeling uit dienst gaat, recht op WW?

Er leven veel vragen over de RVU-regeling. AWVN heeft de antwoorden op  veelgestelde vragen voor u op een rij gezet.
QA RVU- en MDIEU-regeling (versie 1/2023)

Nee. Als werkgever staat u voor de afweging of u afspraken moet maken over eerder stoppen met werken van oudere medewerkers. Deze afspraken maakt u in de regel met de vakorganisaties waarmee u ook spreekt in het kader van het reguliere arbeidsvoorwaardenoverleg. Bij gebrek daaraan kunt u de afspraken maken met de OR. Ook is het mogelijk individuele afspraken met werknemers te maken. Uiteraard zijn bijvoorbeeld inzicht in de kosten en baten van de regeling van essentieel belang om tot een besluit te komen.

DataportaalIn het AWVN-dataportaal vindt u het dashboard RVU-regelingen dat per sector het percentage en het aantal akkoorden met afspraken weergeeft over een RVU-regeling.

In vier weloverwogen stappen naar een RVU-regeling

In vier weloverwogen stappen naar een RVU-regeling
Koen van Schie en Armand Lahaije vertellen hoe u dat doet!

AWVN helpt u verder

AWVN is betrokken bij een groot aantal cao-onderhandelingen waarbij afspraken zijn of worden gemaakt over regelingen op basis van de RVU-heffingsvrijstelling. De AWVN-experts hebben dus goed zicht op de overwegingen, aandachtspunten, voetangels en klemmen. Zij helpen graag bij het vormgeven van een regeling. Ook heeft AWVN een rekenmodel ontwikkeld dat zicht geeft op de bruto RVU-uitkeringen aan de doelgroep, de inverdieneffecten (geprognosticeerde kosten vervanger, minder seniorendagen, geprognosticeerd lager verzuim) en de MDIEU-subsidieregeling (mits van toepassing). Lees meer

RVU-regeling

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden