16 juni 2023

Sociale zekerheidsstelsel is te complex: ‘Wat moeilijk is makkelijker maken’

Het sociale zekerheidsstelsel is te complex en moet makkelijker worden gemaakt. Dat vinden ministers Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen). Namens het kabinet kwamen ze per brief aan de Tweede Kamer met een uitgebreide reactie op het rapport ‘Vereenvoudiging sociale zekerheid’ van het interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO).

• Lees Eindrapport IBO vereenvoudiging sociale zekerheid.

• Bekijk ook de kabinetsreactie op het IBO Vereenvoudiging.

Het IBO benadrukt in het rapport dat ‘wat moeilijk is makkelijker moet worden gemaakt’. Het kabinet omarmt deze boodschap. In de brief gaan ze niet alleen in op het rapport. Ook geven de ministers een uitgebreid overzicht van lopende en toekomstige onderzoeken en maatregelen die de sociale zekerheid minder complex moeten maken.

Het kabinet kiest daarbij voor een uitvoering langs drie lijnen: een integraal perspectief op een eenvoudigere inkomensondersteuning (1), renovatie van de bestaande sociale zekerheid en dienstverlening (2) én concrete maatregelen en initiatieven voor verbeteringen (3).

Het IBO-rapport: complexiteit van de sociale zekerheid

Het IBO-rapport beschrijft de complexiteit van de sociale zekerheid en de gevolgen voor mensen die hiermee te maken krijgen, de overheid, werknemers, werkgevers, en de samenleving. Daarbij is ook gelijk gekeken naar welke opties er zijn om het stelsel te vereenvoudigen voor mensen die er gebruik van maken. Het rapport geeft volgens het kabinet hier een goed overzicht van.

Het sociaal stelsel werkt vaak wel, maar niet voor iedereen

Om mensen zo gericht mogelijk te helpen is er een stelstel met veel verschillende regelingen ontworpen. Voor de meeste mensen biedt de sociale zekerheid een goede oplossing. Het IBO laat zien dat verschillende regelingen met veel uitkeringsgerechtigden als relatief eenvoudig worden beoordeeld. Voorbeelden daarvan zijn de AOW en de kinderbijslag. Mensen die alleen met zulke regelingen te maken hebben, ondervinden in de praktijk vaak weinig complexiteit. Wel zijn er specifieke onderdelen die eenvoudiger kunnen, zoals de leefvormen in de AOW.

Voor een andere groep mensen is de sociale zekerheid te ingewikkeld. Zij hebben te maken met een samenloop van regelingen en komen daardoor in aanraking met verschillende rechten en plichten. Voor deze groep mensen is het vaak onduidelijk wat zij moeten melden of wat er gebeurt met hun inkomen als hun persoonlijke situatie verandert. Dit zijn vaak ook de mensen die ondersteuning door de overheid het hardst nodig hebben. In sommige gevallen kunnen onbewust verkeerde keuzes of per ongeluk gemaakte fouten grote gevolgen hebben, zoals terugvorderingen of schulden.

De sociale zekerheid is complex

Het IBO concludeert dat de complexiteit de beoogde doelen van de sociale zekerheid, bestaanszekerheid en participatie, ondermijnt. Dat moet anders. Vereenvoudiging van het stelsel kan bijdragen aan meer participatie en bestaanszekerheid. Tegelijkertijd is vereenvoudigen van de sociale zekerheid geen doel op zich. Het is bovendien niet makkelijk en niet altijd beter.

De analyse uit het IBO laat volgens het kabinet zien dat vereenvoudiging van de sociale zekerheid flinke dilemma’s oplevert. Een eenvoudig stelsel, dat voor mensen begrijpelijk is, heeft naast veel voor- ook nadelen. Zo kan bij een eenvoudig stelsel de ondersteuning minder gericht zijn. Het gaat hierbij om financiële ondersteuning, maar ook om ondersteuning die gericht is op participatie.

Duidelijk is dat eenvoud in het verleden onvoldoende meegenomen bij de totstandkoming van het huidige stelsel van sociale zekerheid. De balans is daardoor volgens het kabinet de verkeerde kant opgeslagen; de sociale zekerheid is nu te complex. Het kabinet ziet dat een hervorming van de sociale zekerheid niet alleen vraagt om het maken van beleid. Het IBO laat zien dat het inzetten op het verbeteren van de uitvoering, benodigde kwaliteit van gegevens en het beter kunnen leveren van maatwerk in gevallen waarbij dat nodig is minstens zoveel aandacht verdient.

Op naar een eenvoudiger sociaal zekerheidsstelsel

Mede door de resultaten van het IBO-rapport wil het kabinet de sociale zekerheid eenvoudiger maken, zowel op het gebied van regelgeving als passende dienstverlening. Het kabinet geeft daarbij een uitwerking langs drie lijnen.

1. Een integraal perspectief op een eenvoudigere inkomensondersteuning

Een grote vereenvoudiging van de sociale zekerheid is volgens kabinet en IBO hard nodig om de bestaanszekerheid beter te garanderen en de participatie te stimuleren. Er zijn nu te veel regelingen die niet goed op elkaar aansluiten, met uiteenlopende begrippen en gegevens, rechten en verplichtingen. Dit probleem is niet beperkt tot alleen de sociale zekerheid. Mensen krijgen bij hun inkomensondersteuning naast de sociale zekerheid ook te maken met andere regelingen zoals toeslagen, belastingen en regelingen uit het zorg- en onderwijsdomein.

Het is daarom nodig om naar het gehele stelsel van inkomensondersteuning te kijken en met aanpassingen te komen die nodig zijn om verschillende groepen mensen te ondersteunen.
Het kabinet start daarom een interdepartementaal programma Vereenvoudiging Inkomensondersteuning voor mensen (VIM) van de ministeries SZW, FIN, VWS, OCW en BZK, betrokken uitvoerders zoals UWV, de SVB, de dienst Toeslagen, de Belastingdienst en DUO en de gemeenten (VNG en Divosa).

Doel van het programma VIM is het verkennen van innovatieve oplossingen voor domein overstijgende knelpunten. Het programma gaat met beleid, uitvoering en het maatschappelijk veld oplossingen in kaart brengen voor een aantal bekende knelpunten. Maar ook kijken naar problemen die mensen ervaren bij het krijgen van inkomensondersteuning en de samenloop tussen de verschillende regelingen binnen de inkomensondersteuning. Ambitie is om op de kortere termijn met een oplossing te komen. Daarbij wordt gekeken naar mogelijkheden in de uitvoering, zoals benodigde gegevens(uitwisseling), of dienstverlening, bijvoorbeeld in de samenwerking tussen uitvoerders. Waar keuzes politieke besluitvorming vragen, organiseert het kabinet die.

Daarnaast wordt gewerkt aan het uitwerken van een lange termijn transitie: het programma werkt een plan uit met scenario’s en verschillende oplossingen voor eenvoudiger inkomensondersteuning. Dit als voorbereiding om voor een grote vereenvoudiging van de inkomensondersteuning de dilemma’s te wegen en vervolgens keuzes voor te leggen richting een volgend kabinet. Het kabinet stuurt deze scenario’s naar verwachting na de zomer van 2024 aan de Tweede Kamer. In de scenario’s is aandacht voor de verschillende doelgroepen die gebruik maken van de sociale zekerheid en voor situaties die vragen om maatwerk. Bij het ontwikkelen van de scenario’s zullen ook de inzichten voor fundamentelere aanpassingen uit IBO Vereenvoudiging worden meegenomen.

2. Renovatie van de bestaande sociale zekerheid en dienstverlening

Naast de oprichting van het programma VIM werkt het kabinet aan verschillende verkenningen om regelingen binnen de sociale zekerheid en de uitvoering makkelijker te maken voor de mensen die ervan afhankelijk zijn. Om de bestaande knelpunten aan te pakken, zijn er acties uitgezet voor de korte, de middellange en de lange termijn. De Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS) werkt aan een strategie voor de lange termijn, met opties voor een nieuw stelsel. Een langere termijn perspectief biedt ook ruimte om in te gaan op suggesties uit het IBO. Bijvoorbeeld de denkrichting om, met het oog op de eenvoud van regelingen, toe te werken naar één regeling voor arbeidsongeschiktheid of om de WIA te hervormen.

Daarnaast wordt gekeken naar andere regelingen, zoals de toekomst van de kindregelingen. Het kabinet werkt ook aan een herziening van de Participatiewet op de langere termijn, waarbij opnieuw wordt gekeken naar de doelen en uitgangspunten van de wet en de samenhang met andere wetten in het sociaal domein, zoals de Wmo en de Jeugdwet. Het kabinet heeft ook een vereenvoudigingstraject voor de WW opgestart.

Ten slotte wordt ook gekeken naar meer proactieve dienstverlening door het benutten van gegevens. Hierdoor kan dienstverlening binnen de sociale zekerheid proactiever. Daarbij wil het kabinet faciliteren dat dienstverleners beter kunnen samenwerken, onder andere door het kunnen uitwisselen van gegevens, om mensen beter te bereiken.

3. Concrete maatregelen en initiatieven voor verbeteringen

Het kabinet vindt het belangrijk om voor mensen die nu in de knel komen ook op kortere termijn aan concrete oplossingen te werken. Het kabinet is daar al volop mee bezig. Voor een deel gaat het hier om plannen die al eerder bekend zijn gemaakt. Zo werkt het kabinet samen met de uitvoerders aan een herijking van het handhavingsbeleid in de sociale zekerheid. Met deze herijking, en specifiek met het wetsvoorstel Handhaving Sociale Zekerheid, wordt gewerkt aan een evenwichtig handhavingsstelsel, waarin ruimte is om maatwerk te leveren, maar ook de mogelijkheid bestaat om adequaat te handelen bij misbruik.

Daarnaast werkt het kabinet in het kader van het project de Participatiewet in balans aan verschillende vereenvoudigingen voor mensen en professionals. Het kabinet komt op korte termijn met een samenhangend pakket van ruim twintig wetswijzigingen om concrete vereenvoudigen te realiseren. Dit moet de uitvoering op korte termijn meer ruimte bieden om te doen wat nodig is om mensen te ondersteunen.

Ook op specifieke onderdelen van de AOW zijn vereenvoudigingen wenselijk. Bijvoorbeeld als het gaat om de vaststelling van de leefvorm in de AOW. In sommige gevallen leveren de huidige leefvorm definities knelpunten op omdat deze niet aansluiten bij de beleving van mensen en bewerkelijk zijn in de uitvoering. Daarom wordt onderzocht of een partnerbegrip op basis van objectieve criteria een haalbaar en wenselijk alternatief is voor de huidige beoordeling van de leefvorm in de AOW.
Verder werkt het kabinet met het overheidsbrede programma Werk aan Uitvoering (WaU) aan het verbeteren van de dienstverlening aan mensen en bedrijven. Dit moet de menselijke maat in dienstverlening meer centraal stellen.

In het kader van de verbetering van de arbeidsmarktinfrastructuur is het kabinet ten slotte ook bezig met voorstellen om de loketfunctie te verbeteren. Het kabinet wil werkzoekenden vroegtijdig de dienstverlening bieden die zij nodig hebben om (ander) werk te vinden of werk te houden. Dit is ook in het belang van werkgevers. Zij krijgen hierdoor beter zicht op werkzoekenden. Daarom heeft het kabinet aangegeven dat in iedere arbeidsmarktregio minimaal één herkenbaar loket moet komen waar werkzoekenden en werkgevers terecht kunnen met al hun arbeidsmarkt gerelateerde vragen.

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden