Werknemers die op de eerste werkloosheidsdag tussen de 50 en 60 jaar zijn, komen na hun WW-uitkering in aanmerking voor een IOAW-uitkering. Voorwaarde is dat zij recht hebben gehad op ten minste drie maanden WW.
De IOAW is bedoeld als inkomensvoorziening op sociaal minimum voor oudere werklozen na afloop van hun WW-uitkering. Sinds 1 januari 2015 geldt dat instroom in de IOAW alleen nog mogelijk is voor werknemers geboren voor 1 januari 1965.
De IOAW voorziet in een uitkering tot maximaal het sociaal minimum. De uitkering is gelijk aan het verschil tussen het voor de werknemer geldende sociaal minimum en het inkomen.
Dit betekent dat een alleenstaande IOAW-gerechtigde maximaal recht heeft op 70% van het minimumloon, een alleenstaande met kind maximaal 90% van het minimumloon en een
gehuwde oudere werkloze op maximaal 100% van het minimumloon. De uitkering kan nooit uitstijgen boven het minimumloonniveau of de hoogte van de WW-uitkering inclusief toeslagen die de werknemer ontving voorafgaand aan de IOAW-uitkering.
Het recht op een IOAW-uitkering ontstaat op het moment dat de WW-uitkering afloopt en eindigt op het moment dat de werkloze werknemer AOW-gerechtigde wordt. Als de partner van de werkloze AOW-gerechtigd wordt, blijft het recht voor gehuwden bestaan. De AOW wordt dan wel bij de IOAW-gerechtigde in mindering gebracht.
De IOAW kent geen vermogenstoets. De betrokkenen hoeven hun spaargeld derhalve niet aan te spreken. Wel is er sprake van een inkomenstoets. Inkomen uit arbeid van de IOAW-gerechtigde en diens partner wordt in mindering gebracht op de uitkering. Wel geldt er een vrijlatingsregeling voor inkomen uit arbeid. Deze bedraagt 5% van het wettelijk minimumloon plus 30% van het meerdere tot maximaal 15% van het minimumloon.
De IOAW-uitkeringsgerechtigde én zijn (huwelijks)partner moeten zich inschrijven bij UWV, actief naar werk zoeken en algemeen geaccepteerde arbeid aanvaarden (nota bene: dit is een breder begrip dan passende arbeid).
Voor de IOAW-gerechtigde zijn er mogelijkheden om tijdelijke ontheffing van de sollicitatieplicht te krijgen in geval van calamiteiten, intensieve mantelzorg en (onder voorwaarden) vrijwilligerswerk.
Bron Leidraad Sociale gevolgen van reorganisaties, update mei 2024, EvdB